Recensie: Mightysociety3 van Eric de Vroedt

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:02 uur
tags: , , ,

Het is een kroniek van een aangekondigde aanslag. De geheime dienst weet wie de bom gaat leggen en hoe en wanneer, maar niet wáár. Het land zit verlamd voor de televisie, heen en weer geslingerd tussen fascinatie en blinde paniek. Het is de ultieme kruising van terrorisme en reality-tv.

Het uitgangspunt is zo sterk dat theatermaker Eric de Vroedt ervoor koos om het te gebruiken voor niet één maar twee voorstellingen van zijn monsterproject Mightysociety. De ene voorstelling, Mightysociety2, ging afgelopen december in première en speelt zich af op een hotelkamer waar de terrorist zich voorbereidt op zijn daad. Mightysociety3 gaat over de onwetende slachtoffers. De twee voorstellingen worden de komende maanden simultaan opgevoerd en zijn op ingenieuze wijze (en met een webcam) met elkaar verweven.

De aankomende slachtoffers in Mightysociety3 zijn vier vrienden van rond de dertig. Aygül (Çigdem Teke) schrijft quasi-leuke columns over hoe achterlijk de islam is, maar matigde op advies van de geheime dienst haar toon. Nu staat ze nog maar nummer 45 op de lijst met potentiële doelwitten. Haar vriend Sven (Jacques Riebeek) heeft een lucratieve business in internetporno. Martijn (Raoul Copier) is een oppervlakkige idealist die een boom plant voor iedere vliegreis die hij maakt. En Nathalie (Eva Duyvestein) was een sletje met een pophitje en een televisieprogramma, maar heeft zich plotseling bekeerd tot de islam, met hoofddoek en al.

In het tot hippe huiskamer verbouwde Frascati 2, waar het publiek in het decor zit, toont De Vroedt een grimmig beeld van zijn generatie: hedonistische individualisten, die een muur van cynisme hebben opgebouwd tussen zichzelf en de werkelijkheid.

De vergelijking met het zeer goede Mightysociety2 valt negatief uit voor het huidige deel. Terrorist Ibrahim K. op zijn hotelkamer was lucide en wanhopig en wekte daarom mededogen. Voor de personages in dit deel heb je geen greintje sympathie. Door het gekibbel tussen de vier, hun onderlinge relaties en hun manipulatieve spelletjes vergeet je als publiek bijna dat er een terrorist op drift is. Het cynisme van de personages wordt het cynisme van de voorstelling.

Toch is een minder geslaagde voorstelling van De Vroedt toch nog steeds zeer genietbaar. De acteurs beheersen de hardheid die de tekst vraagt zeer goed en de tekst biedt net als de eerdere delen een spervuur aan actuele verwijzingen en sterke one-liners. Eric de Vroedt bewijst nogmaals dat hij een uitstekend gevoel heeft voor de tijdgeest, maar heeft er deze keer geen meeslepend theater van weten te maken.

Theater Mightysociety3 van Eric de Vroedt. Gezien 11/3 in Frascati, aldaar t/m 18/3. Tournee t/m 20/5 Meer info op www.mightysociety.nl

‘Ziek’ van Huis aan de Amstel

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:01 uur
tags: , , , , ,

Het is een nobel streven van Huis aan de Amstel om de scheiding tussen jeugd- en volwassen theater wat minder streng te maken. Artistiek leider Liesbeth Coltof wil voorstellingen maken “die over de generaties heen reiken”. De voorstelling De hongerende weg was een paar jaar geleden een zeer geslaagde poging. De huidige voorstelling Ziek is helaas een minder goed voorbeeld.

Ziek is een bewerking van De ingebeelde zieke van Molière, de klassieke hypochonder-komedie uit 1672. De zieke uit de titel is Argan die zich door zijn bedienden en zijn dokter intensief laat verzorgen voor zijn telkens groeiende rij kwalen. Om te kunnen bezuinigen op de doktersrekeningen lijkt het hem wel een goed idee om zijn dochter uit te huwelijken aan een jonge, onsympathieke arts.

De voorstelling presenteert Argan als een man die verslaafd is aan aandacht. Dat is een aardig uitgangspunt: alsof de medische wetenschap uit de zeventiende eeuw vergelijkbaar is met de psychologie anno nu. Maar het is jammer dat de tekst verder niet gemoderniseerd is. De spottende grappen over doktoren die elkaar napraten in onbegrijpelijk potjeslatijn hebben nu geen satirische impact meer.

Maar ook zonder satire is Ziek in de eerste plaats een komedie, en daarin laat de uitvoering te wensen over. Het decor -een moderne, protserige badkamer, met drie toiletten die elk op een aparte onsmakelijke wijze worden bevuild- biedt ruimte voor een paar goede grappen, maar de acteurs zijn wisselvallig. Roel Adam als Argan is te onsympathiek en niet kinderlijk genoeg om grappig te zijn, en zowel Anette Maas als Argans dochter en Dewi Reijs als zijn tweede vrouw lijden aan een typische kwaal van jeugdtheater-acteurs: als ze overdreven verliefd, verdrietig of temerig mogen spelen zijn ze erg leuk, maar als een scene subtieler acteren vraagt gaat het mis.

Hierdoor wordt een beetje moeizame voorstelling. De lach wordt gesmoord door trage timing en gebrek aan ritme. Een paar acteurs hebben die timing echter wèl: in de eerste plaats Ria Marks(*) die heerlijk kan kijven als de gisse bediende van de familie, maar toch vooral Tjebbo Gerritsma die in verschillende rollen de show mag stelen. Of hij nu een sentimenteel lied zingt of als dokter zijn patiënt uitkaffert, de hardste lach is voor hem.

Ziek van Huis aan de Amstel. Naar De ingebeelde zieke van Molière, bewerking en regie Liesbeth Coltof. Gezien 2/3 in Bellevue. Te zien in Amsterdam t/m 18/3, tournee t/m 30/4.

*) In de oorspronkelijke recensie stond Ria Eimers, maar dat was dus een oerstomme fout

‘Huis van de Toekomst’ van Toneelgroep Amsterdam

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:00 uur
tags: , , , ,

In 2000 maakte Carina Molier bij Toneelgroep Amsterdam de fantastische voorstelling Ruigoord 2. Of was dat nog wel een voorstelling? Het was eerder een hallucinerende, multimediale happening over sterven op live televisie, je ziel uploaden naar internet en spirituele wedergeboorte op de maat van een pompende housebeat.

Molier’s nieuwe voorstelling Huis van de Toekomst leek vooraf een veelbelovend vervolg: opnieuw bij Toneelgroep Amsterdam, opnieuw een Big Brother-huis op het podium waar het publiek vrij omheen mag lopen en opnieuw filmen de acteurs elkaar en zijn ze in veelvoud te zien op de talloze beeldschermen die in het theater verspreid staan. Maar wat zes jaar geleden zo glorieus lukte gaat nu even glorieus de mist in.

Het huis in kwestie staat op het leeg gemaakte podium van het Compagnietheater. Het is een soort noodwoning met plexiglazen wanden. Het heeft woon- en slaapkamers, een keuken en een speciale Zikr-ruimte voor spirituele dansen. Eromheen staan luie banken voor de toeschouwers. De personages zijn kunstenaars, filosofen, wetenschappers die zijn samengebracht voor een experiment met een nieuwe, ideale samenleving, onder het toeziend oog van de televisiecamera. Eerder is dat al goed uit de hand gelopen: één van de deelnemers is onder verdachte omstandigheden omgekomen. Opnameleidster Agnes (Marnie Blok) wil nu uitzoeken wat er gebeurd is.

Als een ware Miss Marple houdt ze een serie interviewtjes met alle deelnemers. Ieder vertelt zijn verhaal, maar de waarheid komt niet boven tafel. In deze wereld van vooruitstrevende denkers maakt Iedereen z’n eigen werkelijkheid, alle perspectieven zijn even waar. Dan nodigt Sharaf (Sabri Saad El-Hamus) alle aanwezigen en het publiek uit voor de Zikr, een spirituele dans waarin de ziel wordt gereinigd van begeerte en eigenbelang. Kortom: de werkelijkheid is te beperkt, extase is de oplossing.

Wat mij hogelijk verbaasde is dat de voorstelling op dat moment -na iets meer dan een uur- ineens afgelopen was. Voordat het publiek überhaupt gewend is aan de onconventionele vorm en eigenzinnige inhoud van de voorstelling moet het alweer naar buiten. De enorme hoeveelheid research naar wetenschappelijke en filosofische ideeën van de personages, de batterij aan beeld- en geluidstechniek, het verzamelde acteurstalent (o.a. Halina Reijn, Frieda Pittoors, Frank Sheppard, Janni Goslinga): het leidt tot het theatrale equivalent van een nat rotje.

Molier heeft een uitgesproken visie op de filosofische mogelijkheden van technologie en op het combineren van vertelvormen uit theater, televisie en beeldende kunst. Die visie uit zich in ambitieuze en complexe voorstellingen en het is te prijzen dat Toneelgroep Amsterdam zo’n risicovol project op zich neemt. De teleurstelling dat het niets meer wordt dan een licht filosofische whodunnit is er niet minder om.

Huis van de Toekomst van Toneelgroep Amsterdam. Regie Carina Molier. Gezien 12/3 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 1/4. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl

‘Cyrano’ van Theater EA

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 17:55 uur
tags: , , ,

Cyrano begint veelbelovend. De acteurs zitten in het publiek. Ze wachten op het begin van de voorstelling en flirten openlijk met elkaar. Tot Cyrano de opvoering komt verstoren en zelf in de schijnwerpers staat. Hij is uitdagend, welbespraakt en laat in een geestige scène zien hoe goed hij tegelijkertijd kan dichten en vechten.

Porgy Franssen speelt de titelrol, het klassieke karakter van de misvormde Cyrano die zijn liefde voor Roxane (Roos Drenth) niet durft te bekennen uit angst voor haar afwijzing. Hij gebruikt het jonge, mooie leeghoofd Christian (Bob Wind), die ook verliefd is op Roxane, als stroman. Onder Christian’s naam stuurt hij haar poëtische liefdesbrieven. Zij wordt verliefd op een niet bestaand persoon: het lichaam van Christian met de geest van Cyrano.

Franssen is een acteur die soms vreselijk kan schmieren, maar hier speelt hij geconcentreerd en dienstbaar. Zijn Cyrano heeft een hard pantser en heeft iets onsympathieks. Hij heeft geen plezier in zijn redenaarstalent, maar gebruikt het als middel om in alle situaties top dog te blijven. En dan de neus. Regisseur Tarkan Köroglu koos een slimme oplossing: een metalen neusklem die Cyrano’s misvormdheid duidelijk maar niet potsierlijk maakt.

Edmond Rostand schreef Cyrano de Bergerac in 1897 als romantisch spektakelstuk met 45 personages, en daarbij nog groepen volk, soldaten en zakkenrollers. Köroglu schrapte rigoreus en maakte er een relatiedrama voor drie acteurs van. Dat maakt het verhaal helder en geconcentreerd, maar toont onbedoeld ook een zwakke plek van het stuk: na het sterke begin bestaat het vooral lange dialogen vol spitsvondigheden en dubbele betekenissen. Dat gaat op den duur vervelen.

Daarbij heeft het decor een kille jaren-tachtig sfeer. Een serie luxaflex over de volle breedte van het toneel die tijdens scenewisselingen langzaam, elektrisch op en neer bewegen en de diepte van het toneel benadrukken. De belichting en de kostuums zijn uitgevoerd in wit, zwart en rood.

De afstandelijkheid in vormgeving en spel staat in opvallend contrast met de romantische inhoud van het verhaal. Daarmee lijken de makers de tragiek van de verspilde levens van Cyrano en Roxane te benadrukken. Dat werkt alleen niet, omdat de kijker te weinig sympathie voor de personages krijgt.

Het talent van de nog jonge Köroglu is al veel geprezen en dat is zeker niet onterecht. Hij heeft een eigen theatrale stijl en in zijn spelregie, met name bij Franssen, toont hij vakmanschap. Maar Cyrano is niet de voorstelling waarmee hij zijn belofte inlost.

Theater Cyrano van Theater EA. Gezien 10/2/06 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 25/2, tournee t/m 18/3. Meer info op www.theaterea.nl

Recensie: Vuur van De Nieuw Amsterdam

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 17:54 uur
tags: , ,

Yassoul is een Kutmarokkaan. Hij staat te zuigen en te treiteren en maakt hij het de politie lastig in een niet nadere genoemde Amsterdamse stadswijk. Echt gevaarlijk is hij niet: zijn misdaden bestaan vooral uit rondhangen op straat en ruzie maken met even opgewonden Nederlandse huftertjes. Intelligent doorziet hij het spel tussen opgehitste bevolkingsgroepen en gretig neemt hij de slachtofferrol op zich. “Het maakt niet uit wat ik doe. Ik ben niet deze Marokkaan, ik ben die andere. Die andere die jij al kende…”

Overigens wordt deze Marokkaan gespeeld door de Nederlandse acteur Egbert-Jan Weeber, bekend uit films als Van God los en Oesters van Nam Kee. Naast Weeber staat een opvallende groep acteurs op het toneel, een bonte verzameling soapies, filmsterren, televisiepresentatoren, toneelacteurs zowel van toneelscholen als van de eigen opleiding van De Nieuw Amsterdam (DNA) en een wijkagent die actief is in het amateurtheater.

Het was de acterende diender (Jack Druppers) die bij de multiculurele theatergroep DNA aanklopte met het idee voor deze voorstelling over de problemen tussen jonge Marokkanen en de politie. Cabaretier en scenarioschrijver Justus van Oel schreef op basis daarvan een opvallend poëtische tekst over de geïntegreerde Marokkaanse politieagent Anuar. Hij heeft problemen met zijn Nederlandse vrouw, zijn collega die af en toe een etter in elkaar slaat, zijn zus die een Nederlands vriendje heeft en zijn broertje Yassoul de Kutmarokkaan die het daar niet mee eens is. En dat allemaal op de dag dat Theo van Gogh wordt vermoord. Dat is nogal veel. Het lijkt alsof de makers alle maatschappelijke problemen in Nederland in een uur wilde proppen, maar vergeten er iets over te zeggen.

Daarnaast heeft Van Oel het de acteurs niet makkelijk gemaakt. De meeste spelers kunnen nauwelijks overweg met de monologen vol alliteraties, terzijdes en actuele grapjes. De rommelige regie van filmmaker Karim Traïdia laat de voorstelling ook wegdrijven van het centrale thema: de twijfel van Anuar over zijn positie als ingeburgerde allochtoon na de moord op Van Gogh. Karim El Guennouni is niet sterk genoeg om deze onzekerheid voelbaar te maken, en hij wordt ook al niet geholpen door het overbodige gebruik van video waarbij hij zijn tweestrijd aan de camera moet toevertrouwen in plaats van aan het publiek.

De enige die recht overeind blijft in deze topzware voorstelling is Weeber. Zijn priemende blik en scherpe tong hebben iets gevaarlijks. En gevaar is precies wat de rest van de voorstelling ontbeert.

Vuur van De Nieuw Amsterdam. Gezien 4/2 in de Engelenbak. Aldaar t/m 19/2, tournee t/m 31/3. Meer informatie op www.denieuwamsterdam.nl

Recensie: ‘Zeeuwse Nachten 1’ van het Volksoperahuis

Parool,recensies — simber op 22 augustus 2006 om 16:33 uur
tags: , ,

Er wordt de laatste tijd veel theater gemaakt over Nederland als land op drift. Voorstellingen als Paars (Growing up in Public), Nu (Annette Speelt) en de Mightysociety serie van Eric de Vroedt proberen de nationale identiteitscrisis te beschrijven. Aan dit (incomplete) lijstje kan nu het amusante Zeeuwse Nachten worden toegevoegd, waarin de twee oerhollandse helden Hans Brinker en het Zeeuws meisje zich afvragen wat er toch aan de hand is met het volk achter de dijk.

Brinker en het meisje worden gespeeld door Kees Scholten die vooral zingt maar ook acteert en Rogier Schippers die vooral acteert maar ook zingt. Een combo bestaande uit Jef Hofmeister, Dennis Stroucken en Kim Soepnel begeleidt hen en trekt uit hun accordeon, drums en contrabas even makkelijk een soulswinger als een levenslied. Want meer nog dan een verzameling sketches rond het thema Hollandse helden is Zeeuwse Nachten een serie alternatieve volksliederen voor een land in verwarring. Het mooiste daarvan is Mijn kleinste land ter wereld, een genadeloze parodie op 15 miljoen mensen van Fluitsma en Van Tijn en Het land van van Lange Frans en Baas B.

Niet alle liederen zijn even geslaagd. Als Schippers en Scholten zingen over jongens die dromen over de wilde vaart klinken ze als een poor man’s Acda en de Munnik. Een aantal scènes over het WK voetbal leveren leuke grappen op, maar worden wel erg cabaretesk.

Wat vooral opvalt is dat uit de puntige commentaren en poëtische observaties zo’n pessimistisch beeld van Nederland opdoemt. De makers bezingen vooral de hypocrisie, de kleinzieligheid en de klagerigheid van de Nederlander. Hans Brinker eindigt op de bodem van de Westerschelde. Het staat in contrast met de warme intimiteit die de voorstelling uitstraalt. Het Volksoperahuis is een gastvrij gezelschap en in het kleine theater De Cameleon is de bar ín de zaal. Voor het speciale huiskamergevoel ligt het hondje van bassiste Soepnel de hele voorstelling braaf achterop het podium.

Nee, volgens mij hebben Schippers en co het prima naar hun zin in Nederland. Daardoor overtuigt de gezelligheid van de voorstelling méér dan de inhoud.

Zeeuwse Nachten 1 van het Volksoperahuis. Gezien 5/1 in De Cameleon, nog aldaar te zien t/m 15/12, tournee t/m 31/3. Meer info op www.volksoperahuis.nl

Recensie: ‘Einde oefening’ van Watergat

Parool,recensies — simber op 22 augustus 2006 om 15:50 uur
tags: , ,

Drie mannen op een glimmend blauwe vloer. Een witte rechthoek geeft het speelveld aan. Rondom staan drie mannen. Ze zien er opvallend onopvallend uit. Bandplooibroeken en coltruien in aardetinten, uitgestreken gezichten. Het lijkt alsof er niets gebeurt. De mannen kijken naar elkaar. Soms naar de een, dan weer naar de ander. Soms loopt er een naar een andere plek om de anderen vanaf daar te bekijken.

Roy Peters behoort tot de jongere garde in de Nederlandse mime. Hij heeft weinig te maken met de slag- en stootmime van Bambie of de praatmime van Carver en Marien Jongewaard. Hij heeft meer gemeen met de uiterst abstracte esthetiek van Sanne van Rijn, met wie hij eerder succesvol samenwerkte. Beiden maken voorstellingen die meer beeldende kunst of dans zijn dan toneel.

De eerste scène duurt lang en lijkt bedoeld om het publiek in een meditatieve staat te brengen. Als de mannen plotseling gaan liggen voelt dat als een enorme gebeurtenis. Tijdens de rest van de voorstelling zien we ze liggen en in slow motion weer opstaan, doelgericht rondlopen en geometrisch dansen. Soms op muziek, soms in stilte, soms op apocalyptische teksten van horrorauteur Thomas Ligotti, verteld door een gecomputeriseerde stem.

Daarbij dwingt de techniek van de performers (Jakop Ahlbom, Andreas Scharfenberg en Melih Gençboyaci) bewondering af. De minimalistische bewegingen zijn gracieus en licht en lijken uiterst gecontroleerd.

Peters’ beeldentaal is mooi maar beknopt. De vormgeving is precies, glad en leeg. De toeschouwer krijgt daardoor veel ruimte voor eigen associaties. Mededogen en eenzaamleid lijken thema’s. De titel lijkt te verwijzen naar de dood. Hoewel de spelers aan het eind steeds dichter bij elkaar komen, raken ze elkaar gedurende de voorstelling geen moment aan. De voorstelling eindigt in een aantal opeenvolgende eindbeelden, op muziek van Messiaen. Het zijn beelden van eenzaamheid, maar ook van troost.

De hoge abstractiegraad maakt de voorstelling niet eenvoudig toegankelijk, maar de schoonheid van de beelden en de perfectie van de uitvoering maken het een genoegen om naar te kijken.

Einde oefening van Watergat. Regie: Roy Peters. Gezien, 13/1 in de Rotterdamse Schouwburg. 17 t/m 20/1 in Frascati, tournee t/m 9/2. Meer informatie op www.watergat.nl

Recensie: Petits Crimes van Bos Theaterproducties

Parool,recensies — simber op 22 augustus 2006 om 15:47 uur
tags: ,

Als ze applaus halen maken Angela Schijf en Daan Schuurmans niet alleen een buiging naar de zaal, maar ook naar elkaar. Geen omhelzing, geen zoen, maar een buiging. Het tekent de afstandelijkheid tussen haar, de voormalige soapie die van Jan Decleir acteren leerde en hem, het toneelschooltalent met de filmcarrière en het pretty boy imago.

Ze spelen een getrouwd stel waarvan de man na een ongeluk zijn geheugen kwijt is. Gretig vertelt zij hem wie hij eigenlijk is. Een thrillerschrijver die ook schildert en ervan houdt om met haar te shoppen voor schoenen en met wie ze veel sex heeft. Het klinkt te mooi om waar te zijn. Is zij wel zijn vrouw? En hij blijkt zich ineens nog wel details te herinneren over hun huwelijkreis. Is hij echt z’n geheugen kwijt of doet hij maar alsof?

Amnesie is een gevaarlijk middel voor een schrijver. De originele invalshoeken zijn allemaal gebruikt, wat overblijft zijn clichés. De populaire Franse auteur Eric-Emmanuel Schmitt had eerder in Nederland succes met het stuk Enigma Variaties. Vorige week ging Meneer Ibrahim en de bloemen van de koran met René Groothof in première. Petits Crimes is echter een knoeiboel. De zouteloze plot is halverwege uitgespeeld en spelers en publiek blijven radeloos achter met een onbegrijpelijk relatiedrama vol gemeenplaatsen over liefde en vertrouwen. Niettegenstaande het label ‘zwarte komedie’ dat het stuk meekrijgt valt er maar weinig te lachen.

Schijf en Schuurmans doen hun best, maar zijn als acteurs toch net een maatje te klein om ondanks het materiaal te schitteren. Maar wat wil je ook met zinnen als: “Diep van binnen haatte ik dat boek, zonder het te beseffen”, of: “Wat je in de liefde deelt is niet de waarheid, maar het mysterie.” Beiden zijn veel te jong zijn voor de rollen die Schmitt schreef en ze zijn buitengewoon onflatteus gekleed. Hij in een studentikoze ribblazer, zij in een rare paarse pofbroek met een ouwelijke mantel.

Toch valt vooral het gebrek aan chemie tussen de twee sterren op. Als ze tegen elkaar mogen bitsen of worstelen om de stofzuiger zijn ze sympathiek en aandoenlijk, maar de verscheurende liefde die de personages toch ook voor elkaar voelen wordt geen moment geloofwaardig.

Ach, de voorstelling zal zijn weg wel vinden naar een jong publiek dat de spelers kent van film en televisie. Maar met een beetje meer aandacht voor stukkeuze, casting en acteursbegeleiding heeft zulk glamourtoneel veel meer potentie.

Toneel Petits Crimes van Bos Theaterproducties. Gezien 18/1/06, Leidse Schouwburg. Nog te zien 4 t/m 6/4 in Bellevue, tournee t/m 29/4. Meer informatie op www.bostheaterproducties.nl

Recensie: ‘Crave’ van Sarah Kane door Teatro

Parool,recensies — simber op 22 augustus 2006 om 15:43 uur
tags: , , , , ,

Theatermaker Marcus Azzini heeft een voorkeur voor pessimistische schrijvers. Hij regisseerde werk van notoire zwartkijkers als Camus en Pasolini. Nu maakt hij Crave van Sarah Kane. Neerslachtigheid is hem echter zeker niet te verwijten. Eerder hoort hij -met Lotte van den Berg, Jetse Batelaan en Boukje Schweigman- bij een generatie kunstenaars die je kan aanduiden met de term Nieuwe Naïeven. Jonge makers die een afkeer hebben van cynisme en in het volle besef van de hardheid van de wereld op zoek zijn naar oprechte liefde en zuiverheid.

In Crave doet Azzini dit op indringende wijze. Vier acteurs staan in een klinische, opengewerkte zeecontainer, belicht door tl-buizen. Ze richten zich direct tot het publiek. Er is geen plot, nauwelijks herkenbare personages. De acteurs, op blote voeten en met net te weinig kleren aan, zijn kwetsbaar en erg dichtbij.

Ze praten in flarden tekst, soms even dialoog, dan weer one-liners en losse woorden. Het gaat over overspel, bindingsangst, pedofilie, maar vooral over de hunkering naar liefde. Sanne den Hartogh trekt eerst laag over laag kleren aan, wel drie broeken, een dozijn truien, een sjaal en een muts. Pas als hij ingepakt is als een Michelin-mannetje kan hij zich uiten. Hij houdt een hartverscheurende monoloog, een roep om genegenheid, om iemand om koffie mee te drinken, om iemand wiens geur vertrouwd is. Maar ook in deze schreeuw zit al angst voor pijn en teleurstelling.

Auteur Sarah Kane pleegde in 1999 op 28-jarige leeftijd zelfmoord. De vijf stukken dat ze naliet worden nog regelmatig gespeeld, maar hebben al iets gedateerds. De wereld is groter geworden na 11 september 2001 en in een wereld die het druk heeft met de botsing der beschavingen is een blik zo diep in een schrijversziel opvallend naar binnen gekeerd.

Kane’s zelfmoord plaatst een onuitwisbaar stempel op dit stuk. De personages praten over de dood als optie en over het licht waar ze naartoe willen. Bij de schrijfster hebben de angst en de wanhoop het gewonnen van de liefde. Regisseur Azzini en zijn acteurs doen een dappere poging om de pijn ten goede te keren, maar falen. De zwartgalligheid van het stuk laat zich niet temmen door naïviteit.

Aan het eind van de voorstelling staan de acteurs vooraan de container, hun tenen net over de rand. Ze staan klaar om te springen. Springen ze het leven in? Je hoopt het, maar je weet: ze gaan het flatgebouw af.

Theater Crave van Sarah Kane door Teatro, regie: Marcus Azzini, spel: Astrid van Eck, Sanne den Hartogh, Kirsten Mulder en Stefan Rokebrand, scenografie: Dries Verhoeven. Gezien 21/1 in de Brakke Grond. Aldaar t/m 28/1, tournee t/m 17/3. Meer info op www.teatro-online.nl

Recensie: Toen ’t licht verdween van Toneelschuur Produkties

Parool,recensies — simber op 22 augustus 2006 om 15:39 uur
tags: , , ,

Diva’s zijn er in soorten en maten. Annie Bos was een beetje plomp en mollig, met een rond gezicht, warrige krullen en expressieve ogen. Naar huidige Hollywood-maatstaven geen beauty, maar Annie was een superster uit de begindagen van de film, in de jaren tien van de vorige eeuw. En Amsterdamse die in maar liefst 49 zwijgende films speelde die succes hadden in België, Duitsland en Oostenrijk. In de jaren twintig is het plotseling gedaan met haar carrière. Ze trouwt met een notaris en wordt langzaam vergeten.

Drie cinefielen (Bart Oomen, Stefan Ram en Céline Linssen) maakten over Bos de liefdevolle voorstelling Toen ’t Licht Verdween, waarin Willeke van Ammelrooy de oudere actrice speelt kort voor haar dood in 1975. Ze speelt met autoriteit, vooral als ze een lesje camera-acteren geeft met de meespelende cameravrouw. Film-acteren is een technische bezigheid, vindt Bos: “Je staat je aan te stellen voor een of ander mechanisch apparaat. Film is als een pashokje zonder spiegel.”

Techniek speelt een grote rol in de voorstelling: de technici die de filmbeelden en muziek regelen zitten nadrukkelijk vóór op het podium. Beelden uit Bos’ films worden geprojecteerd en vermengd met live beelden van Van Ammelrooy. Dat is vaak rommelig en soms heel lelijk. Ook het decor, dat met een aantal jaren zeventig attributen waarschijnlijk een tijdsbeeld moet aangeven, leidt alleen maar af van de hoofdzaak: de filmfragmenten en de anekdotes die erbij horen. Op de momenten dat die de ruimte krijgen gaat de voorstelling vliegen. Zoals wanneer Bos vertelt over haar vaste scherm-partner Adelqui Migliar: “Ik was getrouwd met hem, ik verleidde hem of ik verliet hem; dat waren zo’n beetje de mogelijkheden.”

Overigens moeten we bij haar films niet al te hoogstaande verwachtingen hebben: meer Johan Nijenhuis dan Mark de Cloe zeg maar. Pas helemaal aan het eind als Bos vertelt over haar tijdgenoten, zoals de Italiaanse filmster Francesca Bertini, snap je ineens de kwaliteit van Bos. Op beelden van Bertini blijkt die een archetypische stomme-filmactrice: met rollende ogen en gebalde vuisten slingert ze de emoties de camera in. Bos toont juist een mooi en onschuldig naturel.

Al met al is het een voorstelling waar het nodige op aan te merken is, maar die toch de moeite waard is door de oprechte bewondering van de makers voor het onderwerp en door de overtuigingskracht van Van Ammelrooy. En voor wie deze kennismaking naar meer smaakt: het Filmmuseum organiseert tussen 26/1 en 8/2 een programma met films van Annie Bos.

Toen ’t licht verdween van Toneelschuur Produkties. Gezien 11/1 in de Toneelschuur. Tournee t/m 4/2. 31/1 en 1/2 in Theater Bellevue. Meer info op www.toentlichtverdween.nl

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity