Recensie: ‘Tsjechov’ van Toneelgroep Oostpool

Een huwelijksaanzoek, het innen van een lening, een lezing over tabak. In de voorstelling Tsjechov is er maar weinig voor nodig om dit soort situaties volledig te laten ontsporen. De mens is nu eenmaal te driftig om zich in te houden. Maar zijn de scènes nou om te lachen of aandoenlijk?

Anton Tsjechov is waarschijnlijk na Shakespeare de beste en meest geliefde toneelschrijver. Maar vóór de Russische arts (schrijven deed hij in z’n vrije tijd) zijn meesterwerken als Drie zusters, Oom Wanja of De kersentuin (dat overigens aanstaande zaterdag in een nieuwe versie in première gaat) schreef, pende hij een paar korte, kluchtige eenacters voor de vaudevilletheaters van Moskou. Met kenmerkende zelfspot schreef hij over dit werk: “Ik ben erin geslaagd onnozele stukken te schrijven, die, omdat ze onnozel zijn, enorm succes hebben.”

Regisseur Erik Whien heeft nu bij Toneelgroep Oostpool drie van die stukken achter elkaar geplakt. In Het huwelijksaanzoek raakt kleingrondbezitter Bram van der Heijden hopeloos verstrikt in gekrakeel over het eigendom van een stukje wei met zijn buurmeisje (Wendell Jaspers, erg leuk) dat hij eigenlijk ten huwelijk komt vragen; De Beer is een onbeschofte legerofficier (Stefan Rokebrand) die de rust van een vrome weduwe (Kirsten Mulder) komt verstoren en als een blok voor haar valt; een lezing Over de schadelijkheid van tabak ontaardt in een klaagzang van de spreker (Bram Coopmans) over zijn gruwelijke huwelijk.

Het decor (Mieke Wolters) is een houten vloer en een houten wand die kan bewegen, zodat je de achterkant kan zien waar alle decorstukken en requisieten –krukjes, tafels, ladders en koffers– worden opgeborgen. Tussen de bedrijven door rijden de spelers rijden de wand rond, doen ze druk met stoelen en tapijten, suggereren een warboel, kortom: toneelspelersheisa waar ’t Barre Land altijd zo virtuoos in is.

Het is echter precies die losheid die zo gemist wordt in deze voorstelling. De spelers zijn geestig en snel, maar de gniffel wil maar geen bulderlach worden. Aan alles merk je dat de makers in dit luchtige werk de geest van ‘de grote Tsjechov’ hebben gezocht. Maar hoewel er af en toe zinsnedes of wendingen voorbij komen die zijn latere meesterwerken vooruitschaduwen, zijn dit toch vooral platte kluchten die hier te keurig worden gebracht.

Alleen in de laatste scène slaagt de opzet: Bram Coopmans weet met zijn redenaar gène, wanhoop en hilariteit op te roepen, zonder een woord over tabak te zeggen.

Tsjechov van Toneelgroep Oostpool. Gezien 19/2/13 in Frascati. Aldaar t/m 27/2. Tournee t/m 23/3. Meer info op www.oostpool.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity