Verslagje: Openbare repetitie ‘Van Gogh spreekt’

Parool,verslagjes — simber op 13 oktober 2014 om 09:56 uur
tags: , , , ,

In De Balie vond gisteren de eerste repetitie van de toneelvoorstelling Van Gogh Spreekt plaats, in het openbaar. Porgy Franssen speelt de filmmaker en polemist mét bretels, maar zonder buik.

“Dit is pas de allereerste keer dat we het doen. Het wordt nog veel slechter”, grapt Porgy Franssen als zijn monoloog weer eens wordt onderbroken door technisch oponthoud. Regisseur Gerardjan Rijnders heeft al aangekondigd dat er nog veel ontbreekt aan de voorstelling maar na veertig minuten sneak preview krijgt het verzamelde publiek al een aardig beeld.

Van Gogh Spreekt is een initiatief van Parool-muziekjournalist Roeland Hazendonk, van jongs af aan bevriend met Theo van Gogh. In een strakke monoloog laat hij Theo tien jaar na de moord terugkijken op zijn leven. Hij vertelt over zijn jeugd in Wassenaar, zijn films en zijn vaak nogal meedogenloze columns over bijvoorbeeld Leon de Winter.

Franssen wordt ondersteund door een grote hoeveelheid video. Samen met de jonge theatergroep De Hollanders bracht Rijnders de vrolijk perverse fantasieën van de jonge Theo over het leven in Wassenaar in beeld en –het leukst van al– reconstrueerden de makers een paar van de filmpjes die Van Gogh maakte waarmee hij auditie deed voor de Filmacademie (hij werd vanzelfsprekend afgewezen). De originelen belandden overigens in de Brouwersgracht, door Theo’s eigen toedoen, of dat van een vriendin.

Verderop in de voorstelling gaat Van Gogh met zichzelf in discussie, als Franssen als Van Gogh de gespreksleider van Een prettig gesprek met een cactus op tafel via het beeldscherm de Van Gogh op het toneel scherp ondervraagt. Die beelden zijn echter nog niet af.

Franssen doet Van Gogh nergens na. “Ik heb wel wat filmpjes bekeken op Youtube en dan zie je van die houdingen, zoals dat hij met de armen over elkaar een beetje achterover leunend naar iets staat te kijken. Met die bretels en een paar van die kenmerkende poses zeggen mensen al heel snel: je lijkt precies op hem.

Een hagiografie wordt de voorstelling niet. In de gesprekken na afloop met regisseur en auteur is het opvallend hoe streng ze zijn voor Theo van Gogh. “Hij had de Nederlandse Fassbinder kunnen zijn”, zegt Rijnders, “Maar hij leek vaak zijn kunstenaarschap niet serieus te nemen. Hij was gewoon niet gedisciplineerd genoeg.”

“Ik laat het verhaal beginnen met de televisiequiz Babbelonië uit het begin van de jaren tachtig”, zegt Hazendonk. “Een ellendig infantiel spelletje waar Theo heel geestig over schreef; hij heeft zelfs een paar ‘liederlijke liederen’ opgenomen over Jos Brink die in het panel zat en Pim Jacobs die het presenteerde. Het was alles waartegen hij zich wilde afzetten. Maar aan het eind confronteer ik hem met de vraag of hij op een gegeven moment niet zelf een soort Pim Jacobs is geworden. Hij is ijdel en koos vaak voor effectbejag.”

Rijnders vind het echter belangrijk om de veelzijdige mens te laten zien achter het beeld van de “dikzak en schrijver van ranzige columns”, dat na de moord overbleef. Jeugdvriend Hazeldonk ziet Van Gogh vooral als een fantastisch personage om iets te vertellen over de moeizame verhouding tussen de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting. “In zekere zin misbruik ik hem voor mijn verhaal, maar onze meningen komen genoeg overeen.”

Van Gogh spreekt is op 2/11 te zien in de Stadsschouwburg. www.van-gogh-spreekt.nl

Recensie: ‘Het Diner’ van Hummelinck Stuurman

Schrijf een succesvol Nederlands boek en vroeger of later komt er een theaterproducent op bezoek die het op het toneel wil zetten. Vorig seizoen zagen we de klassiekers De Aanslag, De Avonden en Karakter, dit seizoen zien we moderne bestsellers als De Eetclub en De Prooi.

Je kon dus wachten op de vertoneling van de bestseller en NS Publieksprijswinnaar Het Diner van Herman Koch. Kochs Jiskefet-maatje Kees Prins bewerkte en regisseerde. En dan blijkt (weer) dat zo’n toneelbewerking niet altijd een goed idee is, de erg leuke acteurs en de transparante regie ten spijt.

Het Diner speel zich af in een duur restaurant waar een cynische ex-leraar Paul (Kees Hulst – met haar!) en zijn broer (Porgy Franssen), lijsttrekker van een grote politieke partij, samen met hun vrouwen (René Fokker en Lies Visschedijk) hebben afgesproken om het te hebben over hun kinderen. Niet iedereen weet evenveel, maar Hulst legt aan het begin de feiten uit: zijn zoon heeft samen met zijn neef een zwerver bij een pinautomaat gedood; de beelden van een bewakingscamera zijn een paar weken geleden uitgezonden bij Opsporing Verzocht, maar ze zijn niet herkend. Wat te doen?

In een vrij minimaal decor – een grote tafel op een draaischijf; tsja – wordt stukje bij beetje de puzzel in elkaar geschoven en komt de uiteindelijke vraag op scherp: wat nu te doen? Voor mensen in een restaurant zitten ze opmerkelijk weinig aan tafel, maar dat helpt in de dynamiek. Hulst is uitstekend gecast als bittere binnenvetter, en Franssen oreert steeds alsof hij op een persconferentie staat. Erg geestig is Evert van der Meulen als de fattige ober die steeds op het verkeerde moment de schotels komt duiden.

Het probleem is echter dat de roman Het Diner een knap spel is met perspectief. Je bekijkt alles met de blik van Paul en je realiseert je pas laat dat hij niet zomaar een onaangename man is, maar een echte psychopaat. Op het toneel zijn de vier personages meer in evenwicht, maar juist dat haalt de angel uit de vertelling.

Bovendien worden de boosaardige privéobservaties van Paul uit het boek hier als dialoog opgediend, waardoor de personages ongeloofwaardig koud en hard worden. De dreiging wordt te snel weggeschreeuwd of –gelachen. Ja, natuurlijk zijn het vier ploerten bij elkaar, maar een van de kernthema’s is dat iedereen de hele tijd de schijn probeert op te houden

Eén scène springt eruit, omdat die wel precies de juiste toon te pakken heeft: Visschedijk en Franssen vechten krijsend hun ruzie uit terwijl Fokker en Hulst op de achtergrond elkaar hun toetjes laten proeven, zich stil verkneukelend over de echtelijke rampspoed aan de andere kant van de tafel. Zo maken de acteurs Het Diner onderhoudend, maar ze kunnen het gebrek aan scherpte niet verhullen.

Het Diner van Hummelinck Stuurman. Gezien 23/2/12 in Leiden. Te zien in Amsterdam: 17/3 (De Meervaart), 12/6-1/7 (De La Mar). Meer info op www.toptheater.nl

Recensie: ‘Het Huiskameronweer’ van Orkater

Parool,recensies — simber op 21 maart 2008 om 01:43 uur
tags: , , , ,

Drie succesvolle voorstellingen maakten ze met z’n tweeën: Valse Wals, Bankstel en Zucht. Nu nemen Titus Tiel Groenestege en Ria Marks met een groep medespelers het werk van de Belgische schrijver en dichter Henri Michaux (1899-1984) onder handen. Surrealistische anekdotes en reisverhalen, maar zoals te verwachten bij Orkater verwerkt in beweging en muziek.

De huiskamer uit de titel heeft een tafelbiljart, een paar banken, tafels met pannen en grote houten kasten. Aan een van de stoelen hangt een blauwe ballon. Twee gespiegelde deuren, rechts een hele grote, links een die te klein is om rechtop doorheen te lopen. Knap wordt op de wanden een video geprojecteerd, zodat er bewegend behang is: zeilboten op volle zee.

De huiskamer wordt bewoond door een gezin met Porgy Franssen als soms wat gewelddadige huisvader en Marks als moeder die om de haverklap haar jas en koffer pakt, vertrekt, maar toch altijd terloops weer binnenkomt. Er wordt nauwelijks gesproken, alleen Franssen debiteert af en toe een van Michaux’ in het Verre Oosten opgedane wijsheden: “Je kunt je eigen wereld vinden door 48 uur naar een willekeurig behang te kijken.”

De familie heeft ook nog drie kinderen, twee meisjes in keurige jaren vijftig-jurkjes en een zoon, gespeeld door mimer Jakob Ahlbom. Het begin van Het Huiskameronweer lijkt opvallend veel op diens voorstelling Vielfalt, met onverwachte opkomsten en afgangen, personages die niet zeker weten wat ze op het toneel moeten doen.

De voorstelling ontwikkelt zich zonder duidelijke samenhang. Soms is er hectische beweging en gesjouw met meubilair, maar de laconieke muziek (van Michel Banabila) geeft spanning en energie geen kans. De voorstelling heeft mooie momenten, zoals het door de projecties schitterend gesuggereerde rondtollen van de kamer en de hoekige gratie van Marks. Maar het wordt maar geen onweer, het blijft een kalm briesje.

Vooral is het jammer dat Titus Tiel Groenestege zichzelf eigenlijk overbodig heeft gemaakt. Als oom van het gezin besteedt hij zijn tijd vooral aan bedachtzaam uit het raam staren. Wellicht vol diepzinnige gedachten, maar misschien ook wel helemaal leeg. Bij nader inzien geldt dat voor de hele voorstelling.

Het Huiskameronweer van Orkater. Gezien 20/3/08 in Haarlem. In Amsterdam (Bellevue): 6 t/m 18/5. Tournee t/m 7/6. Meer info op www.orkater.nl

Recensie: ‘Wie is er bang voor Virginia Woolf?’ van Hummelinck Stuurman

Heeft Who’s afraid van Virginia Woolf? eeuwigheidswaarde? Het toneelstuk is vooral bekend als de ultieme huwelijkstragedie van de 20e eeuw en de oorlog tussen de echtelieden George en Martha is de blauwdruk geworden voor de ontelbare relatiedrama’s die erna kwamen. Maar nu het stuk zijn vijftigste verjaardag nadert en de situatie verder van ons af komt te staan (kunnen die mensen niet gewoon in relatietherapie?) reist de vraag of theatermakers het over nog eens vijftig jaar nog steeds spelen.

Voor Gerardjan Rijnders is het antwoord helder: hij noemt Who’s afraid de Hamlet van de 20e eeuw en kiest in deze door hem geregisseerde uitvoering voor een historische benadering, met jaren zestig-kostuums en een miminaal decor van twee roodlederen bankstellen en een prominente bel. Dat geeft de acteurs veel ruimte om te schitteren, maar werpt nauwelijks nieuw licht op het stuk of de personages.

Toch weet Rijnders dicht bij het eeuwige thema in zijn werk te blijven: de onmogelijkheid van werkelijke communicatie tussen twee mensen. Porgy Franssen als George en Olga Zuiderhoek als Martha laten elkaar nauwelijks uitpraten, maken zinnen niet af en praten langs elkaar heen. Hun taalspelletjes en misverstanden lijken ineens opvallend veel op Rijnders’ eigen relatiestukken, zoals Pick-up of Mooi.

In hoog tempo vuren Franssen en Zuiderhoek hun verbale munitie op elkaar af, met het bezoekende stel Nick en Liefje (een verbetering ten opzichte van het in andere uitvoeringen onvertaald gelaten Honey) als onschuldige slachtoffers in de vuurlinie, waarbij de ijsklontjes uit de vaak bijgevulde glazen regelmatig de zaal in vliegen. Franssen en Zuiderhoek zijn energiek en durven de humor in hun harde grappen volledig uit te spelen. De toenemende dronkenschap en boosaardigheid worden vooral door Franssen mooi opgebouwd. De altijd wat aardse Zuiderhoek geeft Martha net te veel relativeringsvermogen om echt een helse furie te worden, maar toch weet juist zij aan het eind medelijden te wekken.

De rollen van de twee jonge gasten, in andere uitvoeringen vaak ondergeschikt, zijn hier stevig ingevuld. Vooral Eline ten Kamp maakt mooi helder hoe de dronkenschap van het naïeve en dommige gansje Honey haar willoos meevoert op de golven van de overtrekkende orkaan.

Spannend acteurstheater is het, dat zeker, en fans van Franssen en Zuiderhoek zullen niet teleurgesteld zijn. Maar dat Gerardjan Rijnders, toch de belangrijkste theatervernieuwer van zijn generatie, nu deze toch wat ongevaarlijke voorstelling aflevert is een klein beetje teleurstellend.

Theater Wie is er bang voor Virginia Woolf? van Hummelinck Stuurman. Regie: Gerardjan Rijnders. Gezien 27/1/07 in Leiden, tournee t/m 19/5, Amsterdam: 17/2 (Meervaart), 3 en 4/3 (Stadsschouwburg). Meer info op www.hummelinckstuurman.nl

Recensie: Zijde van Orkater

Parool,recensies — simber op 28 september 2006 om 17:19 uur
tags: , , ,

Porgy Franssen maakte twee jaar geleden Novecento, pianist der oceanen dat hem de kans gaf zijn talent als verteller te etaleren. Nu gebruikt hij opnieuw een verhaal van Allesandro Baricco als uitgangspunt voor een voorstelling in kleine setting, waarbij het publiek aan zijn lippen hangt.

Het verhaal gaat over Hervé Joncour die halverwege de 19e eeuw ieder jaar naar het Midden Oosten reist om zijderupsen te kopen voor de spinnerijen en wevers in zijn geboortedorp in Frankrijk. Een ziekte onder de rupsen zorgt ervoor dat hij zijn handel verder weg moet zoeken, in Japan.

Daar vindt hij de mooiste zijde, de zwijgzame heerser Hara-Kei en diens mysterieuze vrouw met westerse ogen. Hij raakt in de ban van haar en ondanks dat ze nooit met elkaar spreken wordt zij de belangrijkste reden om jaarlijks de lange, zware reis te ondernemen. Maar ondanks zijn verlangen onderdrukt Joncour zijn emoties: hij blijft een toeschouwer van zijn eigen leven.

Franssen vertelt het verhaal met oneindige charme. Zijn ingehouden stijl klopt mooi bij de geschetste wereld van tuinen, vogelkooien en wereldreizen die lang maar ook voorspelbaar zijn. Het geluidsdecor is onnadrukkelijk, romantische pianomuziek, maar ook oosterse klanken. Het decor is een toonzaal van japanse meubels in vitrines, overdekt met witte zijden doeken. Zij benadrukken de afstand waarmee Joncour zijn leven beschouwd.

Het is het contrast tussen die afstand enerzijds en de passie waarmee zijn verhaal verteld wordt anderzijds die dit een bijzonder aangename vertelvoorstelling maken.

Theater Zijde van Orkater. Naar de novelle van Alessandro Baricco, door Porgy Franssen. Gezien 22/9/06 in De Verkadefabriek, Den Bosch. Te zien in Amstelveen (Schouwburg) 13 en 14/10, in Amsterdam (Bellevue) 17 t/m 22/10. Meer info op www.orkater.nl

‘Cyrano’ van Theater EA

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 17:55 uur
tags: , , ,

Cyrano begint veelbelovend. De acteurs zitten in het publiek. Ze wachten op het begin van de voorstelling en flirten openlijk met elkaar. Tot Cyrano de opvoering komt verstoren en zelf in de schijnwerpers staat. Hij is uitdagend, welbespraakt en laat in een geestige scène zien hoe goed hij tegelijkertijd kan dichten en vechten.

Porgy Franssen speelt de titelrol, het klassieke karakter van de misvormde Cyrano die zijn liefde voor Roxane (Roos Drenth) niet durft te bekennen uit angst voor haar afwijzing. Hij gebruikt het jonge, mooie leeghoofd Christian (Bob Wind), die ook verliefd is op Roxane, als stroman. Onder Christian’s naam stuurt hij haar poëtische liefdesbrieven. Zij wordt verliefd op een niet bestaand persoon: het lichaam van Christian met de geest van Cyrano.

Franssen is een acteur die soms vreselijk kan schmieren, maar hier speelt hij geconcentreerd en dienstbaar. Zijn Cyrano heeft een hard pantser en heeft iets onsympathieks. Hij heeft geen plezier in zijn redenaarstalent, maar gebruikt het als middel om in alle situaties top dog te blijven. En dan de neus. Regisseur Tarkan Köroglu koos een slimme oplossing: een metalen neusklem die Cyrano’s misvormdheid duidelijk maar niet potsierlijk maakt.

Edmond Rostand schreef Cyrano de Bergerac in 1897 als romantisch spektakelstuk met 45 personages, en daarbij nog groepen volk, soldaten en zakkenrollers. Köroglu schrapte rigoreus en maakte er een relatiedrama voor drie acteurs van. Dat maakt het verhaal helder en geconcentreerd, maar toont onbedoeld ook een zwakke plek van het stuk: na het sterke begin bestaat het vooral lange dialogen vol spitsvondigheden en dubbele betekenissen. Dat gaat op den duur vervelen.

Daarbij heeft het decor een kille jaren-tachtig sfeer. Een serie luxaflex over de volle breedte van het toneel die tijdens scenewisselingen langzaam, elektrisch op en neer bewegen en de diepte van het toneel benadrukken. De belichting en de kostuums zijn uitgevoerd in wit, zwart en rood.

De afstandelijkheid in vormgeving en spel staat in opvallend contrast met de romantische inhoud van het verhaal. Daarmee lijken de makers de tragiek van de verspilde levens van Cyrano en Roxane te benadrukken. Dat werkt alleen niet, omdat de kijker te weinig sympathie voor de personages krijgt.

Het talent van de nog jonge Köroglu is al veel geprezen en dat is zeker niet onterecht. Hij heeft een eigen theatrale stijl en in zijn spelregie, met name bij Franssen, toont hij vakmanschap. Maar Cyrano is niet de voorstelling waarmee hij zijn belofte inlost.

Theater Cyrano van Theater EA. Gezien 10/2/06 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 25/2, tournee t/m 18/3. Meer info op www.theaterea.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity