Verslagje ITs Festival

Je vraagt je af hoe jonge toneelspelers en theatermakers zich moeten voelen: vier jaar geleden nog hoopvol begonnen, en nu afstuderend in tijden van grote subsidievermindering, met name voor nieuw talent. Het lijkt de meesten niet te deren; ze zijn vol vertrouwen dat ze op de een of andere manier wel aan de kost kunnen komen.

Het ITs Festival, dat een groot aantal voorstellingen van afstuderenden aan de diverse toneelscholen van Nederland presenteert, bezuinigt ook en duurt dit jaar een paar dagen korter dan eerdere edities.  Verstandig misschien in de overdaad aan festivals deze weken, maar dat betekent wel dat je als toeschouwer je er –meer dan in voorgaande jaren– helemaal in moet storten om alles te volgen.

Het heeft ook al ergerlijk en verwarrend bij-effect dat sommige voorstellingen de ene dag wél in de ITs programmering staan en de volgende dag –op dezelfde tijd en in dezelfde zaal– ineens niet meer.

Zoals elk jaar gaat de meeste aandacht uit naar de afstudeervoorstellingen. De Toneelschool Maastricht kiest al een aantal jaar voor modern repertoire en speelt Turista uit 2005 van de Duitse schrijver Marius von Mayenburg. Het stuk verplaatst de eeuwige Europese oorlogen naar een camping “op de vlakte van Waterloo, achter het Teutoburger Wald aan de Marne”.  De kinderen terroriseren elkaar, de ouders proberen zonder succes de vrede te bewaren en iedere scène eindigt met de dood van een van de kindjes, ongeveer zoals Kenny in South Park.

De Maastrichtse afstudeerklas speelt zowel de kinderen als de ouders en nog een paar krankzinnigen die Hans en Grietje opvoeren. Kortom, lekker vet en gruwelijk toneel, maar regisseur Caspar Vandeputte houdt het tempo te laag, waardoor de voorstelling erg gaat dreinen. Bij Maastricht zitten er altijd een paar sterren in de klas en hier zijn dat Sallie Harmsen (die al een Gouden Kalfnominatie op zak heeft) en Reinout Scholten van Aschat (zoon van, die al opviel in De Heineken Ontvoering). Beiden zijn ook al opgepikt door grote toneelgezelschappen (respectievelijk Het Nationale Toneel en Toneelgroep Amsterdam).

In Amsterdam besloot een deel van de afstudeerders hun eigen idealisme onder de loep te nemen en het resultaat is de schetsmatige voorstelling Almost cut my hair, een verzameling liedjes, sketches, en persoonlijke scènes met veel fijne hippiemuziek van met name Crosby, Stills, Nash & Young, aan wie ze ook de titel ontlenen. Het is eigenlijk geen goede voorstelling, te ijdel, te fragmentarisch, vol jonge mensen met passie en kunde maar zonder ervaring.

Maar door één briljante ingreep valt alles op z’n plaats. Eén van de spelers vertelt een kort verhaal over een jeugd in de jaren vijftig. Het is de geschiedenis van André Veltkamp, afscheidnemend directeur van de Theaterschool en regisseur van de voorstelling, en ineens wordt alles gelaagd: idealisme als levensgevoel van adolescenten, “letting your freak flag fly”, de noodzaak om terug te gaan naar de muziek van je ouders om de wereld nu te begrijpen.

Het helpt dat Soumaya Ahouaoui en George Tobal innemende, magnetische spelers zijn en Karlijn Hamer een kleinkunstkanon waar we nog wel van zullen horen. Maar hier wordt de tijdgeest hard op z’n staart getrapt en dat is bijzonder.

Het ITs Festival duurt nog t/m 28/6. Meer info op www.itsfestivalamsterdam.com

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity