Voorbeschouwing Dertien Rijen

overig,Parool — simber op 28 mei 2008 om 21:23 uur
tags: , , , ,

Het is geen gezelschap, geen voorstelling en geen festival, maar toch staat het vanaf morgen drie weken lang in theater Frascati in de Nes: Dertien Rijen. Gedurende die tijd zullen theatergroepen ’t Barre Land en Discordia, aangevuld met vrienden en gasten Frascati 1 in bezit nemen en voorstellingen en late-night specials spelen. Tussen het opbouwen van het decor ’s middags en verder repeteren ’s avonds hebben Vincent van den Berg van ’t Barre Land en Annet Kouwenhoven van Discordia even tijd voor een gesprek.

Voor je het weet ben je met deze toneelspelers verzeild geraakt in een discussie over het opvoeren van Brecht, het repertoire in Parijs in de jaren ’30 en toneelstukken over toneelspelers. Zowel Discordia als ’t Barre Land zijn dan ook geen groepen waarin de regisseur een stuk uitkiest en de acteurs dat keurig uitvoeren. Dit zijn toneelcollectieven waarin de stukkeuze, bewerking, decor, techniek en uitvoering een gezamelijke verantwoordelijkheid zijn waarin de verschillende elementen steeds in elkaar overlopen.

“We gingen op zoek naar zogenaamde ‘backstage comedies’”, vertelt Kouwenhoven: “toneelstukken die gaan over de wereld achter het toneel. Molière schreef er een (l’Impromtu de Versailles) die gaat over toneelspelers die zitten te wachten op de koning. De Franse schrijver Jean Giraudoux bewerkte dit in de jaren ‘30 voor zijn eigen toneelgezelschap. De namen van de personages zijn dan ook de namen van de acteurs van zijn troupe.”

“Onze voorstelling Impromptu is gebaseerd op dit stuk, maar weer versneden met andere stukken, Intermezzo –ook weer van Giraudoux- en Colombe van Anouilh. Die laatste is uit de jaren vijfig en lijkt een burleske komedie, maar eigenlijk is het een stuk over vrouwenemancipatie.” Kouwenhoven is niet bang voor eventuele verwarring bij het publiek: “De plots van die stukken zijn zo overdreven geconstrueerd, het is sowieso niet nodig om die te begrijpen. Het zijn slechts vervoermiddelen, het eigenlijke onderwerp is het spelen van de voorstelling. We zijn nu in de repetities aan het uitzoeken hoe wij het ook weer commentaar op ónszelf kunnen maken.”

Maar wat is Dertien Rijen nou eigenlijk precies? “Dertien Rijen is een samenwerkingsverband tussen verschillende kleinere toneelgroepen,” verklaart Van den Berg: “’t Barre Land en Discoria zijn de gangmakers, en Dood Paard en Vlaamse groepen zoals Stan en De Roovers doen vaak mee. Wij vinden dat ook in de kleine zaal ensemblevorming mogelijk moet zijn, niet door één grote supergroep te maken, maar over de gezelschappen heen. Al die afzonderlijke gezelschappen zijn klein en de schaal van hun voorstellingen is steeds hetzelfde.”

“Wij merken dat het heel andere dingen oplevert als je met heel veel mensen op de vloer staat. En daarnaast is het heel goed om jouw manier van werken te confronteren met die van anderen. Er wordt nu al veel gecoproduceerd, maar dat is altijd ad-hoc. Wij willen werken aan repertoireopbouw en stijlontwikkeling, terwijl we expertise en hardware kunnen delen.”

Volgens Kouwenhoven moet die samenwerking nog ruimer worden: “Het moet in de loop der tijd groter worden, maar dat is een kwestie van tijd en middelen. Maar uiteindelijk moeten allerlei soorten acteurs kunnen inhaken, ook van Toneelgroep Amsterdam. Maar we willen het niet te veel op voorhand plannen.”

Naast Impromtu zijn er late-night specials. Na de voorstelling zijn er bandjes en Barre Land-acteur Martijn Nieuwerf zal de eerste schetsen tonen van zijn voorstelling over Bob Dylan. Van den Berg erkent dat het soms lastig is voor de theaters om met zo’n minimale planning te werken: “Er komt toch een hele kermis binnen. Dat kan alleen als er geschiedenis is. Maar er kan vaak veel meer dan je verwacht. Je moet er soms hard voor vechten, maar het kan wel. Zolang je maar niet hoeft te werken binnen kantoortijden.”

Dertien Rijen: 29/5 t/m 14/6. Meer info op www.dertienrijen.nl

Fusie Frascati en Gasthuis

nieuws,Parool — simber op 11 september 2007 om 22:28 uur
tags: , , ,

Het Amsterdamse theater Frascati in de Nes en theaterwerkplaats Gasthuis in Oud West gaan per 1 januari 2008 fuseren. Mark Timmer (40), nu artistiek leider van het Gasthuis, gaat de nieuwe organisatie leiden. De huidige directeur van Frascati, Nan van Houte (52), neemt na vijftien jaar afscheid.

Volgens de twee instellingen is de fusie geen verstandshuwelijk, maar een logisch gevolg van de toegenomen samenwerking in de afgelopen jaren. “We delen dezelfde ideeën over theater en de interessante ontwikkelingen daarin”, aldus Van Houte: “Veel theatermakers stromen nu na een traject bij het Gasthuis door naar het productiehuis en podium van Frascati.”

“We moeten niet van de overheid en het gaat ook niet om bezuinigen”, benadrukt ook Timmer: “Je merkt echter dat theatermakers de afgelopen jaren steeds veelvormiger zijn gaan werken. Ze hangen niet aan één genre of plek of circuit. Maar juist die mentaliteit vraagt grotere, flexibele organisaties om dat allemaal mogelijk te maken.”

“Door de schaal van onze organisaties kunnen we nu bijvoorbeeld niet goed internationaal werken,” vult Van Houte aan: “Door schaalvergroting hopen we buitenlandse tournees van onze makers beter te kunnen begeleiden en meer internationaal aanbod naar Amsterdam te kunnen halen.”

De nieuwe organisatie zal de twee huidige locaties behouden, maar de profielen verscherpen. Het Gasthuis wordt een centrum voor onderzoek en ontwikkeling waar kunstenaars zonder veel beperkingen kunnen pionieren. Frascati wordt het publiekspodium met een sterke binding met de stad, waar bezoekers kennis maken met eigentijdse voorstellingen. Timmer: “Omdat de organisaties elkaar zo goed aanvullen kunnen we ze zonder grote gevolgen voor het personeel in elkaar schuiven”

De programmering van Frascati zal wel veranderen. “Er zullen meer eigen producties komen te staan” zegt Timmer, “Maar ik wil ook scherpere keuzes maken in de groepen die hier te gast zijn. We willen iets minder gezelschappen steviger neerzetten in de stad, met meer context, nagesprekken en dergelijke”.

Hoewel Van Houte vertrekt is  ze nog zeer enthousiast is over de plannen: “Ik hoop en verwacht dat Frascati hét experimentele podium van de stad zal blijven. Mark Timmer is een zeer geschikte opvolger. Hij heeft oog voor interessante mensen en heeft makers als Jetse Batelaan, Laura van Dolron en Ivana Müller voor langere tijd aan het Gasthuis weten te binden.”

Wat ze zelf gaat doen weet Van Houte nog niet: “Ik probeer het nog even niet te weten. Maar er staat binnenkort veel te gebeuren in de podiumkunsten. Er valt voor mij wel weer een stoeltje vrij.”

Recensie: ‘Drakengebroed’ van Het Nationale Toneel & ‘Verdammt ich lieb dich’ van Dame Jeanne

Dit weekend spelen er twee voorstellingen over Ulrike Meinhof in de stad. Geen van beide brengt ons dichterbij de beweegredenen van de in 1976 gestorven RAF-terroriste, maar samen belichten ze een interessant generatieconflict.

Op initiatief van actrice Marie-Louise Stheins schreef Gerardjan Rijnders een stuk over de tweelingdochters van Meinhof, die elkaar na lange tijd ontmoeten in een hotelkamer. Het zijn de hersens van hun moeder -na jaren van geheim onderzoek teruggegeven aan de familie om begraven te worden- die ze bij elkaar brengen.

De vrouwen, Bettina (Stheins) en Regine (Antoinette Jelgersma), hebben ogenschijnlijk weinig gemeen. Bettina is harde journaliste, Regine is van de yoga. Hun moederbeeld leidt al snel tot conflicten: Regine vindt Bettina laf omdat ze weigert te erkennen dat ze van haar moeder houdt, Bettina verwijt haar weer dat ze te weinig oog heeft voor het leed dat Meinhof hen en anderen heeft aangedaan.

De actrices zijn duidelijk niet gewend aan de typische Rijnders-taal, vol woordgrapjes, herhalingen en niet-afgemaakte zinnen. Toch wekken ze sympathie met hun gekibbel en hun vruchteloze toenaderingspogingen, ondanks het wat kabbelende verloop van de voorstelling. Het decor blijkt op het laatst nog een grimmig subtiel grapje te bevatten. De hotelkamer waar het stuk zich afspeelt heeft hetzelfde nummer als Ulrike’s gevangeniscel.

Die cel van Meinhof is de plaats van handeling van de voorstelling Verdammt ich lieb dich van theatermaker Anna Rottier. Hier verschijnt Ulrike Meinhof zelf op het toneel, gespeeld door Mariëtte Zabel. Rottier schreef een stuk over Meinhof’s gevangenschap en een fictieve relatie met een vrouwelijk cipier, gespeeld door Elsje de Wijn. De confrontatie tussen de ingetogen spelende Zabel en de opgeruimdheid van De Wijn -beiden in hippe merkkleding- is mooi om naar te kijken, maar de tekst is te zwak om lang te boeien.

Het decor bestaat uit een paar stellingkasten vol met keurig opgestelde flesjes Spa Blauw, pakken melk, koffie en Pickwick thee. Midden in de voorstelling laten de acteurs onbesuisd de kasten instorten. Het terrorisme uit de jaren ’70 weergegeven als kattekwaad in de supermarkt. Dat is misschien lichtzinnig, maar verduidelijkt effectief de aantrekkelijkheid van de revolutionairen van die tijd.

Het fijne geluidsdecor van William Bakker is al even inventief. Hij combineert schlagers, krautrock en radioreclames, waarin we de stemmen van toneelacteurs als Cees Geel en Hans Kesting herkennen. Ook kunstenaars kunnen zich tegenwoordig blijkbaar niet onttrekken aan de consumptiemaatschappij, waar Meinhof tegen streed.

Rijnders is een generatie ouder dan Rottier. Voor hem is Meinhofs gedachtegoed nog verdedigbaar, maar haar daden zijn dat niet. In Rottier’s voorstelling blijkt haar wereldbeeld volkomen achterhaald, maar juist haar status als symbool voor aantrekkelijk geweld blijft staan.

Theater Drakengebroed van Het Nationale Toneel. Gezien 9/11 in Bellevue, aldaar t/m 12/11. Meer info op www.nationaletoneel.nl; Verdammt ich lieb dich van Dame Jeanne en Productiehuis Frascati. Gezien 4/11 in Frascati, aldaar t/m 11/11, meer info op www.theaterfrascati.nl

Gezien: Een Bijzonder Goede Vrijdag

Theatermaker,verslagjes — simber op 28 augustus 2006 om 18:44 uur
tags: , , , ,

Gezien: Een Bijzonder Goede Vrijdag
14 april 2006, in en rond het Gasthuis en DWA, Amsterdam

Eigenlijk is Een Bijzonder Goede Vrijdag een festival van één dag. De dag is een initiatief van de vier werkplaatsen en productiehuizen in Amsterdam: Produktiehuis Frascati, Hetveem Theater, Gasthuis en Danswerkplaats Amsterdam (DWA). Na eerdere halfslachtige pogingen op het festival Septemberkoninkjes presenteren de theaterlaboratoria van de stad nu voor het eerst werk van hun kunstenaars in onderlinge samenhang. Op één vrijdagmiddag en -avond werden zeven presentaties getoond.

Het is een buitengewoon lovenswaardig initiatief, alleen al om praktische redenen. Het is heerlijk om als professionele theaterbezoeker die weinig tijd vindt om de werkplaatsproducties bij te houden (zoals ondergetekende) om na één dag weer even helemaal bij te zijn. Daarnaast lijkt deze formule ook aantrekkelijk voor een iets breder theaterpubliek, dat nieuwsgierig is naar work in progress van jonge makers.

Het aanbod aan podiumkunsten op deze dag is uiteenlopend: van de onopvallend poëtische dans van Nora Heilmann tot de absurdistische praatmime van Jef van Gestel en van een cabareteske monoloog van José Klaase tot een iPod-installatie van Petra Ardai, alle disciplines en vermengingen zijn vertegenwoordigd.

Hoewel de makers werkzaam zijn bij vier verschillende instellingen lijkt er niet echt sprake van ‘bloedgroepen’. Dat heeft enerzijds te maken met het gebrek aan een heldere artistieke signatuur van de verschillende werkplaatsen, maar ook met de pragmatische instelling van de jongste generatie podiumkunstenaars. Hun werk is vanzelfsprekend multidisciplinair en ze werken waar ze terecht kunnen. Het onderscheid van de werkplaatsen naar discipline (Gasthuis voor toneel, Hetveem voor mime, DWA voor dans en Frascati voor multimedia en multiculti) voelt op deze vrijdag nogal achterhaald.

Het pragmatisme van de makers leidt ook tot projecten waarin niet zozeer gestreefd wordt naar vernieuwing of vormexperimenten, maar waarin ze vooral lijken te werken aan een betere beheersing van theatrale vormen. De presentaties hebben stuk voor stuk kwaliteit, maar het wordt nergens echt spannend. Het meest experimenteel is nog The Letters to Movement Project, waarin danseres Hillary Blake Firestone kennissen vroeg om een brief aan beweging te sturen. Ze leest de brieven voor en reageert daar weer fysiek op. De combinatie van het abstracte idee en de openhartige presentatie wekt veel sympathie.

Meest geslaagde presentatie van de dag is de nieuwe voorstelling Over Morgen van Laura van Dolron. Drie mensen houden een monoloog over hun depressie, met een tekst vol mooie beelden over ijs eten met een schoenlepel en je matras in de huiskamer leggen zodat je het gevoel hebt bij iemand te logeren. Het is een mooi stukje toneel, eenvoudig en helder uitgevoerd.

De vier organiserende instellingen zeggen dat ze vanaf nu een dergelijk minifestival eens in het half jaar willen organiseren. Het is te hopen dat ze dat waarmaken, want het is een zeer welkome aanvulling op de Amsterdamse theaterkalender.

« Vorige pagina
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity