Mickery

overig,Parool — simber op 8 juni 2011 om 13:52 uur
tags: , , ,

Het kan nog steeds gebeuren dat als je in een ver oord met theatermensen komt te spreken die horen dat je uit Amsterdam komt, ze als eerste vragen: “So how’s the Mickery?” Mickery was een legendarisch theater, in 1965 opgericht door Ritsaert ten Cate in een schuur van zijn boerderij in Loenersloot. Tijdens zijn buitenlandse reizen was hij in contact gekomen met een circuit van avant-garde theatergroepen en performance kunstenaars, en hij gaf ze in Nederland een plek om te werken en op te treden. Het was in de jaren zeventig de een van de belangrijkste plekken voor vernieuwend theater, misschien wel ter wereld.

De komende dagen is zijn er twee gelegenheden in de stad die Mickery en en Ten Cate weer onder de aandacht willen brengen. Eerst wordt op donderdag in de Brakke Grond een website over Ten Cate in werking gezet (in de serie Eenlevenlangtheater.nl), daarna wordt op vrijdag in het Ketelhuis het boek Mickery Theater; an imperfect archeology gespresenteerd.

Ritsaert ten Cate, van vaders kant erfgenaam van de textielfabriek en van moederskant kleinzoon van de grote toneelspeler Eduard Verkade, werkte eerst als televisieproducent voordat hij in Loenersloot zijn kunstencentrum opzette, waar in een van de eerste jaren Nina Simone nog heeft opgetreden. Maar de grote faam en invloed kwam pas toen hij Amerikaanse en Engelse experimentele theatergroepen uitnodigde, zoals La Mama, Pip Simmons en The Performance Group, die zich later zou omdopen tot Wooster Group. Een Engelse criticus noemde Mickery “het belangrijkste theater van Engeland.”

Voor de kunstenaars die er werkten was het een kruising tussen een atelier en een jeugdherberg en voor de vaste bezoekers was het een soort sociëteit, vertelt schrijver en dramaturg Ruud Engelander, een goede vriend van Ten Cate. “Er was een vaste club die naar alle premières ging, ook om elkaar te ontmoeten, maar vooral omdat er iedere keer iets nieuws en interessants te zien was. Vergeet niet dat rond 1965 je in Nederland als liefhebber van theater álles wat er gemaakt werd kon zien, inclusief dans en opera. En het was allemaal vrij eenvormig. Ritsaert en Mickery lieten dat het ook anders kon, andere stijlen en vormen, maar ook andere manieren van produceren.”

In 1972 verhuisde Mickery naar Amsterdam, naar wat nu het Rozentheater is. Ten Cate was toen al meer en meer impresario en producent geworden die de groepen die hij interessant vond door Europa liet touren, ook bijvoorbeeld op het Holland Festival. Het ‘Mickery-circuit’ werd een staande term. De warme contacten tussen het Holland Festival en de Wooster Group stammen uit die tijd en het is geen toeval dat de New Yorkse groep juist deze week in het festival te zien is met Vieux Carré. Bovendien beïnvloedden de voorstellingen van Mickery talloze theatermakers in Nederland, met name Gerardjan Rijnders, Rob Klinkenberg, Jan Lauwers en Jan Fabre.

Toch lijkt Mickery in Nederland alweer grotendeels vergeten. De organisatie nam in 1991 afscheid met het Touch Time Festival in Amsterdam, en Ten Cate, die van 1992 tot 2005 de tweede-fase theateropleiding DasArts oprichtte en leidde, overleed in 2008.

Of het boek Mickery Theater; an imperfect archeology verandering gaat brengen in die onrechtvaardige vergetelheid is nog maar de vraag. Het Engelstalige boek is geschreven door Mike Pearson, die in de vroege jaren ’70 in Mickery speelde met het experimentele RAT Theater en nu hoogleraar Performance Studies is aan de universiteit van Wales. Zijn oorspronkelijke studie was echter archeologie en het boek, de eerste monografie over Mickery, is opgebouwd rondom een reeks ‘fragmenten’: interviews met betrokkenen, artikelen en recensies en foto’s en archiefmateriaal van het Theater Instituut Nederland.

Het pas waarschijnlijk goed bij de opvattingen over kunst die Mickery wilde uitdragen, maar voor de buitenstaander die wil bevatten wat het belang was van Mickery voor het theater in Nederland en Europa is het nogal ondoordringbaar. Dan is de website Eenlevenlangtheater.nl een stuk toegankelijker, al zou Ten Cate gegruwd hebben van de nostalgische invalshoek, met koffers, rozen en spiegels met lampjes.

In zekere zin is wat Ten Cate beoogde met Mickery bereikt: er is nu een veel diverser theaterlandschap, met veel ruimte voor experiment en internationale uitwisseling. Maar het is juist die diversiteit die met de door de regering aangekondigde bezuinigingen op cultuur onder druk staat. Engelander: “Met wat de Raad voor Cultuur nu voorstelt – theater concentreren in acht grote voorzieningen verspreid over het land – zijn we weer terug bij de periode net na de oorlog. En dat zorgde toen voor een stuwmeer van jonge mensen die ook aan de bak wilden en hun eigen weg gingen zoeken.” Kortom: als de geschiedenis zich herhaalt, komt Mickery onvermijdelijk weer voorbij.

Debat: What Mickery do we need now? en presentatie website: 9/6 , 16 uur in De Brakke Grond
Boekpresentatie Mickery Theater; An Imperfect Archaeology: 10/6, 14:30 in Het Ketelhuis

Recensies TF Selectie

overig — simber op 15 mei 2011 om 20:34 uur
tags:

Gisteren werd de selectie bekend van het Nederlands Theaterfestival, de keuze van de jury voor de tien beste voorstellingen van het afgelopen seizoen.
Van de tien geselecteerde voorstellingen heb ik er over zes een recensie geschreven:

Actueel: ‘Les Spectateurs’ van Omsk

overig,Theatermaker — simber op 29 april 2011 om 13:21 uur
tags: , ,

‘Het gaat níet over Congo’, corrigeert Lotte van den Berg gelijk. Afgelopen zomer streek ze met een groep kunstenaars van haar gezelschap Omsk neer in de hoofdstad Kinshasa. Ze werkte er met Congolese acteurs, maakte scènes op straat en probeerde kritisch te blijven op haar eigen waarnemingen en ervaringen. Nu, terug in haar standplaats Dordrecht, is ze volop bezig met haar nieuwe voorstelling, Les Spectateurs.

‘Ik ga niks over Kinshasa vertellen’, zegt ze half maart aan de telefoon. ‘Ik wil het verhaal naar een abstracter en filosofischer niveau brengen. De voorstelling wordt gemaakt aan de hand van de beweging van Nederland naar Congo en terug en zal gaan over mensen die zich verhouden tot een plek die ze nog niet kennen. Een plek waar je gast, vreemdeling of nieuwsgierige bent. In mij zit de tegenstrijdige wens om tegelijkertijd te beschouwen en te beleven. Enerzijds wil ik ergens aan deelnemen, erin opgaan, maar anderzijds is het prettiger om op een veilige afstand te blijven kijken. Door mezelf in Congo zo radicaal in een situatie te plaatsen die ik niet kende of begreep, kon dat niet meer.’

De tegenstelling tussen kijken en deelnemen zit voor Van den Berg ook in het theater zelf: ‘Je maakt als publiek samen iets mee, maar tegelijk heb je op je stoel je eigen perspectief. Een tribune is gemaakt om te kijken, de speelvloer is voor de actie. Ik zoek nu naar manieren om beide ruimtes in elkaar over te laten gaan en stel mezelf de vraag of je toeschouwer en deelnemer tegelijk kan zijn. Ik wil de theatersituatie als metafoor gebruiken. Ja, dat is mijn constante thema, het is nu verrijkt door deze reis.’

De vorm van de voorstelling ligt nog niet helemaal vast. ‘We creëren een soundscape op basis van opnames die we maakten in de kerken van Kinshasa. Beeldend kunstenaar Rachid Laachir die mee reisde naar Kinshasa ontwerpt beelden voor de voorstelling. Wat we aan tekst gebruiken wordt niet vantevoren geschreven. Ik wil het in de voorstelling direct laten gaan over de noodzaak van het spreken. In Congo wordt er met een grote heftigheid gesproken, de noodzaak tot standpunten delen is  een soort overlevingsdrang. Iets bestaat pas als je het met elkaar hebt gezien en besproken. Ik vraag me af hoe dat hier, voor ons, is.’

Les Spectateurs door Omsk // regie Lotte van den Berg // 13/4  t/m 26/10 2011 // 13 april t/m 23 april  in het Energiehuis in Dordrecht // Daarna op tournee langs:  Kunstenfestivaldesarts Brussel, De Internationale Keuze van de Rotterdamse Schouwburg, Theaterfestival Boulevard ’s-Hertogenbosch, Zürcher Theaterspektakel, Steirischer Herbst Graz en in samenwerking met het Toneelhuis Antwerpen in de Bourla Schouwburg. // www.omsk.nl

Bayern Münchner Kammerspiele

buitenland,overig — simber op 11 april 2011 om 00:06 uur
tags: ,

Nu Louis van Gaal is ontslagen bij Bayern München zal het gedroomde dubbelinterview tussen Van Gaal en Johan Simons er wel nooit meer komen. Jammer, want ik heb al tijden onderstaand dingetje over Bayern en de Kammerspiele op de plank liggen. Ik had me ook veel voorgesteld van de vormgeving, met Benny Claessens in voetbaltenue en Arjen Robben met een schedel in z’n hand. Nu ja, snakes on a plane.

Hans Bos had als voorproefje al wel een logo gemaakt.

FC Münchner Kammerspiele Schauspiel Bayern München
Chef-Trainer Johan Simons Intendant Louis van Gaal
Stadion Schauspielhaus (690 plaatsen) Großes Haus Allianz Arena (69.901 plaatsen)
Budget 26 miljoen Budget 80 miljoen
Clubkleuren Thuis: zwart/wit; Uit: wit/zwart Huisstijl rood, met het blauw-witte wapen van Beieren in het midden
Resultaten 5 keer winnaar van de Theater des Jahres-cup, 3 maal winnaar van de Nestroy-bokaal Prijzen en onderscheidingen 22 keer gekozen als winnaar van het Bundesliga Festival, winnaar op diverse Europese festivals.
Shirtsponsor Gemeente München (22 miljoen) Voornaamste subsidiënt Deutsche Telekom (25 miljoen)
Opgericht 1911 Opgericht 1900
Personeel 271 Leden 152.700
Opleiding Otto Falckenbergschule, jeugdleider Jochen Noch Opleiding Drie jeugdgezelschappen: U16, U17 en U19, onder artistieke leiding van Mehmet Scholl.
Jaarkaart 95 tot 171 euro (zeven wedstrijden) Abonnement 120 tot 650 euro (alle voorstellingen in eigen huis)

 

De Spelers: De Spelers:
Thomas Schmauser Aanvallend ingestelde middenvelder met opvallende, speelse touch. Speelde eerder in Hannover en Hamburg. Arjen Robben Opgeleid in Groningen. Technisch begaafd, blinkt uit in dramatische rollen, kan echter vervallen in schmieren
Pierre Bokma Begenadigde klassieke spits, won in Nederland alles wat er te winnen valt en begint nu pas laat aan zijn internationale carrière. Franck Ribéry Volgde de opleiding in Boulogne. Aanvankelijk komiek, maar ontwikkelde in Marseille zijn tragische kracht. Buiten het toneel zeer gesloten.
Benny Claessens Briljante, maar onberekenbare rechtsbuiten. Veel solo-acties die mislukken, maar vrijwel iedere wedstrijd een of twee momenten van genialiteit. Bastian Schweinsteiger Ster van het ensemble en publiekslieveling. Steelt meestal de show in bijrollen, niet geliefd bij z’n collega’s en bij de critici, over wie hij soms genadeloos zijn gal spuwt.
Hildergard Schmahl Opvallend klein voor een verdediger, maar zeer ervaren. Maakt sierlijke tackles en krijgt opvallend weinig kaarten. Heeft hoog rendement. Mark van Bommel Deed de toneelschool in Maastricht. Excelleert in bad guy-rollen, van Kreon in Antigone en Claudius in Hamlet tot Pinter’s Huisbewaarder.
Wiebke Puls Middenvelder met voorkeur voor rechts. Kenmerkende traptechniek met veel effect. Groot loopvermogen. Edson Braafheid Pure ensemblespeler, opgeleid in Utrecht. Staat in de schaduw van Lahm, maar is betrouwbaar; 40e voorstelling is net zo goed als de eerste. Harde werker.
Jeroen Willems Internationale vedette. Zoals veel van de beste linksbacks begonnen als aanvaller en via het middenveld afgezakt naar de laatste linie. Roert zich ook buiten het veld, sportbestuurder in de dop. Philipp Lahm Deed op z’n elfde al mee aan de jongerenvoorstelling van BM, werd binnen het gezelschap opgeleid en is nu een van de vaste waarden. Transformatieve acteur met voorkeur voor hedendaags repertoire.
Katja Herbers Werd door de trainingsschool van Theu Boermans gekneed tot de ideale libero. Fenomenale passing, maar een uitstekende mandekker als het moet. Nu al het stadium van belofte voorbij en jagend op eremetaal. Miroslav Klose Autodidact en kosmopoliet, oorspronkelijk timmerman en in bezit van de tederste ogen van het Duitse toneel. Waarschijnlijk de beste levende toneelspeler van Duitsland, zijn zwaarmoedige, ongrijpbare  Hamlet staat op ieders netvlies geëtst
André Jung Spelverdeler op het middenveld, tevens aanvoerder. Tweebenig, groot tactisch inzicht, natuurlijke leider. Pakt soms geel bij onbezonnen acties. Thomas Müller Nog zeer jong, maar een grote belofte. Net als Lahm een produkt van de eigen BM opleiding. Zou graag Romeo spelen, maar het gebrek aan vrouwen in het ensemble vormt een struikelblok.

 

Koers Kunst

cultuurbeleid,niet-theater,overig — simber op 8 april 2011 om 12:53 uur
tags: ,

Vandaag lanceer ik samen met Johan Idema het project Koers Kunst – De beste ideeën voor een cultureler Nederland. Vanaf vandaag tot juli gaan we, samen met experts en betrokken buitenstaanders, op zoek naar concrete ideeën, die een denkrichting vertegenwoordigen, een knelpunt aanpakken of een kans grijpen. Niet defensief, over geld of belangen, maar een open zoektocht, die discussie losmaakt, zodat een nationale brainstorm ontstaat. De Volkskrant en de Avro volgen de zoektocht.

Gisteren stond een uitgbreid artikel in De Volksrant, nu staat het eerste idee online, een oproep tot een ‘seizoen van de amateur’ door Kesselskramer-directeur Engin Celikbas. De komende maanden zullen we zo’n twee keer per week een nieuw idee publiceren, steeds met een culturele insider of outsider als afzender. Maar ook jij kunt meedoen: reageer en stem op de ideeën of opper zelf een idee.

www.koerskunst.nl

Jaaroverzicht theater 2010

overig — simber op 31 maart 2011 om 08:00 uur
tags: ,

Een aantal jaar schreef ik het lemma ’theater’ voor het Spectrum Jaarboek

Het theater in 2010 hield zich bezig met de politiek en de politiek met het theater. Expliciet maatschappelijk engagement is al enige jaren in de mode, maar in 2010 leek het de norm. Een geliefd onderwerp was de kredietcrisis die het publiek kon bekijken vanuit het perspectief van de daders, zoals de zwendelende verkopers van waardeloos vastgoed in Glengarry Glen Ross, door regisseur Eric de Vroedt bij Toneelgroep Amsterdam neergezet als snelle, eigentijdse komedie, of in Eerst de bonus, dan de moraal van theatergroep Klein Land, een beeldende locatievoorstelling op het Over het IJ Festival in Amsterdam Noord, waarin verstilde mannen in pakken door hun overbodig gemaakte kantoor dolen.

Ook de slachtoffers kwamen aan bod. In Interest van toneelschrijver Rob de Graaf door theatergroep Keesen & Co zien we de middenklassetragiek van een vaderloos gezin, waarin de nieuwe vriend van de moeder het familievermogen verkwist aan een hachelijk dotcom-avontuur. Van de brug af gezien van Arthur Miller uit 1956, waarin geïmmigreerde havenarbeiders vermorzeld worden door de druk van buiten, werd door regisseur Erik Whien bij Toneelgroep Oostpool licht geabstraheerd en daardoor moeiteloos in het heden geplaatst.

Een opvallende aanvulling op het crisistoneel was de voorstelling Underground van NT Gent: regisseur Johan Simons regisseerde de met name in Duitsland zeer hoog geachte toneeltekst Die Kontrakte des Kaufmanns van Elfriede Jelinek, een woedende klaagzang zonder individuele personages. Jelinek laat ‘de kleine beleggers’, ‘de bankiers’ en zelfs het geld zelf het publiek toespreken. De recensies over Underground waren vrij negatief, maar de heftigheid van Jelineks teksten heeft een niet te onderschatten impakt op het debat.

Ook de jongere regiseusse Susanne Kennedy ensceneerde bij Het Nationale Toneel een tekst van Jelinek: Over Dieren, waarin ze het hedendaagse vrouwbeeld bestookt. Jelinek gebruikt teksten van afluistertapes van een Oostenrijks escortbedrijf, waarbij de onderhandelingen over seksuele diensten worden gevoerd als waren het catalogusproducten. Kennedy was een van de meest opvallende makers van het seizoen. Als jonge regisseur maakte ze bij Het Nationale Toneel drie opvallende voorstellingen (naast Over dieren ook The new electric ballroom en Emilia Galotti) en won ze in september de Erik Vos Prijs voor aanstormend regietalent.

Johan Simons begon dit jaar aan zijn intendantschap bij de Münchner Kammerspiele in Duitsland. Hij is de eerste Nederlander die een dergelijke functie uitoefent en een aantal Nederlandse en Vlaamse acteurs gingen met hem mee naar München, zoals Benny Claessens en Katja Herbers. Ook Pierre Bokma en Elsie de Brauw spelen gastrollen. Kennedy is een van de regisseurs die hij uitnodigde voor een gastregie bij het gezelschap, evenals het jonge talent Julie Van den Berghe, die dit jaar de Ton Lutz Prijs won voor de beste afstuderende regisseur. Simons’ eerste voorstelling als intendant, de Joseph Roth-bewerking Hotel Savoy, werd met enthousiasme onthaald in de Duitse pers.

De keuze van het Nederlands Theaterfestival, de jaarlijkse selectie van hoogtepunten uit het theaterseizoen, reflecteerde de hausse aan maatschappelijk betrokken theater: naast Over dieren, Underground en Van de brug af selecteerde de jury onder leiding van Adelheid Roosen Hannah en Martin van Mugmetdegoudentand (uit 2009; het Theaterfestival gaat over een seizoen), 11 Minuten van het Noord Nederlands Toneel (gebaseerd op het boek van Paulo Coelho en interviews met prostituees) en Woeste hoogten, rusteloze zielen, een ontroerende jongerenvoorstelling van het Nederlandse Artemis en het Vlaamse Antigone, met een gloedvolle hoofdrol van Alejandra Theus als Cathy.

Opvallende keuzes waren A l’attente du Livre d’Or, een losjes swingende voorstelling over Afrika en Europa, ontstaan uit een samenwerking tussen Vlaamse en Congolese acteurs en Dit is mijn vader van Ilay den Boer. Den Boer is een jonge theatermaker die onder de titel Het beloofde feest in een serie van zes voorstellingen zijn eigen joodse identiteit onderzoekt, aan de hand van zijn eigen familieleden. In Dit is mijn vader staat hij met zijn eigen vader Gert den Boer op het toneel en gaat hij met hem de confrontatie aan over de angst voor het antisemitisme in Nederland.

Maar volgens velen de mooiste voorstelling van 2010 was Branden van het Ro Theater. De Libanees-Canadese schrijver Wajdi Mouawad schreef een stuk over een westerse broer en zus die op zoek naar de geheimen van hun overleden moeder in een door burgeroorlog verscheurd land terechtkomen. Alize Zandwijk voerde een even heftige als poëtische regie, met kinderlijke schaduwspelen en realistische automatische geweren. De voorstelling ontleende haar specifieke authenticiteit met name aan de bijzonder multiculturele spelersgroep, met onder anderen de Liberiaanse Bright Richards, de Russische Oleg Fateev en de Iraanse Mahnaz Morrowatian, aangevoerd door de zeer geprezen Vlaamse actrice Fania Sorel als de moeder, die voor haar rol werd genomineerd voor een Theo d’Or, de prijs voor de beste vrouwelijke hoofdrol van het seizoen.

De Theo d’Or werd echter gewonnen door Maria Kraakman, voor de titelrol in Orlando van Toneelgroep Oostpool, het boek van Virginia Woolf over Orlando die zo’n driehonderd jaar leeft en van een man in een vrouw verandert. De jury prees haar ‘indringende en zeer fysieke aanwezigheid, en haar weergaloze timing, die de gecompliceerde tekst invoelbaar en transparant maakt.’ De Louis d’Or werd gewonnen door Kees Hulst voor zijn rol in de bewerking van Arnon Grunbergs Tirza bij Het Nationale Toneel in de regie van Johan Doesburg.

In maart zag een nieuwe toneelprijs het licht. Ter gelegenheid van haar vijftigjarig toneeljubileum kreeg Kitty Courbois een naar haar genoemde prijs uitgereikt: de Courboisparel. Het is een zogenaamde doorgeefprijs: de houdster kiest zelf welke actrice de volgende draagster is. Er bestond nog een dergelijke prijs: de Theo Mann-Bouwmeesterring, en die werd dit jaar doorgegeven. Anne-Wil Blankers gaf de ring in november na zestien jaar door aan Ariane Schluter.

Zoals uit de acteerprijzen blijkt zijn boekbewerkingen nog altijd populair op het toneel. Vooral theaterversies van Nederlandse literaire klassiekers trekken bovengemiddeld veel publiek. In 2010 waren naast Tirza ook Karakter (met Waldemar Torenstra en Joost Prinsen), Heren van de thee en De Avonden (met Thomas Cammaert als Frits van Egters) te zien, maar ook lichtere kost als Zadelpijn en ander Damesleed heeft succes. Begin 2011 volgt de toneelbewerking van De Aanslag. Ook filmbewerkingen zijn nog in trek, zoals Oog in oog met Victor Löw en Linda van Dyck, naar de film Dead man walking, dat de Toneel Publieksprijs won.

De grootste theaterhit was echter klassiek toneelrepertoire, zij het in een bijzondere setting: in Richard III van Orkater werd Shakespeare’s klassieker aangevuld met de liedjes van Tom Waits. De op papier gewaagde combinatie pakte verrassend goed uit en met een lepe Gijs Scholten van Aschat in de titelrol en live muziek van theaterband The Sadists leverde het een rauwe crowdpleaser op. Door de exclusieve programmering – de voorstelling speelde een maand lang uitsluitend in de Stadsschouwburg Amsterdam – kon ook worden geëxperimenteerd met dynamische toegangsprijzen, die in de loop van de verkoopperiode stegen.

Richard III was de laatste voorstelling voordat Scholten van Aschat toetrad tot het ensemble van Toneelgroep Amsterdam. Na de successen van een aantal jaar geleden (Opening night, Romeinse tragedies, Angels in America) leek het gezelschap in een zoekende periode beland. Ook in 2010 bracht het gezelschap goed gemaakte maar weinig opzienbarende voorstellingen als Zomertrilogie (met een uitmuntende komedierol van Karina Smulders), de filmbewerking La Grande Bouffe (met een ‘beeldconcept’ van kunstcritica en curator Anna Tilroe) en Phaedra van de Poolse gastregisseur Grzegorz Jarzyna en met Chris Nietvelt in de titelrol. Toneelgroep Amsterdam werd niet geselecteerd voor het Theaterfestival en ook bij de nominaties voor de acteursprijzen werd het gezelschap gepasseerd. Pas aan het eind van het jaar toonde Ivo van Hove weer eens zijn oude vorm met de voorstelling Kinderen van de zon, naar Maksim Gorki, waarin het verhaal over beuzelende intellectuelen omringd door armoede en cholera akelige actuele parallelen meekreeg.

Bij de musicals ging het er heel wat lichtvoetiger toe. In het najaar gingen verschillende nieuwe Nederlandse producties in première die grossieren in nostalgisch vertier. De zeer hoog geprezen Joop van den Ende-productie Petticoat haalt de jaren vijftig terug, met een origineel script van André Breedland over een meisje dat het wil maken in de grote stad en charmante pastiches op showbizliedjes van Henny Vrienten en met hoofrolspeelster Chantal Janzen als stralend middelpunt. Van een iets steviger kaliber was de musicalversie van Soldaat van Oranje, die voor onbepaalde tijd te zien is op de voormalige luchtmachtbasis Valkenburg bij Leiden. De voorstelling, geschreven door Edwin de Vries, met muziek van Tom Harriman en geregisseerd door Theu Boermans, trok vooral de aandacht door de spectaculaire en vernieuwende decors en techniek, met een bewegende publiekstribune, schuifwanden die vloeiende scèneovergangen mogelijk maken, projecties en een echt vliegtuig.

In het cabaret vielen twee programma’s op met een persoonlijke insteek en een blik over de generaties heen. Claudia de Breij plaatste haar programma Hete Vrede vijftig jaar in de toekomst en probeerde in een gesprek tussen haar imaginaire kleinkind en haar bejaarde zelf te reflecteren op het huidige tijdsgewricht. Ze won er de Poelifinario mee, de prijs voor het beste cabaretprogramma van het seizoen. In de herfst volgde het programma Daar werd wat groots verricht van Diederik van Vleuten, die na het uiteenvallen van het duo Muiswinkel & Van Vleuten solo verdergaat. Daar werd wat groots verricht is een combinatie van geschiedenisles en persoonlijke familieverhaal over Van Vleuten’s oom, die lang in Nederlands Indië woonde en werkte. De Neerlands Hoop, de prijs voor het meest veel belovende cabaret talent, werd in september gewonnen door de door taal geobsedeerde absurdiste Paulien Cornelisse.

Musical, toneel en cabaret kregen er in november een bijzondere nieuwe schouwburg bij: het nieuwe De La Mar Theater in Amsterdam. Het nieuwe gebouw, op de plek van het Nieuwe De La Mar Theater en de bioscoop Bellevue Cinerama aan de Marnixstraat heeft twee zalen (900 en 600 stoelen), een grand café en diverse foyers. Joop van den Ende en zijn vrouw Janine betaalden de benodigde 60 miljoen uit eigen middelen en dragen ook minstens tien jaar bij aan de exploitatie van het nieuwe theater. Janine verzorgde ook de opmerkelijke fototentoonstelling in het gebouw, waarvoor ze fotografen als Erwin Olaf, Viviane Sassen en Koos Breukel een speciale opdracht gaf. Met hun vrijgevigheid plaatsten de Van den Ende’s zich midden in de discussie over kunstmecenaat, die in het najaar zijn hoogtepunt bereikte.

Over een groot deel van het jaar hing voor de gesubsidieerde kunsten al de slagschaduw van de verkiezingswinst van VVD en PVV, twee partijen die al in een vroeg stadium aankondigden te willen bezuinigen op kunstsubsidies. De kunsten leken zelfs even een verkiezingsitem te worden, nadat zowel RTL Nieuws als Nova in het voorjaar uitgebreid berichtten over de gemeentelijke uitgaven aan kunst en cultuur en over een opiniepeiling waaruit bleek dat cultuur een van de meest genoemde potentiële bezuinigingsposten was.

De bezuiniging van 200 miljoen euro die de verse regering begin oktober aankondigde kwam daarom niet als een heel grote verrassing. Wel verrassend was de per 1 januari 2011 geplande verhoging van de BTW op kaartjes voor theatervoorstellingen, concerten en aankopen van beeldende kunst. Met nog een aantal andere maatregelen dreigt binnen de gesubsidieerde podiumkunsten een korting van ongeveer een kwart van het totale rijksbudget. De kunstwereld kwam al snel met acties, bestaande uit optredens, discussies, flash-mobs en demonstraties, uitmondend in de manifestatie Schreeuw om Cultuur op 27 november en de door Freek en Hella de Jonge georganiseerde televisieuitzending Leve de Beschaving twee dagen later.

Ook ongesubsidieerde producenten, podia en concertorganisatoren sloten zich aan als gedupeerden van de BTW-verhoging en veel festivals, o.a. Lowlands, deden goede zaken door de voorverkoop te vervroegen om zo het hogere BTW-tarief te vermijden. Ondanks deze grote aanhang en diverse prominenten als Joop van den Ende, Frits Bolkestein en Bernard Haitink die zich uitspraken tegen de bezuinigingen, kon de cultuursector aan het eind van het jaar pas na schermutselingen in de Eerste Kamer een minieme concessie van het kabinet loskrijgen: de BTW-verhoging werd een half jaar uitgesteld.

Hamlet Checklist

overig,Theatermaker — simber op 23 december 2010 om 19:35 uur
tags:

The play’s the thing…
Het Nederlandse theaterpubliek is de afgelopen tijd overladen met Hamlets. Waar zit de methode in al die waanzin?  Simon van den Berg vergeleek zes sleutelmomenten in zes Hamlet-ensceneringen. Zes mannelijke Hamlets en een vrouwelijke uit Nederland, Duitsland en India.
(update april 2012 – Hamlet van het NNT toegevoegd)

Hamlet door Toneelgroep Oostpool – Regie Marcus Azzini, titelrol Sanne den Hartogh
Hamlet
door Thalia Theater Hamburg – Regie Luk Perceval, titelrol Josef Ostendorf en Jörg Pohl
Hamlet, the clown prince door The Company Theatre, Mumbai (India) – Regie Rajat Kapoor, titelrol Atul Kumar
Hamlet door De Utrechtse Spelen (DUS) – Regie Jos Thie, titelrol Floris Verkerk
Hamlet
door de Schaubühne am Lehniner Platz – Regie Thomas Ostermeier, titelrol Lars Eidinger
Rosencrantz and Guildernstern are dead
door ’t Barre Land – Regie ’t Barre Land, Hamlet: Maureen Teeuwen
Hamlet door het Noord Nederlands Toneel – Regie Ola Mafaalani, titelrol Peter Vandemeulebroecke

Het Concept

Azzini: Hamlet is een toneelspeler, het hele verhaal is een flashback.
Perceval: Hamlet is een gespleten persoonlijkheid, gespeeld door twee acteurs.
Kapoor: Hamlet, gespeeld door een troupe clowns.
Thie: Geen concept waargenomen.
Ostermeier: Hamlet als verwend, dik kind.
Barre Land: Hamlet is een bijrol.
Mafaalani: Elsinore is een psychiatrische inrichting.

De geest van Hamlets vader (akte 1, scène 4-5)

Azzini: Onzichtbaar, hij wordt in de zaal gezocht met een bouwlamp.
Perceval: Onzichtbaar, hij wordt in de zaal gezocht met een zaklamp.
Kapoor: Eerst onzichtbaar, dan gespeeld door een clown.
Thie: Hamlet speelt het zelf: ‘Ik ben mijn vaders geest.’
Ostermeier: Gespeeld door Claudius, zichtbaar als videoprojectie.
Barre Land: Tableaus van de oude toneelspeler in het licht van een lucifer.
Mafaalani: Spel met verdubbelde spiegelingen in een plexiglazen wand

‘Zijn of niet zijn?’ (akte 3, scène 1)

Azzini: Keurig volgens ’t boekje.
Perceval: De ene Hamlet zegt ‘sein’, de ander ‘oder nicht sein’; aan het eind nog een hele monoloog vol met tegengestelde bevelen: ‘Steel of steel niet, zing of zing niet, ga of blijf!’
Kapoor: Geschrapt, wel later een monoloog met andere tegenstellingen: ‘Hebben of niet hebben, naar kantoor gaan of niet.’
Thie: Volgens ’t boekje, echter niet als monoloog, maar tegen al zijn medespelers.
Ostermeier: Komt wel drie keer terug, de voorstelling opent er zelfs mee.
Barre Land: Een stukje van Gerard Reve over zelfmoord.
Mafaalani: Keurig volgens ’t boekje.

De toneelspelers (akte 3, scène 2)

Azzini: Metagrap over dat de toneelspelers dubbelrollen zijn, als gevolg van de subsidies.
Perceval: Hamlet zegt de tekst, een acteur doet in een uitzinnige mimeact alsof hij het uitbeeldt.
Kapoor: Metagrap over dat de toneelspelers dubbelrollen zijn, als gevolg van de economische crisis.
Thie: Hamlet ziet Rosencrantz en Guildernstern aan voor de toneelspelers, als onderdeel van zijn gekte.
Ostermeier: Hamlet speelt het zelf, in travestie
Barre Land: Instructies voor toneelspelers van het Jelgershuis.
Mafaalani: Hamlet laat Polonius, Rosencrantz en Guildernstern en Claudius zelf het stuk-in-het-stuk spelen en regisseert vanuit de zaal, Ophelia begeleidt op blokfluit.

Hamlet doodt Polonius (akte 3, scène 4)

Azzini: Met een krukje.
Perceval: Offstage, Hamlet komt op in de rolstoel van Polonius.
Kapoor: Met een toneelzwaard.
Thie: Met een dolk.
Ostermeier: Met een machinegeweer
Barre Land: Polonius beschrijft de scène als mauerschau*
Mafaalani: Hamlet wurgt hem in een met rook gevulde cel.

De doodgravers, de schedel (akte 5, scène 1)

Azzini: Hamlet staat oog in oog met een echte schedel, keurig volgens het boekje.
Perceval: Een acteur met een schedel op z’n hoofd.
Kapoor: Geschrapt.
Thie: Waterballet op een grote tafel, schedel ontbreekt.
Ostermeier: Geschrapt, maar werd goedgemaakt door de slapstick-act met tuinaarde aan het begin (bij de begrafenis van Hamlets vader).
Barre Land: De Lucky-monoloog uit Wachten op Godot.
Mafaalani: Hamlet gebruikt het hoofd van Ophelia, die hij als een pop over het toneel sleept.

Degengevecht (akte 5, scène 2)

Azzini: Beetje houterig gescherm.
Perceval: Geschrapt.
Kapoor: Flitsend zwaardgevecht tussen twee onhandige clowns.
Thie: Capoeira-meets-kung-fu-achtig gevecht, dat beslist wordt door een (niet vergiftigde) dolk.
Ostermeier: Laertes trekt zijn degen, Hamlet pareert met een plastic vorkje.
Barre Land: Gemimed degengevecht tussen Rosencrantz en Guildernstern.
Mafaalani: Alleen het stuk van de toeschouwende Claudius en Gertrude en de vergiftigde wijn wordt gespeeld.

* mauerschau: Een personage brengt verslag uit van gebeurtenissen off stage, die tegelijkertijd met de zichtbare handelingen op het toneel plaatsvinden.

Simber geeft cursus

overig — simber op 31 oktober 2010 om 19:44 uur
tags: ,

Vanaf 8 december geef ik voor de tweede maal de cursus Kijken en Schrijven voor de Stadsschouwburg Amsterdam. Gedurende enkele maanden bezoeken we voorstellingen, schrijven we stukken, lezen we elkaar en bespreken elkaars werk en de voorstelling.

Het gaat niet per se om recensies te leren schrijven voor in de krant, maar vooral om vrijmoedig te leren kijken, spreken en schrijven over wat u van theatervoorstellingen vindt. We hebben vijf bijeenkomsten en we bezoeken vier voorstellingen:

  • Emilia Galotti van Suzanne Kennedy (in Frascati), 
  • Lucifer van de Vlaamse groep Zuidpool,
  • Spoken van Toneelgroep Amsterdam
  • Nooit van elkaar van Toneelgroep Amsterdam

Er is nog plek!
Meer informatie (ook over aanmelden) vindt u op www.stadsschouwburg.nl

Zwarte dozen, witte dozen, boek over theaterarchitectuur

overig,Parool,PS Kunst — simber op 13 oktober 2010 om 16:00 uur
tags: , , ,

Musea met etalages, theaters met transparante repetitielokalen en cultuurgebouwen waarbij de scheiding tussen binnen en buiten zoveel mogelijk wordt opgeheven en waar mensen graag de hele dag zitten. Dat is de droom van Johan Idema en Roel van Herpt, twee cultuuradviseurs die een boek schreven vol met ideeën voor vernieuwende architectuur voor kunst. Met één van hen lopen we langs goede en slechte voorbeelden in Amsterdam. ‘We hebben kunst weggestopt in ondoordringbare dozen.’

‘Theater wordt altijd gespeeld in een zwarte doos en beeldende kunst hangt aan hagelwitte muren,’ zegt Johan Idema op het terras van Stanislavski in de Stadsschouwburg, een van de voorbeelden uit zijn boek. ‘Roel en ik hebben vanuit ons werk bij Lagroup ervaring met ontwerptrajecten voor nieuwe gebouwen. Dan merk je dat directeuren vooral bezig zijn met de zaal, ze hebben geen visie op de rest van het gebouw. Maar mensen vinden de Bijenkorf, het Westerpark of restaurants prettige plekken om te verblijven. Ik zou willen  dat theaters of musea ook zulke plekken worden.’

Het boekje Beyond the black box and the white cube is het resultaat van een uitgebreide zoektocht naar inspirerende gebouwen. Idema bezocht veel van de beschreven gebouwen zelf, maar sommige illustraties zijn van schetsen van niet uitgevoerde ontwerpen. ‘Ik vond dat dat in dit geval kon: we willen ideeën laten zien, mensen inspireren. Ik heb het boek gepresenteerd aan schouwburgdirecteuren; die mensen kennen dit soort ideeën niet.’

Continue reading “Zwarte dozen, witte dozen, boek over theaterarchitectuur” »

Twee stukken voor DeDodo: Over Dieren en Woeste Hoogten

overig — simber op 9 september 2010 om 11:57 uur
tags: ,

Festivaldagkrant DeDodo.nl volgt de festivals. Voor hen schreef ik twee stukken over TF:

En nog eentje over De Internationale Keuze:

Tzt publiceer ik die ook hier, voorlopig alleen daar.

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity