Recensie ‘(Not) my paradise’ van Sachli Gholamalizad/KVS

Parool,recensies — simber op 15 oktober 2016 om 15:19 uur
tags: ,

‘Hier heerst de wet van de grond: aan uw grond zult u kleven.’ Videobeelden tonen vervallen gebouwen aan een smal strand. Het zou Sicilië kunnen zijn, of de Poolse Oostzeekust, maar het is Anzali in Iran, aan de Kaspische zee. Deze lap grond is van de familie van de Vlaams-Iraanse theatermaker Sachli Gholamalizad.

Ooit stond er een vermaakspaleis van haar opa, een restaurant en dancing waar regionale beroemdheden kwamen om opium te roken. Na zijn dood ontstond onduidelijkheid over het eigendom van de grond en een conflict over de erfenis. Gewapend met een camera trekt Gholamalizad langs een aantal familieleden in Iran om er meer over te horen.

De hele geschiedenis is op een prettige manier on-exotisch (het deed mijn in ieder geval denken aan de generaties omspannende ruzies over land in mijn Zeeuwse familie), de ooms, tantes en oma lijken keurige middenklasselevens te leiden in Anzali en Teheran. Het conflict is ook behoorlijk onbegrijpelijk, en dat geeft ruimte om stil te staan bij de details. Zo heeft Gholamalizads moeder een kleiner deel grond omdat in Iran dochters slechts de helft krijgen van wat zonen erven. En schitterend is het contrast tussen de intimiteit tussen vrouwen binnenshuis (we zien Gholamalizad haar oma wassen) en de uitgebreide aankleding en voorbereiding voordat ze naar buiten kunnen.

De voorstelling bestaat grotendeels uit filmbeelden. Tussendoor beeldt Gholamalizad in hokjes achter de projectieschermen haar fantasie uit over het leven in de wereldse club van haar grootvader: ze ligt op een satijnen bed, zit voor de kleedkamerspiegel, danst wulps. Pas helemaal aan het eind komt ze naar het publiek toe en zingt ze een lied over het lot van de migrant: kiezen voor vrijheid, maar altijd met heimwee.

Gholamalizads werk sluit aan bij Nederlandse generatiegenoten die hun migratiegeschiedenis als thema nemen, zoals Sadettin Kirmiziyüz of Daria Bukvić, maar (Not) my paradise is zachter, particulierder en vertelt meer tussen de regels door. Daarbij heeft Gholamalizad een sterke podiumaanwezigheid. Daar had ik in deze voorstelling nog wel meer van willen zien.

(Not) my paradise van Sachli Gholamalizad/KVS. Gezien 13/10/16 in De Brakke Grond. Aldaar nog 14/10. Meer info www.kvs.be

Recensie ‘Hamlet’ van ZEP

‘Hoe de hell heeft dit kunnen gebeuren!/Ze willen mij opbeuren en zeggen mij dan te zeuren?/Waarom heeft de Almachtige mijn vaders dood niet voorkomen?/Deze wereld maakt nare nachtmerrie van al mijn dromen!’ Zo klinkt de eerste tekst van Hamlet in de nieuwe versie van jongerentheatergroep ZEP, vertaald door nederrapper Brainpower.

Die ritmische, schijnbaar geïmproviseerde, soms krukkige maar even vaak verrassend poëtische vertaling is maar een van de vele opvallende ingrediënten in Peter Pluymakers regie van Shakespeares überklassieker. Zo ziet Gürkan Kücüksentürk als Claudius – die Hamlets vader vermoordt en met zijn moeder trouwt, wat om wraak schreeuwt – eruit als Gaddafi of een andere arabische dictator, is de geest van Hamlets vader vervangen door een videoboodschap van hackersgroep Anonymous en is de troupe toneelspelers een streetdance crew.

De eerste helft levert het fris en spannend toneel op, vooral door de innemende hoofdrolspeler Tarikh Janssen, die slim het publiek betrekt bij zijn plannetje om de gek uit te hangen.

Maar ergens in de tweede helft loopt het stuk met de spelers weg. Deze Hamlet lijkt nauwelijks te twijfelen, maar waarom drijft hij dan zo af van zijn wraakvoornemen? De schermwedstrijd aan het eind lijkt nu geen logisch verband te houden met het voorafgaande.

ZEP brengt nu al een paar jaar Shakespeare-bewerkingen voor (VMBO-)jongeren. Dat is natuurlijk te prijzen, maar de vraag is welk doel er nu precies mee wordt gediend. Gaat het om het overdragen van erfgoed? Dan is de verhipping onnodig. Gaat het erom te laten zien dat Shakespeare nog steeds over nu gaat? Dan moet je niet alleen de uiterlijkheden aanpassen maar van Hamlet echt een jongere van nu maken. Dat kan, maar deze voorstelling schiet daarin tekort.

De grote waarde van deze Hamlet zit hem nu vooral in de vrijwel volledig multiculturele cast (alleen Nanette Edens als een lekker heftige Gertrude is wit). De onnadrukkelijkheid daarvan is hopelijk een voorproefje van nog heel veel meer Shakespeares.

Hamlet van ZEP. Gezien 30/9/16 in Bellevue. Tournee t/m 22/12. www.zep.nu

Recensie ‘Kogelvis’ van Toneelgroep Oostpool en Bellevue Lunchtheater

Twee spelers, in spijkerbroek met ontbloot bovenlijf, zijn dader en slachtoffer. Het slachtoffer wordt aangepakt als een pop. De dader kneedt zijn huid, lijkt zijn handen diep in de buik van de ander te begraven, pakt hem achter zijn schouderblad, tilt hem op aan de huid van zijn rug. Het is een lichamelijke scène, waarbij je in je eigen lijf de plekken voelt die worden aangepakt, maar waarin je ook steeds zorg en liefde blijft zien.

Kogelvis (een toneelstuk van de debuterende toneelschrijver Nick Bruckman) heeft een vrij akelig onderwerp, namelijk serial killer Jeffrey Dahmer die in de jaren ’80 zeventien jongens vermoordde, seks had met hun lijken en ze vervolgens deels opat. Na zijn arrestatie en proces kreeg hij een soort cult-status.

Bruckman vertelt het verhaal vanuit drie perspectieven, naast dader en slachtoffer staat ook de zus van een van de slachtoffers op toneel. Het is een tekst die banale koffietafelpraat afwisselt met de gruwelijkste details over verminking en necrofilie.

In de regie van Marcus Azzini is de moordenaar verdubbeld en de zus wordt gespeeld door een man. De vier spelers Sebas Berman, Thomas Cammaert, Abe Dijkman en Jurriën Remkes hebben vaak een onderkoelde, bijna levenloze blik, maar bij de verleidingsscènes – Dahlmer pikte jongens op in de buurt van homoclubs en nodigde ze uit bij hem thuis om te drinken en te blowen – komt erotische spanning naar boven.

Dahlmer lijkt in de visie van de makers met name een jongen die, omdat hij zijn homoseksualiteit onderdrukt, te ver gaat in een perverse zoektocht naar liefde en heelwording. Daarmee wordt hij een klein beetje herkenbaar – is liefde niet altijd minstens een béétje grensoverschrijdend? De zus vertegenwoordigt het tegenbeeld: zij negeert haar eigen lust, omdat de bevrediging daarvan toch nooit compleet kan zijn.

Het is de verdienste van de makers dat ze de afschuw zodanig doseren dat je als toeschouwer niet afhaakt. En dat je samen met weerzin ook jongensachtige levenslust proeft.

Kogelvis door Toneelgroep Oostpool en Bellevue Lunchtheater. Gezien 24/9/16 in Bellevue. Aldaar t/m 15/10. Meer info op theaterbellevue.nl

Presentatie: Sterrenstof 2016

overig — simber op 8 september 2016 om 11:37 uur
tags:

Gisteren hield ik in de Stadsschouwburg tijdens het debat Kritiek op Kritiek een presentatie over sterren bij theaterrecensies. Het is een update van de presentatie die ik twee jaar geleden hield in De Balie. Op basis van data van Theaterkrant heb ik onderzocht hoe de verdeling van de sterren is per krant en in hoeverre kranten en recensenten afwijken van het gemiddelde.

Opmerkelijkheden:

  • Het aantal theaterrecensies groeit. Hoera!
  • De overgrote meerderheid (rond de 80%) van de recensies heeft 3 of 4 sterren. Dat aandeel stijgt.
  • De oordelen in recensies groeien naar elkaar toe. Recensenten zijn het vaker eens.
  • De Volkskrant is de strengste krant, de Telegraaf de mildste, en dat ligt niet aan selection bias.

Download/bekijk de presentatie in PDF (4 MB)

 

 

Amsterdamprijs: interview Sadettin Kırmızıyüz

interviews,Parool — simber op 15 augustus 2016 om 11:44 uur
tags: ,

Op 25 augustus wordt de Amsterdamprijs voor de Kunst uitgereikt. In deze serie komen de negen genomineerden aan het woord. Aflevering 7: Sadettin Kırmızıyüz

 De Amsterdamse theatermaker Sadettin Kırmızıyüz (34) werkt sinds een aantal jaar aan een serie persoonlijke, toegankelijke voorstellingen over multiculturele thema’s. Vorig jaar maakte hij met De radicalisering van Sadettin K. een bozer, harder statement. “Naast zijn hoge mate van vakmanschap vindt de jury zijn durf om een andere wegen in te slaan prijzenswaardig.”

Wat kenmerkt uw werk?

“Het gaat bij mij altijd om hete hangijzers in de samenleving rondom multiculturele thema’s: migratie, integratie, dubbele identiteit. Maar ik probeer wel altijd het perspectief te draaien. Ik maak van mezelf een personage: een atheïstische, verkaasde Nederturk uit Zutphen, die er gaandeweg achter is gekomen dat hij onderdeel uitmaakt van een grotere geschiedenis: de arbeidsmigrantenstroom.

De uiterwaarden van de IJssel in Gelderland, dát is mijn land. Ik ben door mijn ouders opgevoed om zo Nederlands mogelijk te worden. Ik moest hier meedoen. Terwijl mijn ouders conservatief zijn – Erdogan-stemmers. Van Gogh werd vermoord toen ik op de toneelschool in Maastricht zat. Toen pas merkte ik dat ik door mijn achtergrond dingen anders zie. En vanaf toen moest ik er wat mee in mijn werk.

Mijn voorstellingen zijn persoonlijk. Ik schrijf zelf en ik sta zelf op het toneel. Vanuit mijn persoonlijke verhaal zoek ik het universele. Ik vind het belangrijk dat mijn werk toegankelijk is en dat je erom kunt lachen. De radicalisering van Sadettin K. is misschien minder grappig; ik vond dat ik met de zelfspot en ironie uit mijn eerdere voorstellingen ook heikele dingen uit de weg ging. Ik wilde een voorstelling maken waarin de pijnlijkheid gewoon uitgesproken werd. Het maakte me geen hol uit of de voorstelling goed werd, alles wat ik zeg moest wáár zijn. Er zit wel degelijk humor in, maar het is wranger.

In iedere voorstelling zit een Star Wars-citaat. Ik ben ook een kind van de jaren tachtig en The Empire Strikes Back is voor mij een ijkpunt. En ik probeer altijd om een stuk geschiedenis te vertellen, om de huidige problemen in perspectief te plaatsen. In De radicalisering… vertel ik over de veroveringen van het Ottomaanse Rijk in de Middeleeuwen met een kaart van zand; dan zie je ineens dat het van alle tijden is dat mensen met elkaar in botsing komen.”

Hoe manifesteert u zich in Amsterdam? Wat voor raakvlakken heeft uw kunst met Amsterdam?

“In 2009 ben ik vanuit Maastricht naar Amsterdam verhuisd. Ik heb vanaf dag één na mijn afstuderen gewerkt als acteur, vervolgens als maker bij een productiehuis, en nu zelfstandig met mijn eigen stichting Trouble Man. Het is een volle weg geweest, en zeker het afgelopen jaar heb ik veel waardering gekregen, maar juist nominatie voor de Amsterdamprijs doet me veel. Ik heb bij de bekendmaking van de nominaties, toen [AFK-directeur] Clayde Menso ons ‘negen iconen van de stad’ noemde, wel even met mijn zakelijk leider een sigaartje gerookt in de tuin van de burgemeester.

Ik gebruik natuurlijk veel uit mijn persoonlijke leven in mijn werk, en mijn persoonlijke leven speelt zich af in Amsterdam. Ik reageer op wat ik hier meemaak en wat ik hier hoor. En ik heb een zoon van twee, hij is een Belgisch-Turkse-Amsterdammer. Dat is een wandelende contradictie, het begin van een goede mop.

Wat doet u om uw kunst onder de mensen te krijgen?

Ik vind het steeds belangrijker dat kunst echt iets teweeg brengt, los van hoeveel mensen er komen kijken. We hebben door subsidieprogramma The Art of Impact een speciaal programma kunnen maken voor middelbare scholen: een website – hoeradicaalbenjij.nl – waarmee docenten in de klas kunnen praten over de thema’s die ik wil aansnijden. Dat gaat verder dan alleen voorbereiden van het bezoek aan de voorstelling. Ook nu de voorstelling is uitgespeeld krijg ik mails van scholen die de site nog gebruiken. We hebben hiervoor een samengewerkt met een ‘impact producer’, iemand die met documentairemakers werkt om na het uitkomen van een film daadwerkelijk iets te veranderen. Met haar wil ik blijven werken.

Wat zijn uw plannen?

De komende tijd ga ik vooral spelen en lesgeven. Ik blijf naast mijn eigen voorstellingen werken als acteur. Mijn volgende project is pas eind 2017, dan ga ik samen met Marjolijn van Heemstra en Jetse Batelaan Kruistocht in Spijkerbroek bewerken voor toneel. Er zijn drie Kinderkruistochten geweest en ik wil die route nareizen met mijn zoontje op de achterbank. Er werden echt zuigelingen meegegeven – de muren van Jeruzalem zouden vallen bij de aanblik van het kinderleger.

Als u zelf niet wint, wie moet er dan winnen, en waarom?

Ik gun het iedereen. Voor mijn part wint iedereen ‘m en verdelen we de pot. Het is serieus een grote eer om genomineerd te zijn.

De Radicalisering van Sadettin K. is nog te zien op 8 september in de Stadsschouwburg – www.tf.nl.
Kırmızıyüz speelt mee in Romeo en Julia van Theater het Amsterdamse Bos, t/m 3 september – www.bostheater.nl

 

 

Recensie ‘The Future of Sex’ van Wunderbaum en Arnon Grunberg

Parool,recensies — simber op 20 juni 2016 om 11:39 uur
tags: , ,

De gladde, ronde capsule staat op bolvormige pootjes. Van buiten is hij zwart, door een rond raampje kijk je naar de helwitte binnenkant. Daar zit Arnon Grunberg. Actrice Maartje Remmers stelt hem vragen: “Ben je er klaar voor?” “Ben jij te vertrouwen?” “Wat heb je liever: een grote pik of een smal kutje?”

The Future of Sex is een theatertekst van Arnon Grunberg, op basis van improvisaties van acteursgroep Wunderbaum. Johan Simons regisseert. De toekomst van seks volgens Grunberg & Co is – niet geheel onverwacht – niet bijster hoopvol. In de zoektocht naar ultiem genot delft intimiteit het onderspit.

De acteurs spelen scènes waarin steeds één idee wordt uitgewerkt. De scènes zijn bijna een soort columns – to the point en vaak heel geestig. Marleen Scholten speelt een vrouw met een seksrobot, Remmers en Matijs Jansen spelen een stel dat al jaren geen seks meer heeft, Walter Bart speelt een bankier die graag als baby verzorgd wordt – inclusief poep eten – en daarna moet meedoen aan een klanttevredenheidsonderzoek. De beelden zijn van een gecontroleerde perversie, neigend naar performance art.

Vanuit zijn capsule kijkt Grunberg toe. Soms buigt hij zich uit het raam om het schouwspel beter te kunnen zien. Het vraag-antwoord-spel waarmee de voorstelling begint komt nog twee keer terug – met steeds geïmproviseerde, afstandelijke, niet-sociaal-wenselijke antwoorden van de schrijver – en af en toe komt een van de personages hem om raad vragen. Je zou de capsule kunnen zien als een tijdmachine, waarmee Grunberg het toekomstige seksuele landschap bezoekt.

Intrigerend is de scène waarin Matijs Jansen een pedoseksueel speelt met een robot in de vorm van een 11-jarige jongen. Een dergelijk idee is al vaker geopperd, maar de onbevangenheid waarmee Jansen speelt, en de manier waarop de jongen (Mayu Ayala Koeman) herhaalt dat alles “juridisch afgedekt” is, maakt het morele dilemma pijnlijk duidelijk.

Een andere scène gaat over virtuele seks tussen partners in verschillende werelddelen, maar de techniek die dat mogelijk maakt, kun je ook gebruiken voor seks met een jongere versie van je partner. Of met een digitale versie van jezelf. “Ik weet toch zelf het beste wat ik lekker vind?” zegt een van de personages, en dat lijkt me de kern van het probleem. Ook hier is de vorm sterk: de spelers praten niet met elkaar, maar tegen willekeurige punten iets hoger in de ruimte; het geeft ze iets wezenloos, maar ook zoekends.

Uiteindelijk gaat de voorstelling opvallend weinig over lust, maar vooral over de cerebrale gesprekken eromheen: over afspraken, vertrouwen en ethiek. En hoewel intimiteit bij toekomstseks geen rol lijkt te spelen is de zorg van de vier Wunderbaum-spelers voor de meespelende schrijver juist erg liefdevol. Het zijn dit soort tegenstellingen die de voorstelling intrigerend maken.

Aan het eind komt de tijdscapsule weer terug, met passagiers: vier “sletten van de toekomst” – wezens die de ketenen van de intimiteit hebben afgeworpen. “Ik denk dat de seks van de toekomst lijkt op de seks van het verleden,” antwoord Grunberg op een van de vragen van Remmers. Na deze dystopische voorstelling hoop je dat dat waar is.

Holland Festival: The Future of Sex van Wunderbaum en Arnon Grunberg. Gezien 18/6/16 in Muziekgebouw aan het IJ. Meer info op www.hollandfestival.nl

Beschouwing: ‘The New Forest’ van Wunderbaum

beschouwingen,Parool — simber op 6 juni 2016 om 11:17 uur
tags: , ,

Vier jaar werkte theatergroep Wunderbaum aan hun project The New Forest, waarin ze als kunstenaars een nieuwe samenleving wilden opbouwen. In het Holland Festival zijn een aantal van de daaruit voortgekomen voorstellingen te zien, plus de afsluitende film Stop Acting Now. Maar heeft het collectief het wel overleefd?

‘Wat heb ik te bieden aan de werkelijkheid?’, vraagt actrice Marleen Scholten zich vertwijfeld af. Het is tegen het einde van de film Stop Acting Now en de vijf toneelspelers van acteursgroep Wunderbaum merken dat ze zich in hun laatste project verslikt hebben.

Wunderbaum is een theatergroep die bestaat sinds 2001, toen de leden samen afstudeerden aan de toneelschool Maastricht. Johan Simons nam ze onder zijn hoede en maakte met hen prachtige, zwaarmoedige voorstellingen als Platform (naar Houellebecq) en Tien Geboden (naar Kieslowski).

In hun eigen werk pakten ze even serieuze thema’s lichtvoetiger aan. Ze maakten voorstellingen over Engelse lads in Oekraïne (Beer Tourist), over populisme (Venlo), armoede in Rotterdam Zuid (Natives) en kunst in de openbare ruimte (Looking for Paul). De voorstellingen speelden altijd met fictie en werkelijkheid, maar probeerden het wel altijd expliciet te hebben over de werkelijkheid buiten de deur.

In 2013 kondigde de groep een grootschalig nieuw project aan: The New Forest. Niet een nieuwe voorstelling , maar een geheel nieuwe samenleving was het doel. Een utopie, waarin alle facetten van de maatschappij opnieuw zouden worden uitgevonden. Het project verwarde volgers van de groep en critici (ook mij). Was het nou een plek waar ze daadwerkelijk gingen wonen? Of was het een heel uitgebreid fictief spel? Of was het iets waar de makers zelf in moesten geloven om een nieuwe vorm van kunst uit te vinden?

Feit was dat uit de The New Forest wel voorstellingen voortkwamen, zoals het erg geslaagde De komst van Xia, dat speciaal voor het Holland Festival wordt hernomen. In een speciaal door ZUS Architecten ontworpen tribune filosoferen de acteurs over de ideale samenleving. Maar hoe zou je moeten beginnen met een nieuwe maatschappij. Het antwoord dat de groep geeft is: met cultuur en rituelen. Op spectaculaire wijze wordt het Chinese meisje Xia binnengehaald als leider van de nieuwe samenleving.

Maar het interessantste deel van het project is uiteindelijk de film Stop Acting Now geworden, die Wunderbaum maakte in samenwerking met regisseur Mijke de Jong. De film laat zien hoe de groep de uiteindelijke consequentie trekt van het idealisme waarmee ze hun voorstellingen maken: ze gaan stoppen met acteren en ingrijpen in de werkelijkheid.

Wine Dierickx blijft grotendeels buiten beeld: zij kreeg in het jaar waarin de film gemaakt werd een kind, en ziet dat als haar bijdrage aan een betere wereld. De andere vier hebben ieder een eigen project: de melancholieke Marleen Scholten begint een ‘tranenbar’, een café voor weltschmerz; de cholerische Maartje Remmers gaat een arm gezin helpen bij de schuldhulpsanering; de sanguine Walter Bart start een serie theatraal activistische performances (verkleed als bankier geld uitdelen en dergelijke); en de flegmatieke Matijs Jansen ontwikkelt een app voor stadstuinieren.

De film volgt de ups en downs van de verschillende projecten, die al snel net iets te absurd worden – de documentaire volgt uiteindelijk het vaste stramien van veel Wunderbaum-voorstellingen: als acteurs beginnen met een geloofwaardige situatie en van daaruit steeds verder improviseren. De vorm van een mockumentary geeft de makers echter de mogelijkheid om de projecten verder uit te spinnen dan op het toneel mogelijk zou zijn. We zien Scholten doodongelukkig als een combinatie van psychiater en barvrouw rondlopen in haar veel te succesvolle bar en Remmers in de rechtszaal nadat ze een gemeenteambtenaar heeft geslagen.

Maar ondanks de speels fictieve vorm is de film eigenlijk heel openhartig. Het gaat over kunstenaars die heel oprecht zijn in een zoektocht naar manieren om de wereld te verbeteren en die er gaandeweg achter komen dat juist kunst maken hún manier is. De bezuinigingen van vijf jaar geleden hebben bijna alle kunstenaars uit het lood geslagen, juist omdat in het debat het nut van kunstenaars voor de samenleving geheel werd ontkend: kunst zou los staan van de rest van de samenleving en alleen maar luxe zijn.

In de speelse vorm en de serieuze inhoud toont Wunderbaum in Stop Acting Now, zoals in haar beste theatervoorstellingen dat zij de werkelijkheid iets essentieels te bieden heeft: verbeelding.

Stop Acting Now is nog te zien op 26/6 in Eye
De komst van Xia is te zien van 22 t/m 25/6 op locatie Kop Java-eiland
www.hollandfestival.nl

Recensie ‘Die Stunde da wir nichts voneinander wußten’ (HF)

Grauw geklede forenzen, hipsters met kartonnen koffiebekers, een schuifelende bejaarde, een roedel piloten met rolkoffers, skateboarders, een groep Chinese toeristen met mondkapjes en kleurige paraplu’s. Ze steken het podium van de Stadsschouwburg over, elkaar soms rakelings passerend.

Het Holland Festival opende gisteren met de voorstelling Die Stunde da wir nichts voneinander wußten die de Estse theatermakers Tiit Ojasoo en Ene-Liis Semper maakten bij het Thalia Theater Hamburg. Die Stunde… is een stuk van de Oostenrijkse schrijver Peter Handke uit 1992, dat bestaat uit zestig pagina’s regie-aanwijzingen, zonder gesproken tekst. Het beschrijft de gebeurtenissen op een willekeurig stadsplein, de kleine belevenissen van mensen die langs elkaar leven en niets van elkaar weten.

De Hamburgse productie is spectaculair grootschalig: 32 spelers, 10 zangers die in de zaal zitten en een groot aantal technici achter de schermen maken in ruim twee uur een vloeiende opeenvolging van talloze prachtig aangeklede tableaus. We zien vissers, postbodes op fietsen, hardlopers, Sinterklaas, pelgrims en moeders met kinderwagens. Tegen het eind worden de beelden absurder en harder: een groen monster, een drag queen die Samba danst, twee mannen in bivakmutsen die een derde in een oranje overall meevoeren, een mensenoffer.

Soms lijkt de voorstelling op een kinderboek waarin je op iedere pagina dezelfde figuren moet terugzoeken: de man met het strooien hoedje, de vrouw in de rode jurk, het meisje met het korte haar. Langzaam ontvouwen zich een paar verhaallijnen: forenzen worden werkloos, geliefden vinden elkaar en raken elkaar weer kwijt. De speelstijl, met nadrukkelijke mimiek, neigt af en toe naar het groteske.

Handke heeft de makers toestemming gegeven om zijn stuk aan te passen aan 2016, en dat deden Semper en Ojasoo vooral door de multiculturele cast in te zetten bij het doorbreken van een aantal clichés. Vrouwen in rouwkledij wisselen van kleding met een trio piloten. Een groep Aziatische spelers is eerst een homogene kudde toeristen en lost later op in een horde kantoorpersoneel. Verdere modernisering beperkt zich tot het toevoegen van een paar smartphones, een vleugje terreurdreiging en (onvermijdelijk) een groep vluchtelingen.

Een echt statement kan in deze vorm niet gemaakt worden, blijkt bij de meest brisante beelden uit deze voorstelling: Sinterklaas wordt vergezeld van een Zwarte Piet: een witte speler die zich eerst met zichtbare tegenzin zwart schminckt en vervolgens steeds aap-achtiger de roe hanteert, totdat hij ineens tegenover een elegant zwart koppel staat. Maar een dergelijk pijnlijk moment wordt nooit meer dan een grap – alles spelers gaan schielijk af en we gaan weer door naar de volgende scène.

De mooiste momenten zijn als grote beelden associatief gaan overlappen. We zien een groep vrouwen een menorah ontsteken, we zien joodse gelovigen bidden bij de klaargmuur en we horen de islamitische oproep tot het gebed, wat weer overgaat in een groep keurige werknemers met aktentassen die haastig het toneel oversteken: de ochtendspits als kapitalistische eredienst.

Het Holland Festival plaatst de voorstelling nadrukkelijk in een programma over het nieuwe Europa. Dat lijkt me een wat moeizame invulling. Veeleer gaat Die Stunde… over toneel als vrijhaven: een plek waar alles iets anders kan zijn dan je op het eerste moment denkt en daarmee een aanmoedigiging om ook buiten het theater beter te kijken.

Holland Festival: Die Stunde da wir nichts voneinander wußten van Thalia Theater Hamburg. Gezien 4/6/16 in de Stadsschouwburg. Aldaar 6/6. Meer info op www.hollandfestival.nl.

Recensie ‘Don Carlos’ van Nina Spijkers, Toneelschuur Producties

Korte jasjes en lange, brede rokken; als die uitgaan strakke leren broeken, en barokke hemdjes, allemaal in donkere kleuren. De vier spelers van Don Carlos zien eruit als een rockband. Friedrich Schiller schreef het stuk een paar jaar voor de Franse Revolutie, toen de geest van vernieuwing al door Europa waarde en hij koos een verhaal over de opstand der Nederlanden twee eeuwen eerder.

Met deze kostuums (ontworpen door Nicky Nina de Jong) legt regisseur Nina Spijkers de link met de rebellie van de sixties en zo met de altijd broeiende onlustgevoelens van jongeren, waarin idealisme en hormonen altijd samengaan. Ook bij Don Carlos, de kroonprins van Spanje, die enerzijds sympathie heeft voor de opstandelingen in het buitengewest, en tegelijk verliefd is op zijn stiefmoeder, die oorspronkelijk zíjn bruid had moeten worden.

Het is een lekker stel spelers bij elkaar: Justus van Dillen, Linde van den Heuvel, Judith Noyons en Xander van Vledder weten Schillers retorische taal vloeiend en af en toe lucide te brengen, met een paar momenten van vrolijke lichtheid.

Heel effectief is het unisono uitspreken van veel teksten. Allevier hebben ze een kroontje op hun onderarm geschilderd, met die arm op hun hoofd zijn ze allevier tegelijk koning.

Dat is mooi gevonden. De beroemdste zin uit het stuk is immers: “Geef ons vrijheid van denken.” De heersende orde waartegen de jongeren zich in dit stuk verzetten zijn zij zelf. En dat is precies het probleem van hedendaagse jonge idealisten: we kunnen nauwelijks meer buiten het neoliberale systeem denken. Hoe kun je het dan omverwerpen?

De tweede helft gaat de voorstelling echter trekken. Het stuk verzandt in overdadige plotwendingen en Spijkers’ ideeën zijn misschien net te mager om bijna twee uur te boeien. Desondanks is deze Don Carlos knap werk van een vrolijk stemmend talent.

Don Carlos van Nina Spijkers, Toneelschuur Producties. Gezien 23/4/16 in De Toneelschuur Haarlem. Te zien in Amsterdam (Bellevue): 1-3/6. www.toneelschuurproducties.nl

Recensie: ‘Wie de f*** is Oom Jo?’ van Carolien van den Berg

Parool,recensies — simber op 4 mei 2016 om 10:00 uur
tags: , ,

Actrice Carolien van den Berg was nooit zo bezig met haar familiegeschiedenis. Tot ze een brief kreeg van de Stichting Sjoa dat ze een uitkering kreeg voor haar overleden oom Joseph. Wat haar dochter de uitspraak ontlokte: ‘Wie de fuck is Oom Jo?’

De voorstelling is het verhaal van haar speurtocht naar wat er met haar familie is gebeurd. Haar vader had kort voor zijn dood al een boekje geschreven over zijn eigen wederwaardigheden – de fragmenten die ze voorleest klinken als een K. Norel-achtige avonturenroman, met nauwe ontsnappingen, een sprong uit een rijdende trein en veel plezier met Duitse meisjes tijdens de Arbeitseinsatz, maar ze ontdekt hoe haar oom en haar oma verraden werden en eindigden in Sobibor en Auschwitz.

Het verhaal is particulier, maar toch interessant, het probleem ligt bij de vorm. Het decor (Morgana Machado Marques) bestaat uit een wand lichtbakken, waarop Van den Berg uitvergrote documenten kan plakken, maar waarop ook heel veel geprojecteerd wordt: archiefbeelden, familiefilmpjes en kookvideo’s, Whatsapp- en email-conversaties en dialogen met haar vader (tekst) en haar oma (Van den Berg zelf op video).

Ook jammer is de al te losse structuur. Vertelt Van den Berg nou het familieverhaal, of het verhaal van haar zoektocht? Erg interessant is nog het lijntje dat ze heel hard probeert Joods te zijn – ze staat beslag te maken voor Kugel met peren – maar uiteindelijk zal ze het nooit worden: alleen haar vader is joods. Maar het wordt niet uitgewerkt, net zomin als de vraag wat ze hiervan nou aan haar kinderen wil meegeven.

De voorstelling eindigt met een anticlimax en een witz, dat is dan weer erg joods. Aan dit soort egodocumenten over familieleden in de oorlog is geen gebrek. Toch is ieder ervan waardevol, zelfs als het resultaat niet zo geslaagd is, zoals bij Wie de f*** is Oom Jo?.

Wie de f*** is Oom Jo? van Carolien van den Berg. Gezien 24/4/16 in Oostblok. Nog te zien t/m 15/5. Meer info: www.wieisoomjo.nl.

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity