Recensie: Ifigeneia in Aulis van Toneelgroep Amsterdam

Ook op het toneel wordt ons beeld van wat oorlog is voornamelijk bepaald door het Amerikaanse leger. Het decor van de nieuwe voorstelling van Toneelgroep Amsterdam bestaat uit rijen plastic poppen –een soort crash test dummies met dogtags– in een stofvrij magazijn. Vooraan een mobiel commandocentrum, een klein huisje op palen zoals je dat vaak naast ambassades ziet. Clean maar dodelijk efficiënt wapentuig, klaar voor actie.

TGA heeft al een aantal jaar een samenwerkingsverband met het American Repertory Theatre uit Boston. Eerder maakten de twee groepen Hemel boven Berlijn, nu komt artistiek leider Robert Woodruff naar Nederland om Ifigeneia in Aulis te maken, de klassieke tragedie van Euripides. Het is een nogal onevenwichtige voorstelling geworden waarin de verschillende elementen van Woodruff’s regie maar geen geheel willen vormen en het aan de fantastische acteurs van het Amsterdamse ensemble is om de zaak te redden.

Ifigeneia is de dochter van Agamemnon (opvallend zwaarmoedig gespeeld door Roeland Fernhout), bevelhebber van het Griekse dat op weg is naar Troje. De vloot ligt echter stil in de baai van Aulis; er is geen wind. Een orakel zegt dat alleen het offeren van Ifigeneia door haar vader de goden gunstiger kan stemmen. Agamemnon laat zich meeslepen door de eigen logica van de oorlog en laat zijn dochter onder een vals voorwendsel naar het legerkamp komen, vergezeld van haar moeder Klytaimnestra.

Chris Nietveld’s Klytaimnestra is een kruising tussen koningin Fabiola van België en Liz Taylor ten tijde van Virginia Woolf. Met haar lakjas en haar plissee jurkje past zij op geen enkele manier bij de oorlogsmachine. Pas als zij halverwege de voorstelling achter de werkelijke beweegredenen van haar man komt en met hem de confrontie zoekt krijgt de voorstelling spanning en gevoel. Na haar recente Theo d’Or winst voor Romeinse Tragedies speelt Nietveld wederom een grootse rol, waarin diep drama en een lichte toets wonderwel samengaan.

Verder blijft de voorstelling merkwaardig vormelijk. Wellicht heeft dat te maken met de tamelijk zakelijke vertaling van Gerard Koolschijn die niet zo goed past bij de heftig emotionele stijl van het huidige gezelschap onder Ivo van Hove.

Het koor, dat de volgens de regels van de klassieke tragedie tussen de scènes door de handeling becommentarieert, zingt de teksten in het oud-Grieks op electronische klanken van componist Gene Carl. Het blijft een fremdkörper in de voorstelling. De muziek klinkt ingeblikt en de vijf zangeressen –verbonden aan Opera Studio Nederland- hebben te weinig présence tussen de toneelkanonnen.

Daar heeft Marwan Kenzari geen last van. Deze jonge acteur maakt op enthousiaste wijze zijn debuut in de grote zaal. Met zijn sterke aanwezigheid en soepele tekstbehandeling zal hij vanaf volgend seizoen wanneer hij een vaste aanstelling krijgt een welkome aanvulling vormen in het tableau van TGA.

Het moeilijkste deel van het stuk zit kort voor het eind. Ifigeneia –een jong meisje dat tot dan toe bang is voor de dood- besluit ineens dat ze wíl sterven. Het leidend voorwerp eist ineens de hoofdrol op. Dat is een raadselachtige omslag en geen regisseur ontkomt eraan om hier een duidelijke reden voor te geven. Kiest ze de dood uit plotseling doorbrekend plichtsbesef, puberale grootheidswaanzin of romantisch nationalisme? Een heldere keuze blijft uit en dat maakt deze voorstelling stuurloos. Het is te prijzen dat Karina Smulders in de titelrol desondanks enkele zeer mooie scènes neerzet.

Overigens is dit niet de eerste voorstelling van een gastregisseur bij Toneelgroep Amsterdam die zo slecht uit de verf komt. Voorstellingen van Pierre Audi, Theu Boermans en Gerardjan Rijnders haalden de afgelopen jaren bij lange na niet het niveau van die van artistiek leider Ivo van Hove. Dat is niet onlogisch –Van Hove zit op een uitzonderlijke creatieve piek en hij zet het gezelschap zoveel mogelijk naar zijn hand-, maar een beetje zorgelijk is het wel.

Ifigeneia in Aulis door Toneelgroep Amsterdam. Gezien 12/10/08 in de Stadsschouwburg. Aldaar nog 14-15/10, 18-28/11 en 27-31/2/09. Tournee. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl

‘Hippolytos’ van Euripides door Aluin

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:06 uur
tags: , ,

Afrodite, de godin van de liefde, is een drag queen. Dat beloofd al niet veel goeds. Met een spiegelend hoofdkapje, pauweveren en stiletto laarsjes legt ze alvast even uit hoe ze Hipplolytos zal straffen voor diens minachting voor haar. Hippolytos’ stiefmoeder Faidra zal verliefd op hem worden, hij zal haar afwijzen, zij zal zelfmoord plegen en hem in een afscheidsbrief van verkrachting beschuldigen, zijn vader Theseus zal hem vervloeken en hij zal sterven. Afrodite glundert erbij als een valse nicht.

Hippolytos is een klassieke tragedie van 2500 jaar oud, maar regisseur Erik Snel verplaatst het stuk naar een moderne nachtclub. Dat is natuurlijk een leuk uitgangspunt voor de vormgevers en decor, kostuums en pruiken raken de juiste toon van uitzinnige kitscherigheid. Ook de acteurs mogen zich uitleven in gender bending en campy playback acts.

Dat is allemaal heel aardig, maar al vroeg in de voorstelling gaat de toeschouwer zich afvragen wat dit allemaal in hemelsnaam met het stuk te maken heeft. Alsof het nachtclub-idee zich heeft gevormd na een eerste oppervlakkige lezing van het stuk (de a-sexuele Hippolytos versus de godin van de liefde) en dat niemand er daarna nog over heeft nagedacht.

Vervelender wordt het nog omdat het stuk steeds maar weer moet worden opgeleukt. Zo krijgt het bodeverhaal waarin het spectaculaire dodelijke ongeluk van Hippolytos verteld wordt een zeurderige loungedeun mee en verschijnt in een tragische scène plots als komische noot een Spaans sprekende loodgieter. Uit alles spreekt de angst om een saaie en truttige voorstelling te maken. Maar als je zo weinig vertrouwen hebt in het basismateriaal, waarom kies je dan niet iets anders?

Begrijp me niet verkeerd: ik ben absoluut niet tegen het moderniseren van oude stukken, maar op deze manier, waarbij moderne muziek, monologen vol metaforen, travestieten en Griekse goden zonder verband naast elkaar worden gezet, werkt het eenvoudigweg niet en gaat het irriteren.

De acteurs doen hun best -met name Marcel Roelfsema die twee godinnen speelt is geestig-, de voorstelling heeft vaart en humor, de nog niet eerder gespeelde vertaling van Gerard Koolschijn is prachtig, maar het is voornamelijk geforceerd en gemakzuchtig toneel.

Hippolytos van Euripides door Aluin. Regie: Erik Snel. Gezien, 18/3 in Utrecht. Te zien in Amsterdam 21 en 22/3, tournee t/m 3/6. Meer informatie op www.aluin.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity