Theatertreffen 2011

Ze zijn behoorlijk tevreden met zichzelf, de jury en organisatie van het Theatertreffen (TT). Na jaren van klachten dat het festival te mainstream, te westduits en te mannelijk was bevat de selectie in 2011 voorstellingen uit Schwerin en Dresden, wel drie voorstellingen van vrouwelijke regisseurs, en maar liefst twee voorstellingen uit de ‘Freie Szene’, vergelijkbaar met het circuit van kleine zalen en productiehuizen in Nederland. 2011 is het laatste jaar dat het festival wordt geleid door Iris Laufenberg, die na negen jaar vertrekt, samen met de intendant van de Berliner Festspiele, waar het TT onder valt.

De borstklopperij klinkt vanuit Nederlands perspectief nogal vreemd, vooral omdat de selectie dit jaar helemaal niet zo opzienbarend is. Een Dood van een handelsreiziger uit Zürich en een Kirschgarten uit Keulen borduren voort op het crisisfestival van vorig jaar; Via Intoleranza II was de laatste voorstellingn van vaste TT-gast Christoph Schlingensief en klassiekers als Nora en Don Carlos zijn ieder jaar wel te zien. Ook kleinere voorstellingen als Testament van de performancegroep She She Pop en Verrücktes Blut van Ballhaus Naunynstrasse waren eerder op het Treffen te zien, al waren het dan vaak toch coproducties met de grote huizen. She She Pop wordt echter ondersteund door het Hebbel Am Ufer, zeg maar het Frascati van Berlijn en Ballhaus Naunynstrasse is een multicultureel productiehuis midden in de door Turkse Duitsers gedomineerde wijk Kreuzberg.

Ook de schijnbaar verplichte voorstelling van Elfriede Jelinek is weer uitgekozen, dit keer Das Werk, Im Bus, Ein Stürz, een compilatie van drie kortere teksten van de Oostenrijkse Nobelprijswinnares, geregisseerd door Karin Beier, artistiek leider van Schauspiel Köln. Vorig was in Berlijn de uitzinnige en magistrale Jelinek-happening Kontrakte des Kaufmanns uit Keulen te zien, in regie van Nicolas Stemann en deels met dezelfde acteurs. Maar Das Werk, Im Bus, Ein Stürz kan daar niet aan tippen, hoewel het een gewichtige, overvolle voorstelling, slim in elkaar gezet, maar – met een enorm mannenkoor, een podium dat onder water kom t te staan en de doordreunende teksten van Jelinek – vooral gemaakt om te imponeren.

De drie teksten van Jelinek gaan achtereenvolgens over de bouw van een waterkrachtcentrale in de Oostenrijkse Alpen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven van honderden dwangarbeiders kostte, een ongeval bij een instortende metrobouwplaats in München, waarbij een stadsbus in de krater stortte en drie mensen om het leven kwamen, en de instorting van het Keulse stadsarchief in 2009, wederom bij de bouw van een ondergrondse.

Continue reading “Theatertreffen 2011” »

Festival a/d Werf 2011

Er zijn voldoende redenen om af te reizen naar het Utrechtse Festival a/d Werf dat afgelopen weekend begon: de premières van nieuwe voorstellingen van Ilay den Boer en Boukje Schweigman, de spannende internationale programmering, of de intrigerende kunstwerken die tussen performance en installatie liggen. Maar een uitstekende reden is dat er ook een van de beste theatervoorstellingen van het seizoen te zien is: Viva la Naturisteraçion van De Warme Winkel.

Viva la Naturisteraçion is een voorstelling over naturisme en ja: de vijf acteurs staan het grootste deel van de anderhalf uur bloot op het toneel. Maar wat ze op dat podium uitvreten is zo onbeschaamd, radicaal en fantasievol dat die naaktheid tegelijkertijd essentieel én bijzaak wordt.

De voorstelling begint als een speelse lezing, zoals we die vaker zien bij deze generatie theatermakers (zie ook Laura van Dolron of Marjolijn van Heemstra), waarin de nog geklede spelers een soort cultuurgeschiedenis van de naaktheid presenteren. Zoals in de eerdere voorstellingen van De Warme Winkel ligt hun fascinatie speciaal bij periode rond 1900, toen de clash tussen romantiek en decadentie leidde tot het zoeken naar manieren om dichter bij de natuur te komen en dus ook tot het naturisme.

De scène waarin de spelers zich dan daadwerkelijk gaan uitkleden wordt op geen enkele manier minder pijnlijk en genant gemaakt dan het is. Het deel erna is een beeldend ballet van fladderende piemels, trillende buiken en zwierende borsten, met de stevige Jeroen De Man als natuurlijk alfa mannetje. Rondom het speelvlak staat een enorme hoeveelheid strak gesorteerde troep – verfflessen, etalagepoppen, bamboetakken, telefoons, hamburger- en deodorantverpakkingen – die steeds meer over de vloer verspreid raken. De plastische scènes worden onderbroken door teksten van Thoreau, Huizinga en Greshoff, over het verlangen van de mens om terug te keren naar een vorm van ‘oorsprong’.

Maar gaandeweg wordt de voorstelling kwaadaardiger en grotesker; een lieflijk tableau rondom Anne Fé de Boer wordt een heftige horrorverkrachting, In een magistraal beeld van een zonsopgang lijkt Joris Smit uit slijm te worden geboren, maar voor hij al evoluerend de andere kant van het toneel heeft bereikt valt hij alweer neer.

En zo eindigen ze allemaal in absurde poses van geconstrueerde natuurlijkheid: de één probeert in een yoga-houding contact te maken met de aarde in de vorm van potgrond van een tuincentrum, de ander wordt jager worden met pvc buizen als werpspiezen en een derde doet beplakt met veren alsof ze een vogel is. De uiteindelijke conclusie moet dat de wens tot opnieuw beginnen onherroepelijk hoort bij het mens zijn en dat er maar één manier is om daadwerkelijk één te worden met de natuur: door te sterven. Weergaloos theater.

Het is gebruikelijk dat naakte acteurs snel een badjas aangereikt krijgen voor het eindapplaus, maar deze spelers blijven gewoon bloot, zij het inmiddels behoorlijk besmeurd, tijdens het buigen. Overigens kunnen eventuele liefhebbers de voorstelling ook naakt bezoeken, als volgende week zondag het publiek net zo naturistisch wordt als de spelers.

De rest van het festival steekt bij dit overdonderende spektakel een beetje flets af. In de kindervoorstelling Zoek het lekker zelf uit vertelt theatermaker Ilay den Boer (die aan de hand van zes voorstellingen over zijn familieleden zijn Joodse identiteit onderzoekt) het verhaal van zijn opa, een speelse schoolmeester uit Israël die na de Tweede Wereldoorlog ongewild voor zijn land moest vechten. Den Boer weet in dit deel, ondanks zijn innemende podiumpersoonlijkheid en mooie muziek van Florian de Backere, de vrolijke kinderspelletjes (onder andere een leuke speurtocht door het theater) niet bevredigend weet te verbinden aan de zware thema’s identiteit, vriendschap en idealisme.

Een aanrader onder de buitenlandse gastvoorstellingen is Testament van de Berlijnse groep She She Pop, waarin vier spelers met hun eigen vader op het toneel staan om Shakespeare’s King Lear te spelen. De kinderen (nou ja, ze zijn bijna veertig) hebben een hoop problemen met hun ouders, maar de vaders blijken uiteindelijk louter liefde en wijsheid te schenken. Een ontroerende voorstelling voor iedereen die zijn of haar vader nog iets aanrekent.

Meer info www.festivalaandewerf.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity