Het Nationale Toneel ontdekt Den Haag

Met het aantreden van Theu Boermans als artistiek leider heeft het Nationale Toneel (NT) op een nieuwe manier Den Haag ontdekt. Met zakelijk leider Walter Ligthart en dramaturgen Rezy Schumacher en Remco van Rijn wordt getracht het regeringscentrum en het toneelgezelschap dichter bij elkaar te brengen. Vooruitgeschoven post is de productie Nieuwspoort, waarin de jonge garde van het gezelschap twee maanden rondloopt in het Tweede Kamergebouw.

“Ik word hier vreselijk genuanceerd en apolitiek van.” In een oude school in Den Haag waar vroeger Stella Den Haag gevestigd was repeteren vier jonge acteurs – Hannah Hoekstra, Joris Smit, Reinout Scholten van Aschat en Sallie Harmsen – onder leiding van Casper Vandeputte aan Nieuwspoort. De afgelopen weken hebben ze zich ondergedompeld in de Tweede Kamer en het perscentrum Nieuwspoort, spraken ze met (ex-)politici en lazen ze boeken van onder anderen Joris Luyendijk en Rob Wijnberg. Nu wordt het tijd om de enorme berg informatie te ordenen en lijnen uit te zetten voor de voorstelling die ze vanaf 20 november moeten gaan spelen.

Op roze post-its spuien ze hun emotionele houding ten opzichte van de politiek, van de spanning en opgetogenheid toen ze te horen kregen dat ze twee maanden ongelimiteerde toegang kregen tot het politieke bedrijf, via schaamte over hun gebrek aan kennis na een inleidend college staatsinrichting, onmacht bij een ellenlang gesprek met Boris van der Ham die een volstrekt tactische blik op de politiek heeft, tot ontzag voor de eeuwenoude tradities in de bibliotheek van de Tweede Kamer. “We begonnen handenwrijvend met het gevoel: we gaan eens een boekje opendoen”, zegt Harmsen, “Maar gaandeweg blijkt alles complexer en genuanceerder dan we van tevoren dachten.”

“Nieuwspoort heeft een paar jaar geleden de ‘Nieuwspoort rapporteur’ ingesteld”, vertelt Remco van Rijn een paar dagen later, “Als reactie op het vermeende gebrek aan transparantie. Eens per jaar krijgt iemand een paar maanden volledige toegang tot Nieuwspoort en de Tweede Kamer en schrijft vervolgens een boekje met zijn of haar bevindingen. In 2010 was Joris Luyendijk de rapporteur die het spraakmakende Je hebt het niet van mij schreef. Zodra we met het NT hadden besloten dat we deze voorstelling wilden maken, heb ik een brief geschreven aan Nieuwspoort met het voorstel om na wetenschappers en journalisten nu eens kunstenaars aan te stellen als rapporteurs. Daar waren ze meteen laaiend enthousiast over.”

Voor Vandeputte was een blik achter de schermen bij de politiek oorspronkelijk niet het uitgangspunt. “Ik zag de eerste aflevering van de Amerikaanse serie The Newsroom over een nieuwsprogramma dat uit de infotainment-cyclus wil stappen en weer ‘ouderwets’ burgers wil informeren. Ik vond dat geweldig, en ik wilde het voor Nederland bewerken en misschien als eenmalige avond presenteren bij het NT. Aaron Sorkin [de schrijver The Newsroom en The West Wing] laat zien wat politiek en journalistiek toch zouden moeten zijn: de slimste en meest capabele mensen van het land komen bij elkaar en proberen hun idealen in praktijk te brengen.”

Met Prinsjesdag en de Algemene Beschouwingen maakte de club jonge makers het spitsuur van het politieke bedrijf mee. Enthousiast vertellen ze over de hectische kamer naast de vergaderzaal vol jonge beleidsmedewerkers die als taak hebben om tijdens de debatten Mark Rutte per Whatsapp continu te voeden en te beschermen; over de afdelingen strategie op alle ministeries die bevolkt worden door jonge ambtenaren, afkomstig van het Ministerie van financiën, die elkaar allemaal kennen, elkaar kunnen helpen of tegenwerken en zo samen het rijksbeleid diepgaander beïnvloeden dan wie ook; en over de belevenissen van Vandeputte en Smit op de normaalgesproken ondoordringbare VNO/NCW-borrel, waar ze kort met Rutte hebben gesproken.

De uiteindelijke voorstelling wordt niet op locatie gespeeld. “Nieuwspoort zelf is te klein”, zegt Van Rijn, “En elders in het Kamergebouw is onhandig, want dan moeten alle bezoekers zich identificeren. En laten we wel wezen: het is natuurlijk een geweldige kans om die politici en ambtenaren het NT Gebouw binnen te krijgen.

Nieuwspoort past binnen het streven van Het Nationale Toneel om zich actiever te richten op Den Haag als centrum van politiek en macht. Dat lijkt een logische beweging voor een gezelschap dat zich op vijf minuten lopen van het Binnenhof bevindt, maar tot nu toe liet het de mogelijkheid grotendeels links liggen. “Ik denk dat het NT soms niet zo goed was in het uitleggen wat we allemaal deden”, zegt Van Rijn. “Het repertoire werd natuurlijk altijd gekozen op de huid van de tijd, maar we gaan dat nu veel explicieter uitdragen.”

Feit is dat de eerste expeditie van de Nieuwspoort-makers al direct spin-off oplevert. Politici en media ontvangen de kunstenaars met open armen en delen hun expertise. “Er zijn heel veel mensen die daar ons toekomen met ideeën”, grinnikt Vandeputte, “We overwegen een lijst met aangedragen onderwerpen op te nemen in de voorstelling.” Maar Van Rijn krijgt ook serieuze aanbiedingen: “De middag voor Prinsjesdag werd een prijs uitgereikt voor de beste politieke speech, de Prinsjesrede. Anniek Pheiffer, Mark Rietman en Pieter van der Sman hebben daar de genomineerde speeches voorgedragen, en Jappe Claes speelde de monoloog van Marcus Antonius uit Julius Caesar. Dat is onze voorwaarde: we willen prima meewerken en onze expertise inzetten, maar wat wij te vertellen hebben vertellen we met toneel.”

Van Rijn ziet nog veel kansen voor samenwerking, bijvoorbeeld met de Campus Den Haag, waar de Universiteit Leiden haar studies bestuurskunde, politicologie en internationaal recht heeft ondergebracht, en die direct naast het NT Gebouw is gehuisvest. Daar vindt binnenkort het symposium ‘Oscar Wilde, corruption and the relevance of art for current affairs’ plaats, naar aanleiding van de voorstelling De ideale man. Later in het seizoen volgen vergelijkbare projecten rond Nieuwspoort en De storm. Ook met de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en het Center for Public Values and Ethics wordt samengewerkt.

Het NT maakt dezelfde beweging als alle andere Basisinfrastructuurgezelschappen: meer samenwerken met lokale partners, breder inzetten van expertise en op een bedrijfsmatiger manier kijken naar de producten en diensten die het levert. Maar in Den Haag heeft die ontwikkeling vanzelf een groter belang, omdat het landelijk bestuur er zetelt. “We zijn nadrukkelijker dan vroeger het Nationale Toneel”, zegt Van Rijn die mede als taak heeft om lokale samenwerkingsverbanden op te zetten, “En we merken dat die naam bij grote instellingen die ons nog niet kennen respect en vertrouwen opwekt. Dat heeft Hans Croiset [die het NT oprichtte] destijds goed gezien. En tegelijk zie je dat binnen het gezelschap het belang wordt gezien: bijna alle acteurs wilden meewerken aan de Prinsjesrede. Bij iedereen leeft het idee dat we de banden tussen kunst en politiek moeten aanhalen. Want als ze ons leren kennen, bezuinigen ze ons misschien niet zo snel weg.”

Ook in een gesprek met een dramaturg als Van Rijn komt die bedrijfsmatige aanpak terug. Overleg met de Gemeente Den Haag over de tegenprestaties voor subsidie is het leveren van Return on Investment; zelfs de kernactiviteit van het NT –voorstellingen maken– kan worden betrokken: het NT is artistiek nauw betrokken bij de nieuwe Anne Frank-productie in Amsterdam, waarvan Theu Boermans (ook regisseur van Soldaat van Oranje) de artistieke supervisie heeft. Zo begint het NT meer en meer te lijken op zijn grote voorbeeld, The National Theatre in Londen, dat met een doordachte combinatie van subsidie en eigen inkomsten een hoge artistieke standaard en ruimte voor jong talent weet te combineren met commercieel succes.

Van Rijn: “Ik sprak met de speechschrijver van generaal buiten dienst Peter van Uhm, die enthousiast was geworden omdat zij Rezy had horen spreken over hoe acteurs met tekst omgaan. Het is geweldig om te zien dat iemand ineens begrijpt wat het theater vermag. Ik geloof dat onze ambachtelijkheid vaak een goed aanknopingspunt vormt om het gesprek te openen met mogelijke partners. Kom eens in ons decoratelier of bij een tekstrepetitie kijken en zie met hoeveel kunde en liefde er wordt gewerkt. Mensen die dit hebben gezien zijn veel geïnteresseerder in de verhalen die wij te vertellen hebben, dan wanneer wij alleen maar uitleggen hoe de wereld volgens ons in elkaar zit.”

In de school aan de Kerkstraat wordt intussen driftig doorgeschreven, inmiddels op groene post-its, met de grote politieke thema’s die aan bod moeten komen: populisme, mediacratie en polarisatie. En een ander thema dat de hele tijd achter de dit project zweeft: eigenlijk gaat het heel goed met Nederland. Harmsen verwoordt dit het helderst: “Ik schrik soms ’s nachts wakker van het idee dat we eigenlijk geen legitimatie hebben voor deze voorstelling. Na een paar weken op het Binnenhof kan ik alleen maar denken dat we het in Nederland behoorlijk goed geregeld hebben.” Vandeputte, nadenkend: “Als Nederland een paradijs is, is dat slecht voor deze voorstelling.”

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity