Kritiek: Vier ‘Hamlet’s

kritieken,Theatermaker — simber op 23 december 2010 om 19:29 uur
tags: , , , , ,

Het kan de theaterliefhebber nauwelijks ontgaan zijn: wat een enorme hoop Hamlets waren er de afgelopen maand te zien in Nederland! Ik zag er vier: de twee Nederlandse van Oostpool en De Utrechtse Spelen (DUS), een Duitse van Luk Perceval en een Indiase versie van de Mumbaise theater- en filmregisseur Rajat Kapoor. Ze hebben weinig gemeenschappelijk, behalve dat ze allemaal vrij kort duren -geen voorstelling is langer dan tweeëneenhalf uur- en dat de casts vrij klein zijn -gemiddeld acht spelers.

Maar waarom nu ineens zoveel Hamlets, na een vrijwel Hamletloos-decennium? Misschien kan er maar één sterke nieuwe Hamlet-interpretatie per generatie ontstaan. Voor de generatie van ’68 was een idealist die ingaat tegen de macht, voor de punkers een pure ziel in een verrotte wereld en Ostermeier zetten een hedendaagse Hamlet neer als een ironische, fundamenteel onzekere twijfelaar. Maar ja, dat was deels ook al de invulling van Theu Boermans. Misschien was die voorstelling ook wel zo goed, dat hij een slagschaduw tien jaar vooruit kon werpen.

Maar het was allerminst een straf om vier keer Hamlet uitzitten. Het stuk zit zo vol met ideeën, thema’s, actuele aforismes dat je iedere keer weer iets nieuws ontdekt. Bij Oostpool zag ik pas het verband tussen alle adviezen en goede raad in het stuk (Laertes aan Ophelia, Polonius aan Laertes, Hamlet aan de toneelspelers, enzovoort) en DUS maakte zichtbaar hoe beledigend het stuk-in-het-stuk is voor Gertrude.

Tegelijk is het ook een stuk vol problemen die moeten worden uitgedokterd, en het is fascinerend om te zien hoe verschillende regisseurs dezelfde en soms juist uiterst originele oplossingen verzinnen (zie de Hamlet checklist hiernaast). En stuk voor stuk zijn het keuzes met een eigen interpretatie. Bijvoorbeeld: de geest van Hamlets vader. Laat je hem zien (gespeeld door één van de acteurs), dan kies je daarmee min of meer het gezichtspunt van Hamlet. Is hij onzichtbaar, dan laat je de mogelijkheid open dat het een waandenkbeeld van Hamlet is.

Maar de kern van de uitdaging van Hamlet ensceneren is toch vooral het immense gewicht van de geschiedenis dat erop drukt. Daar moet je als theatermaker iets mee. Zelfs het negeren ervan, zoals DUS doet, is een actieve daad. Het is nog wel degelijk mogelijk om iets radicaal nieuws te doen met het stuk, maar het kan nooit meer zijn dan een aanvulling op alle interpretaties die al eens voorbij zijn gekomen.

Daarom is de voorstelling van Luk Perceval de meest briljante van de vier. Perceval laat Hamlet spelen door twee acteurs en zijn decor heeft een immense achterwand van jassen, alsof die zijn opgehangen door vierhonderd jaar Hamlet-spelers. Enerzijds is zijn Hamlet een theoretisch pamflet óver Hamlet (zoals Loek Zonneveld het verwoordde), maar tegelijk is zijn verdubbeling van de hoofdpersoon ook een tot nadenken stemmende aanvulling op de traditie.

Ook Marcus Azzini probeerde bij Oostpool de lange geschiedenis mee te nemen, maar meer met de lichte ironie van kijk-ons-eens-Hamlet-doen. Oostpool begint met het einde, waarin de stervende Hamlet zijn vriend Horatio opdracht geeft om het verhaal te vertellen en met de instructies aan de toneelspelers. Zo wordt de voorstelling expliciet een reconstructie.

Azzini heeft Hamlet licht weten te houden, met veel grappen en een paar scènes vol op de zaal gespeeld, en dat is knap. Maar toch is zijn Hamlet ook stroef en langdradig. Ik moest denken aan Romeo over Julia (een Shakespeare-bewerking voor vijf mannen) dat hij maakte voor MTV, waar luchtigheid en respect voor Shakespeare’s taal elkaar op een vergelijkbare manier in de weg zaten. Misschien heeft het ook wel te maken met de vertaling. Oostpool gebruikt die van Frank Albers (die werd gemaakt voor Het Nationale Toneel met Gijs Scholten van Aschat), bewerkt met kleine toevoegingen door Joeri Vos, met name rondom de toneelspelersscène. Meteen merkte je dat zijn modernere taalgebruik de spelers laat sprankelen. Had een geheel nieuwe vertaling door Vos niet een veel betere voorstelling opgeleverd?

De spelers van DUS lijken zich al helemaal geen raad te weten met de vertaling van Bert Voeten. Aanvankelijk weten de zes jonge spelers nog een aangenaam gevoel van ‘kein Geloel, Hamlet spielen!’ uit te stralen en zijn de beeldende intermezzo’s (gechoreografeerd door Hildegard Draaijer en Sassan Saghar Yaghmai) verrassend mooi en effectief, maar al snel breekt het de voorstelling op dat er geen visie achter zit. Je kunt Hamlet nu eenmaal niet pretentieloos spelen.

Of misschien toch? Uiteindelijk is de Indiase versie van Rajat Kapoor de leukste en misschien wel de inventiefste. De zes spelers zijn een troupe clowns die Hamlet spelen. Iedere acteur heeft een clownspersonage (een onhandige, een goochelaar, een mooi meisje, etc.) en samen verdelen ze de Hamlet-rollen. Soms doen ze een stukje Shakespeare, maar het merendeel van de tekst is verhaspelt tot Frans en Italiaans aandoend gibberish, onderling geruzie en vrolijk geleuter tegen het publiek.

In iets meer dan anderhalf uur suist Hamlet voorbij, in een spervuur van postmoderne grappen (‘Why so seriousss?’, slist Claudius tegen Hamlet), subintriges (de clown die Hamlet speelt ligt in scheiding met Gertrude) en briljante vondsten (de onhandige clown laat als Laertes steeds z’n zwaard vallen, dus natuurlijk is er bij het degengevecht een back-up plan nodig, in de vorm van de vergiftigde wijn). Het is oneerbiedig en vrijzinnig theater, waarin heel subtiel nog even het universele van Shakespeare’s gedachtegoed wordt bewezen. Het helpt overigens dat de acteurs binnen alle gein ook heel goed zijn, met een flitsend zwaardgevecht en de Frans-Tamil superster-in-wording Kalki Koechlin als aandoenlijke Ophelia.

Terugkijkend moet ik concluderen dat de Nederlandse Hamlets niet de beste waren. Is dat toeval? Voor een deel is het denk ik een kwestie van taal. Vertalingen slijten nu eenmaal sneller dan schoenen en acteurs van iedere generatie moeten een Nederlandse versie krijgen die bij hen past. Een grootschalige nieuwe uitvoering zoals die van Oostpool verdient een nieuwe vertaling.

Maar misschien spelen er nog wel andere dingen mee. Hoe goed het ensemble van Oostpool ook is, de spelers zijn allemaal ongeveer van dezelfde leeftijd. Meestal is dat geen probleem, maar bij dit soort repertoire is het gebrek leeftijdsverschil op toneel vervlakkend. De voorstelling van DUS lijdt daar in extremis aan. En tenslotte laat Luk Perceval zien dat het nog steeds wel degelijk mogelijk is om iets nieuws te doen met Hamlet, maar ook dat je daarvoor radicaal moet durven kiezen en op de koop toe te nemen dat de mensen die een keurige uitvoering verwachten teleurgesteld zullen zijn. Net als Hamlet zelf moet een regiseur een keuze maken, en niet twijfelen, anders wordt het een tragedie.

Blijft over de zonderlinge Hamlet-deformatie die je als toeschouwer besmet. Hamlet is overal. Urban Myth maakte een voorstelling die Hamlet moet dood heet, Jeugdtheater Sonnevanck speelt Mevr. Ophelia, een recensent noemde Roméo et Juliette van De Nederlandse Opera ‘Hamlet et Juliette’ genoemd, omdat Romeo in het zwart met een doodskop rondloopt. En hoe zit het dan met Poëten en bandieten van De Warme Winkel? Een voorstelling over een dichter, een gevoelige ziel in een rotten state, omringt door criminelen en stompzinnigen die uiteindelijk zelfmoord pleegt? Of de regisseur in Mightysociety8, die een toneelstuk opvoert to catch the conscience of the king, maar zelf te gronde gaat? Of zie ik geesten?

Ik denk dat het beter is dat ik een tijdje ga afkicken. Maar voor wie er nog geen genoeg van heeft: op 9 december is in enkele bioscopen een live registratie te zien van Hamlet van The National Theatre vanuit Londen. En in Graz is nog de versie van Theu Boermans (zijn tweede) te zien. De Hamletmachine blijft nog wel even draaien.

0 Comments »

No comments yet.

RSS feed for comments on this post. TrackBack URI

Leave a comment

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity