Boekrecensie: ‘Herinneringen van een regisseur’ van Erik Vos

boekrecensies,Parool — simber op 15 juni 2014 om 19:15 uur
tags:

Toneel regisseren doet hij niet meer. De inmiddels 85-jarige Erik Vos is sinds een paar jaar met pensioen, maar op andere vlakken gaat de productie door. Hij schreef twee lijvige boeken over acteerimprovisaties en toneelrepetities (respectievelijk De hele wereld is toneel (2005) en De wereld van transformaties (2008)), die vooral bedoeld leken voor vakgenoten en nu is er Herinneringen van een regisseur, dat een groter publiek zou moeten kunnen aanspreken.

Herinneringen bestaat uit beschrijvingen van de repetitieprocessen van vijf voorstellingen op evenzovele plekken: van Shakespeare’s Antonius & Cleopatra in een verzengend heet Kansas City in de VS tot Oidipous van Sophokles, de afscheidsvoorstelling bij het door hemzelf opgerichte gezelschap De Appel in Den Haag.

Onnadrukkelijk geeft Vos in zijn inleiding zijn motto: “Opvallend is dat de auteurs die ik de revue laat passeren aan het eind van hun leven er plezier in lijken te hebben twijfel te zaaien over de aard van hun schepping.”

Dat gaat natuurlijk ook over zijn eigen boek. Zijn het nou memoires, een inkijkje in een werkmethode of een regiedagboek? En dan worden de hoofdstukken over de voorstellingen ook nog eens steeds afgewisseld met rijk geïllustreerde beschouwingen over beeldend kunstenaars als Picasso, Francis Bacon en Alechinsky. Het geeft niet; steeds is er het de blik van Vos die de onderwerpen samen brengt in zijn zoektocht naar ritme, droombeelden en de vervormde verdubbeling van de werkelijkheid die kunst altijd is.

Het smeuïgst zijn natuurlijk de repetitieverslagen, vol confrontaties met bokkige diva’s, luie muzikanten en bureaucratische theaterorganisaties. Steeds weet Vos vastgeroeste patronen te doorbreken en acteurs warm te maken voor zijn op improvisaties gebaseerde werkwijze. Nu eens staat hij in zijn onderbroek voor een moeilijk tot acteren te bewegen Russische tenor, dan weer gaat hij kijken in een Duits kostuumatelier, waar tot dan toe geen regisseur zich heeft vertoond.

En naast die succesverhalen is het ook goed om te lezen, dat het soms helemaal niet lukt, zoals bij het totaal uit de hand lopende maakproces van Trilogie van het zomerverblijf in Berlijn, waar Vos uiteindelijk zijn koffers moet pakken.

Toneel is een meedogenloze kunst: als je niet meer speelt of regisseert is je werk weg en niet meer terug te halen. Hoewel Erik Vos een grote inspiratie is geweest voor generaties theatermakers in Nederland, heeft zijn stijl niet echt school gemaakt. Zijn belang zit juist in het mede ontwikkelen van nieuwe manieren van werken voor het toneel: losser, vrijer en minder hiërarchisch dan in de jaren zestig. Herinneringen van een regisseur is geschreven door iemand die dat proces belangrijker vindt dan het resultaat.

Herinneringen van een regisseur van Erik Vos. Uitgeverij ITFB. 338 pagina’s

Verslagje Opening Theaterfestival

“Mark Rutte, neem een voorbeeld aan je Franse collega Sarkozy, trouw met een actrice! Meer sex tussen politici en kunstenaars.” In de Stadsschouwburg werd gisteravond het Nederlands Theaterfestival, waarin de beste voorstellingen van het afgelopen seizoen nog een keer te zien zijn, geopend met de traditionele speech ‘De staat van het theater’.

Normaalgesproken wordt die uitgesproken door een oudere prominent (Pierre Audi, Liesbeth Colthof, Joop van den Ende waren eerdere sprekers), maar dit jaar gaf festivaldirecteur Jeffrey Meulman het woord aan drie theatermakers van rond de dertig: Jeroen De Man (van theatergroep De Warme Winkel), Walter Bart (van Wunderbaum) en Ilay den Boer.

Wie hoopte dat dat tot een gemeenschappelijk generatie-statement of een theatrale lezing zou leiden, kwam bedrogen uit. Het werden, na een korte gezamenlijke inleiding, drie speeches van drie jonge mannen achter het katheder – wat onvermijdelijk tot onderlinge vergelijking uitnodigde. De Man blikte terug op onze roerige tijden vanuit het honderdjarig jubileum van Aktie Tomaat in 2069 en schetste een toekomst waarin Toneelgroep Hologramsterdam geurloos theater maakt, maar besloot serieuzer met een pleidooi voor kunstenaars die misschien wel briljant zijn, maar niet handig zijn in verkooppraat en cultureel ondernemerschap.

Den Boer pleitte voor een theater dat net zo belangrijk is voor haar publiek als voetbalclubs voor hun trouwste supporters. Hij schetste een mooi beeld, maar in de uitwerking stelde zijn verhaal teleur, met grote statements over dé beleidsmakers, hét theater, en dé doelgroepen dat met de daadwerkelijke problemen van het (gesubsidieerde) theater weinig van doen had.

Het was Walter Bart die met een onnavolgbare lijst van 37 “waarheden, vragen en mogelijke oplossingen” het verzamelde theatervolk een opwindende impuls gaf. Hier stond een kunstenaar die nu een paar jaar beleidsgereutel, crisisretoriek en politieke bemoeienis had doorstaan en er een even absurd als lucide artistiek antwoord op gaf. “Shakespeare is niet de weg uit de crisis.” “Kunstenaars stellen zich niet afhankelijk op, wij ZIJN afhankelijk.” En: “We moeten onze halfdooie democratie de genadetrap geven en op zoek gaan naar nieuwe samenlevingsvormen. Theater is een samenlevingsvorm!”

De drie statements waren samen veel te lang, niet al te coherent en onderling tegenstrijdig. En daarmee misschien toch weer een heel duidelijk generatieportret.

Eerder op de avond werd de Erik Vos Prijs voor aanstormend regietalent door de naamgever zelf uitgereikt aan Alexandra Broeder. Broeder krijgt de prijs voor haar confronterende werk, waarin ze kinderen van hun meest duistere kant laat zien en zo de geaccepteerde verwachtingen van het gedrag van kinderen ter discussie stelt. “De theatrale wereld die Broeder voorspiegelt, is daardoor fascinerend, zinnenprikkelend en verontrustend”, schreef de jury. Broeder was blij dat haar werk compromisloos en onveilig wordt genoemd: “Kijken mag bij mij nooit veilig zijn.”

Arthur Japin, de voorzitter van de jury die de selectie voor het festival heeft gemaakt, vertelde kort over zijn belevenissen in het afgelopen theaterseizoen en dankte de aanwezige makers voor hun passie en doorzettingsvermogen in het licht van de “beschimping” en “minachting” die de kunstsector de afgelopen jaren over zich heen heeft gekregen.

Het Nederlands Theaterfestival duurt nog t/m 9/9. Meer info op www.tf.nl

Recensie: ‘De Kersentuin’ van Het Nationale Toneel

Ze rinkelen onder haar rokken, de sleutels van het landgoed. Warja, de verwelkende jonge vrouw die voor haar lichtzinnige stiefmoeder Ljoebowa het landhuis met de beroemde kersentuin bestiert, draagt ze aan een grote ring, tekenend voor zowel haar taak maar ongewild ook voor haar moeizame liefde voor de bevriende koopman Lopachin.

Het is een mooie vondst van regisseur Erik Vos, ooit oprichter van De Appel. Tachtig jaar is hij inmiddels en dat hij een zo grote Tsjechov-regie op zich heeft genomen is een evenement op zich. Zoals te verwachten biedt Vos degelijk teksttoneel. Dit is het soort voorstelling waarin een personage dat zegt ‘Ik heb een rood vest aan en gele schoenen’ ook daadwerkelijk een rood vest en gele schoenen draagt. Wie daardoor niet wordt afgeschrikt ziet mooi acterwerk in een ambachtelijke repertoirevoorstelling, die echter weinig ontroert.

Vos neemt bij deze regie zijn persoonlijke ervaring mee: twee jaar geleden moest hij zijn huis op het platteland van Frankrijk verkopen en voelde hij zelf de pijn en de breuk van het definitief afsluiten van het verleden. Want daar gaat deze Kersentuin over. Als Ljoebowa na jaren terugkeert uit Parijs zijn de schulden torenhoog opgelopen, het landgoed zal op een veiling worden verkocht. Lopachin weet een oplossing: bouw zomerhuisjes voor de opkomende stedelijke burgerij. Maar daarvoor zal de kersentuin gesloopt moeten worden en dat is onbespreekbaar.

In een zandkleurig decor met veel gedrapeerde doeken en stoffen huisjes die soms in de kap verdwijnen wordt vooral de lichtheid van Tsjechov’s stuk benadrukt. Bijpersonages hebben een pop in de vorm van hondje, doen goocheltrucs, struikelen steeds of vallen plotseling in slaap. Tegen die achtergrond van vaudeville en clownerie moet de tragiek komen van Hubert Fermin als Ljoebowa’s broer (die een mooie scène heeft met een ouwe kast) en Stefan de Walle’ krachtige rol van Lopachin, maar vooral van Betty Schuurman’s Ljoebowa die tegelijkertijd belachelijk en meelijwekkend is.

Maar de twee uiteinden van kluchtige humor en ontroering die Vos zocht versterken elkaar in deze voorstelling niet. Geen van beide wordt echt dóórgezet en dat maakt De Kersentuin merkwaardig vlak en onbevredigend. Ieder moment van verstilling en contemplatie wordt weer doorbroken door grootschalige mis-en-scène of een nieuwe grap.

Slechts één personage wordt echt aandoenlijk en dat is Warja, door Anniek Pheifer erg mooi gespeeld op de rand van wanhoop en berusting. Als de kersentuin op de veiling blijkt te zijn gekocht door Lopachin smijt ze de sleutelring voor zijn voeten, minachtend én bevrijd. Later staan ze nog één keer tegenover elkaar, een laatste poging om er toch nog een huwelijksaanzoek uit te persen. Maar het is, zoals altijd bij Tsjechov, te laat.

De Kersentuin van Het Nationale Toneel. Gezien 14/11 in Den Haag. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 26-30/12/09. Meer info op www.nationaletoneel.nl

Recensie: Maria Stuart van Het Nationale Toneel

Het is een Haags onderonsje de komende drie weken in Het Compagnietheater. Het Nationale Toneel vroeg Erik Vos, de inmiddels 77-jarige oprichter van het andere Haagse gezelschap, De Appel, voor de regie van Maria Stuart van Friedrich Schiller. Van zo’n combinatie moet je geen hemelbestormend toneel verwachten, maar juist omdat deze voorstelling in al zijn degelijkheid zo goed wordt uitgevoerd -een klassiek stuk zonder veel franje gespeeld door uitstekende acteurs- levert het een zeer aangename toneelavond op.

Maria Stuart is de katholieke koningin van Schotland die door de protestantse koningin Elisabeth I van Engeland gevangen is gezet op verdenking van samenzwering tegen de kroon en het bekokstoven van een moordaanslag op de vorstin. Hoewel er naast deze twee nog andere personages zijn, gaat het stuk volledig over de strijd tussen de twee koninginnen. In andere uitvoeringen worden ze vaak als tegenpolen neergezet -Elisabeth als de oude, ongetrouwde machtspolitica, Maria als jonge, mooie rebel-, maar Vos lijkt vooral de overeenkomsten tussen de twee te willen benadrukken.

Beiden zijn boos en angstig, maar proberen tegen de ander een schild op te bouwen. Elisabeth dat van fiere majesteit, Maria van verbeten zelfrechtvaardiging. Will van Kralingen speelt Elisabeth juist niet kuis, maar als een tikkeltje vermoeide majesteit, even seksueel als Maria. Mirjam Stolwijk speelt Maria op haar beurt als gekooid dier, krachtig en expressief, maar met nogal overdreven mimiek. De koninginnen dragen rood en wit, terwijl de andere acteurs theatrale kostuums in gedekte, donkere tinten dragen.

Het decor bestaat uit diagonale lijnen in grijs op het achterdoek en op de naar achter oplopende vloer met draaischijf, waarop de acteurs in iedere scène nieuwe constellaties van houten stoelen neerzetten. Af en toe biedt dat een mooi plaatje, maar meestal leidt het af. De acteurs zijn goed genoeg om ook in een lege ruimte volledig tot hun recht te komen. Hubert Fermin en Wim Meuwissen zijn een mooi koppel als havik en duif in de kring rond Elisabeth, Stefan de Walle als haar vertrouweling Leicester is scherp en sensitief.

Het stuk is voor hedendaagse toeschouwers misschien iets uit balans: het heeft te veel intrige (over de samenzweringen en de machtsspelletjes aan het hof) en de kern van de zaak, de confrontatie tussen Elisabeth en Maria -in deze voorstelling een prachtig spannende scène-, komt te vroeg en duurt te kort. Bovendien gebruikt deze voorstelling de inmiddels nogal ouderwetse vertaling van Gerrit Kouwenaar, waarin het retorische venijn te zeer wordt gladgestreken. Het wordt echter goedgemaakt door de présence van Van Kralingen en Stolwijk.

Theater Maria Stuart van Het Nationale Toneel. Regie: Erik Vos. Gezien 6/12/06 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 23/12, tournee t/m 13/1/07. Meer info op www.nationaletoneel.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity