Recensie ‘Bloedjeuk’ en ‘Hartruis’ van Toneelgroep Cargo

Parool,recensies — simber op 29 maart 2009 om 21:16 uur
tags: , , , ,

Ze redeneren wat af, de personages van theatermaker Marcel Osterop, maar conclusies lijken ze nooit te bereiken. Osterop en zijn nieuwe groep Cargo –dit jaar opgericht onder de hoede van Het Zuidelijk Toneel- presenteren zich in Amsterdam met twee wat magere lunchpauzevoorstellingen, Bloedjeuk en Hartruis, die ieder een week in Bellevue staan. Op zondag worden ze achter elkaar gespeeld.

De overeenkomsten tussen de stukken zijn groter dan de verschillen. Vier personages praten in populaire psycho-clichés over  “wederzijds respect”, “twijfels uiten” of “een keuze voor jezelf maken”. De situatie is onbepaald: in Bloedjeuk lijkt het door de strakke pakken een situatie tussen collega’s op kantoor, Hartruis is absurder, een soort therapiesessie. Af en toe is het geestig en raak. Er zijn conflicten, maar waarover blijft in het midden. “We moeten open kaart spelen”, zegt Dimme Treurniet, een dominant personage in beide stukken. “Er zijn onomkeerbare dingen gebeurd”, Constance Kruis, twee keer de passief-agressieve.

Zo praten ze constant door, over zichzelf en over hun relaties. Verder blijft alles onbestemd. Mannenrollen blijken uit de tekst te worden gespeeld door vrouwen, iemand biedt koffie aan met in z’n hand een overduidelijke theekan. Een schuchter personage wordt steeds aangeduid als “een pedant mannetje”. Zo neemt Osterop de toeschouwer alle zekerheden uit handen. Bij hem doen het wie, wat, waar en waarom er niet toe. Het gaat alleen om het hoe.

Hartruis gaat daarin verder en is daarom de betere van de twee. Twee personages staan de hele tijd achter een enorme hangende glasplaat, als reptielen in de dierentuin, een derde zit ernaast als oppasser. Een vierde loopt goeroe-achtig over de tribune en beantwoord alle vragen met een tegenvraag: “Ben jij een soort goeroe?” “Heb jij behoefte aan een goeroe?”

Maar dat gebrek aan context maakt dit lichtgewicht toneel. De toeschouwer krijgt te weinig houvast. Daarnaast heeft de nadrukkelijke tekstbehandeling van de acteurs de voorstelling iets schools. Osterop’s vorige voorstelling, Gewürztraminer, was beter; daar had het spel met onderlinge verhoudingen een daadwerkelijke inzet, namelijk een relatiecrisis.

Osterop plaatst zich als toneelschrijver in een zeer Nederlandse traditie van Judith Herzberg tot Peer Wittenbols en Esther Gerritsen: personages uiten zich primair in taal, spreken in korte zinnen, het drama is indirect. De grote gelijkenis tussen Bloedjeuk en Hartruis doet ook vermoeden dat dit vooral stijloefeningen zijn.

Bloedjeuk en Hartruis van Toneelgroep Cargo. Gezien 29/3/09 in Bellevue. Aldaar t/m 17/4. Meer info op www.toneelgroepcargo.nl

Recensie: ‘Victory Boogie Woogie’ van Het Zuidelijk Toneel

Abstract theater, kan dat eigenlijk wel bestaan? Anders dan in de beeldende kunst staan er op het toneel toch bijna altijd mensen, een soort inherent naturalisme. Daar zit de kneep bij voorstelling Victory Boogie Woogie van Het Zuidelijk Toneel.

Gerardjan Rijnders schreef en regisseerde een stuk over Piet Mondriaan, geïnspireerd door een tekst van de schilder zelf, Trialoog, waarin hij een moderne schilder, een klassieke en een leek laat discussiëren over kunst. Bij Rijnders wordt het een vinnige discussie tussen de abstract denkende en schilderende Piet (Mark Kraan) en de morsige en boze geranium-schilder (Jeroen de Man), met een vrouw (Nanette Edens) als scheidsrechter en bemiddelaar.

Piet is vol van zijn idealen voor een nieuwe wereld en een nieuwe mens, die een rijpere blik moet ontwikkelen en zo het materialisme en het eeuwige met elkaar kan verbinden. Al snel wordt de aandacht afgeleid. Er is een grens aan de hoeveelheid hoogdravend getheoretiseer die je als theaterbezoeker kunt verdragen.

Bovendien blijkt er meer ontwikkeling te zitten in de vormgeving (Marc Warning): de voorstelling begint in het duister, dan is één witte lijn zichtbaar, vervolgens een enorme hel verlichte ruit, en langzaam maar zeker steeds meer, een foto van Mondriaan’s atelier, videobeelden en uiteindelijk een opgezet paard, op z’n kop hangend uit de kap. Ook de muziek, gecomponeerd door Boudewijn Tarenskeen, op het podium uitgevoerd door het Loos Ensemble, volgt een vergelijkbare lijn van superabstracte piepknor (letterlijk), tot dansbaarder jazzvormen, charleston en, jawel, boogie-woogie.

Een projectie van de film Powers of Ten (gebaseerd op een boekje van Kees Boeke, ook al zo’n vroeg 20e-eeuwse utopist) laat de relativiteit zien van de discussie over abstract en figuratief: als je vanaf een stelletje in een park in- of uitzoomt, naar de schaal van moleculen of sterrenstelsels wordt alles vlakken, lijnen en punten.

Maar je kunt Victory Boogie Woogie ook zien als commentaar van Rijnders op de kunst: Mondriaan was op zoek naar het universele, een nieuwe kunst voor de toekomst. Maar in de afgelopen eeuw zijn veel kunstenaars juist de andere kant op gegaan, op zoek naar het hyperpersoonlijke. Zo ook de acteurs die meewerkten aan deze voorstelling: Edens heeft in een eerdere voorstelling tot in detail haar naakte lichaam beschreven, De Man las ooit de begroting voor van een door hem geïnitieerd kunstproject.

Het zijn dit soort details die Victory Boogie Woogie een soms nogal gewild artistieke, maar uiteindelijk toch intellectueel uitdagende voorstelling maken. Voor de liefhebbers van abstract theater, dat wel.

Victory Boogie Woogie van Het Zuidelijk Toneel. Gezien 20/3/09 in Den Haag. In Amsterdam (Stadsschouwburg) 29/3. Tournee t/m 28/4. Meer info op victory.hzt.nl

Verslagje: Crew/Eric Joris weekend in de Brakke Grond

Parool,verslagjes — simber op 22 maart 2009 om 20:12 uur
tags: , , ,

Daar sta je dan; oog in oog met een half-technologisch wezen. Hij of zij kan niet zien, met zijn virtual reality-bril en koptelefoon op, een raar medisch schort aan en aangesloten op een dikke kabel. Toch weet hij met enige moeite zijn koptelefoon op jouw hoofd te zetten. Enkele minuten later ben je net zoals hij.

Het werk van de Vlaamse theatermaker Eric Joris sluit aan bij het Nederlandse ervaringstheater van bijvoorbeeld Dries Verhoeven of Boukje Schweigman. Maar waar die laatsten vooral op zoek zijn naar zo simpel mogelijke theatrale middelen, maakt Joris met zijn groep Crew juist gebruik van de meest geavanceerde techniek. In de Brakke Grond  werd afgelopen weekend aandacht besteed aan Joris’ speciale vorm van hoogtechnologisch ervaringstheater, met lezingen, discussies en de één-op- één voorstelling Eux.

Voor zijn nieuwe theatervorm heeft Crew een samenwerkingsverband opgezet met verschillende Europese universiteiten. Veel technologie –in dit geval met name 360-graden video-camera’s die hun beelden live of bijna live doorsturen naar virtual reality-brillen- wordt steeds verfijnder, maar wetenschappers zijn hard op zoek naar kunstenaars die hun werk van inhoud voorzien. Joris was oorspronkelijk striptekenaar, maar raakte gefascineerd door het idee een tekening ín te kunnen stappen.

Eux begint met een wandeling op straat met een koptelefoon op je hoofd en een technicus in je voetspoor. Een man vertelt het verhaal van zijn ziekte: hij kan geen gezichten meer herkennen. Op het moment dat hij wordt opgenomen in een inrichting kom je zelf via een achterdeur de theaterzaal binnen. Na de confrontatie met de technologische mens –een eerdere toeschouwer, blijkt later- en jouw eigen transformatie begint een merkwaardige reis door gangen in een ziekenhuis en een klooster, waarbij je steeds je eigen blikrichting kunt bepalen.

Intrigerend wordt het als iemand je vraagt om een hand voor je gezicht te houden en er tegelijkertijd een hand op het scherm in je bril verschijnt. Verbijsterend  is de ervaring als je eigen handen iets anders moeten doen dan je virtuele handen. En dan zie je ineens jezelf, een iets eerder opgenomen beeld, je achtervolgt jezelf door een gang, terwijl je nog steeds in die opname vrij om je heen kunt kijken.

De ervaring is intrigerend en gelaagd, maar het verhaal het zwakke punt is van de voorstelling. Als je de ruimte krijgt om te exploreren, wil je niet verteld krijgen wat er aan de hand is, maar het zelf ontdekken.

Dit soort high-tech theater heeft vooralsnog een smal publiek. Dat is niet zo verwonderlijk: bij Eux kunnen per avond slechts twaalf toeschouwers naar binnen. Maar ergens op dit terrein ligt een fascinerende toekomst waarin theater, film en game in elkaar overvloeien. Bij Joris’ volgende project krijgen twee mensen met een 360-graden camera, microfoon, virtual reality-bril en koptelefoon elkaars zintuigen te zien en horen. Dit project, met de toepasselijke titel Headswap, lijkt een interessante stap van verhaal naar spel.

Meer info op www.crewonline.org

Recensie: ‘Pax Islamica V: Hadj’ van Sabri Saad El Hamus en DNA

Een Arabische vader met drie zoons: een Marrokkaan, een Nederlander en een met neukteugels. Bij Pax Islamica wordt vrijzinnig omgesprongen met ethniciteit. Hadj is het laatste deel van een serie voorstellingen van theatermaker Sabri Saad El Hamus gebaseerd op de vijf zuilen van de islam. De pelgrimstocht naar Mekka komt hier slechts aan bod als afleidingsmanoeuvre.

Het verhaal is zeer losjes gebaseerd op de Gebroeders Karamazov van Dostojevski, waarbij de Russische namen zijn gehandhaafd, maar de situatie is verplaatst naar de Amsterdamse wallen. Daar heeft de Arabische weduwnaar Fjodor in de loop der jaren een bloeiend sexbedrijf opgebouwd. Met zijn drie zoons heeft hij mot: de een werkt voor hem en doet er nog een drugshandeltje bij, de ander is imam geworden, de derde studeerde aan Harvard, werd advocaat en is nu teruggekomen om de erfenis van zijn overleden moeder op te eisen.

Het lijkt intrigerend, de combinatie van islam, rosse buurt en Russische tragiek, maar het gaat nergens werken. Schrijfster Lisa de Rooy bouwde een enorme plot – pa wil vluchten met een van zijn hoertjes en al het geld, maar zegt tegen zijn zonen dat hij naar Mekka gaat; plotseling staat nog een vierde zoon voor de deur; de vrouw van de oudste zoon is zwanger – en de tijd die het kost om al die uit te werken gaat ten koste van eventuele bespiegelingen over eenzaamheid en geluk, die er nu een beetje bijhangen.

Erger is dat de personages te plat blijven waardoor de situatie nergens echt dramatisch wordt. Yahya Gaier als de religieuze zoon heeft een geestige mimiek, maar blijft tegen het eind steken in overdrijving. Delilah van Eyck moet de  eerste helft eindeloos op een ronddraai-plateau staan voordat haar rol zich mag beginnen te ontwikkelen Zelfs Sabri Saad El Hamus, gezeten op een met gewichten vastgezette troon, bovenop een tafel,  kan te weinig sympathie oproepen.

Het is vooral zo jammer dat de liefdevolle, melancholieke toon van de eerdere delen van Pax Islamica geheel verdwenen is. Dit zijn zelfzuchtige personages die vooral fysiek, vaak hardhandig met elkaar communiceren. Het personage van Saad El Hamus, dat in de eerste vier delen viriel maar ook poëtisch en gevoelig was, is hier ineens een oppervlakkige patser. En dat is een onwaardige afsluiting van een eerder buitengewoon mooie serie.

Pax Islamica V: Hadj van Sabri Saad El Hamus en DNA. Gezien 10/3/09 in Frascati. Aldaar t/m 14/3. Tournee t/m 12/5. Meer info op www.denieuwamsterdam.nl

Recensie: ‘Ritter Dene Voss’ van Dood Paard

Parool,recensies — simber op 8 maart 2009 om 13:46 uur
tags: , , ,

Ze steken een sterretje aan, tellen tot drie en glijden naast elkaar de goudglimmend metalen glijbaan af, het decor in. Tot zover de eendracht. Manja Topper en Femke Heijens spelen de zussen van de grote filosoof Ludwig, die ze zojuist hebben opgehaald uit een psychiatrische inrichting. Ze zijn steenrijk, de twee zussen zijn allebei actrice bij het theater waarvan de 51 procent van de aandelen bezitten.

De Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard schreef Ritter Dene Voss in 1986 speciaal voor drie acteurs van het Weense Burgtheater, de titel is ontleend aan hun namen. Het verhaal is zeer losjes gebaseerd op de neuroses van de familie van Ludwig Wittgenstein. Dood Paard speelt het nu als het ware als oefening in lelijkheid, maar weet daar niet bovenuit te stijgen.

Maar geestig is het vaak wel, bijzoorbeeld de scène waarin Topper pannekoeken bakt; na eerst alle benodigdheden te hebben verzameld (met een aanloopje de glijbaan op rennend en met tafeltjes er weer af) lukt het haar zelfs met de meest gemakzuchtige ingrediënten (een schudflesje met beslag) niet om een fatsoenlijke pannenkoek af te leveren. Sowieso maakt Topper van haar neurotische personage bijna een varieté-act.

Ook Benny Claesens als geesteszieke broer is het aanzien waard. Met zijn dikke lijf waar nauwelijks een badjas omheen past komt hij via de glijbaan het huis binnen en meteen is duidelijk dat hij er op eigen kracht niet uit zal komen. In andere rollen is hij vaak temerig en sarcastisch, nu breidt hij zijn repertoire uit met krankzinnige razernij.

Hoewel de personages praten en praten over schilderkunst, theater en een klein beetje filosofie en Freud, Beethoven en Schopenauer voorbij komen is het kraakhelder dat de woorden te groot zijn voor deze kleinzielige mensen. In een decor van zilveren sliertgordijnen, bruine vloerbedekking, Christine-le-Duc-hempjes, glitterbollen en de Carpenters vieren ze hun neuroses, sadisme en incestueuze verlangens bot op elkaar. De achtergrond wordt gevormd door een foto van zeven blote mensen op de rug gezien, met hun handen tegen de achtermuur.

Eerder dit seizoen wist Dood Paard de ondoordringbare teksthoop Prinsessendrama’s van Elfriede Jelinek niet helderder te maken, en ook na het zien van Ritter Dene Voss blijft het onduidelijk wat de groep met dit cynische, van zelfhaat vervulde Oostenrijkse repertoire wil zeggen.

Ritter Dene Voss van Dood Paard. Gezien 7/3/09 in Frascati. Aldaar t/m 11/3 en 27-29/4. Meer info op www.doodpaard.nl

Recensie: ’11Stêdetocht’ van Tryater

recensies,Theatermaker — simber op 19 februari 2009 om 02:10 uur
tags: ,

Uit de TM van februari

Vrijdag 19 december, in de trein naar Leeuwarden
De Elfstedentocht als theater. Dat bekt lekker, maar kan het ook iets gaan betekenen? En is het wel leuk om als publiek twaalf uur lang door Friesland gejaagd te worden? We zij door pamfletten gewaarschuwd: trek warme kleren en waterdichte schoenen aan; neem extra eten mee. Lichte angst overheerst.

Zaterdag 20 december 6:00 uur
De start is in een grote bedrijfsloods waar het ondanks het vroege uur en het pikkedonker al bruist van de activiteit. We hebben een busnummer dat correspondeert met een traliekooi in de loods. Daar moeten we wachten en kunnen we kennismaken met onze lotgenoten. Er komt koffie, later ook broden en pindakaas, waarmee we zelf ons lunchpakket kunnen bouwen. De sfeer is uitgelaten. Er zijn drie vertrektijden, in totaal reizen er zo’n 1000 mensen in 20 bussen door Friesland.

6:45 uur
Het begint! Eén voor één krijgen we een draadloze koptelefoon en verdwijnen we met korte tussenpozen door een deurtje in de hoek van de loods. Buiten is de jolige sfeer meteen verdwenen. Je bent koud en alleen. We lopen over metalen loopplanken drijvend op een breed kanaal. Op de koptelefoon vervormde klanken. Zachte lichtjes geven de route aan. Die lijkt eindeloos. Het is een tocht naar het niets.

Continue reading “Recensie: ’11Stêdetocht’ van Tryater” »

Recensie: ‘Tien geboden, deel 2’ van NT Gent en Wunderbaum

Parool,recensies — simber op 16 februari 2009 om 21:02 uur
tags: , , ,

“Maar wat komt er dan in de plaats van God?” “Eenzaamheid.” Tien een beetje gedateerde televisiefilms van de Krzysztof Kieslowski, waarin de Poolse filmregisseur de Tien Geboden in een moderne setting plaatst en zonder de kerk of de filosofie erbij te betrekken morele keuzes voorlegt aan eenvoudige mensen in een flatgebouw in Warschau. Regisseur Johan Simons brengt ze nu op het toneel vorig seizoen de eerste vijf, nu de volgende.

Het zijn twee aparte voorstellingen, maar Simons’ groep NT Gent speelt ze ook als marathon van zes uur. De lange tussentijd tussen de twee delen is jammer voor degenen die deel één al vorig seizoen zagen. Tien Geboden is één, groots theaterwerk en de marathon lijkt me het niet te missen theaterevenement van het seizoen.

Er zit een huiveringwekkend soort eenvoud in dit tweede deel. De opeenvolging van verhalen is scherper, lijnen uit het eerste deel worden duidelijker, de overgangen van deel naar deel zijn vloeiend. We zien het verhaal van een jongen die met een telescoop een vrouw begluurt en haar voor het eerst aanspreekt, of van een meisje dat haar kind terug wil dat ze te jong kreeg en dat door haar moeder wordt opgevoed of van twee broers die een kostbare postzegelverzameling erven van hun vader, en rucksichtlos op zoek gaan naar die ene zegel die de collectie compleet maakt.

De toon blijft ingehouden, de acteurs vertellen meer dan ze spelen, maar meer dan in deel één wordt er stilistisch veel uit de kast gehaald. In vrijwel hetzelfde decor van rijen tweedehands meubels onder koel tl-licht spelen de acteurs kindertheater met maskers, een college over ethiek en groteske komedie. De acteurs, deels van NT Gent, deels van Simons’ protegé-groep Wunderbaum, zijn dienstbaar, maar weten de schaarse dramatische momenten fel te kleuren. De symboliek is klein: het ontrafelen van vertrouwde verbanden wordt getoond als het uithalen van een breiwerk of het leeghalen van een teddybeer.

Waren bij deel één nog enige reserves mogelijk, deel twee is een overrompelende theatergebeurtenis. Na een aantal voorstellingen gebaseerd op boeken van de Franse schrijver Michel Houellebecq die harder en tragischer waren, maakt Simons nu dit troostrijke, compassievolle tweeluik. Een oproep tot gemeenschapszin en daarmee tot theater zelf: komt dat zien!

Tien geboden, deel 2 van NT Gent en Wunderbaum. Gezien 13/2/09 in Rotterdam. In Amsterdam (Stadsschouwburg) 13/3, marathon (deel 1&2) 14/3. Meer info op www.ntgent.be

Recensie: ‘Garnalen Verhalen’ van Hotel Modern

Parool,recensies — simber op 12 februari 2009 om 00:46 uur
tags:

Garnalen, het zijn net mensen. Met een cast van honderden dode garnalen -formaat flinke gamba- maakt Hotel Modern een live animatiefilm waarin de kreeftachtigen trouwen, televisie kijken, naar de dierentuin gaan en housen.

Zo’n live animatie werkt als volgt: op een tiental tafels in Frascati 1 staan kleine filmsets, compleet met props en verlichting, vaak gemaakt van alledaagse materialen. Luciferdoosjes worden een tankstation, een sterretje een lasapparaat, een lapje plastic de zee. Drie spelers (Herman Helle, Pauline Kalker en Arlène Hoornweg) lopen rond met vingercamera’s en bewegen de garnalen met ijzerdraad of hun vingers, hun beelden worden groot geprojecteerd op de achterwand. Een geluidsman (Arthur Sauer) maakt live een soundtrack, terwijl een setdresser (Ineke Kruizinga) de volgende lokatie klaar maakt.

Hotel Modern heeft dit procedé zo’n tien jaar geleden ontwikkeld en wat zijn ze er nu virtuoos in geworden. Als kijker wisselt je blik continu tussen het maken, liefdevol en speels, en het resultaat op het scherm, dat soms een dramatische begrafenis is en dan weer een gruwelijke hersenoperatie of een grappige rij garnalen met meubels op hun rug.

Eerdere voorstellingen gingen over het verbeelden van het onvoorstelbare, de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog in De Grote Oorlog, de concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog in Kamp. In deze voorstelling maken ze meer gebruik van het enorme reservoir aan beelden in ons collectieve geheugen. Parodieën op Tussen Kunst en Kitsch, operatieprogramma’s en The Exorcist komen voorbij. Camerastandpunten, aankleding en special effects komen je steeds bekend voor.

Het lijken losse scènes uit het leven als garnaal, maar op subtiele wijze verwerkt Hotel Modern in de garnalenwereld thema’s als sterfelijkheid, de overeenkomsten tussen mens en dier en de nietigheid van het menselijk bestaan. Je zou het bijna Boeddhistisch kunnen zien, misschien waren we in een vorig leven wel garnaal… En met die beschouwing over leven en dood komt Hotel Modern uiteindelijk bij zichzelf uit: poppenspelers die dood materiaal tot leven kunnen wekken.

De beste voorstellingen van Hotel Modern –en daar is dit er zeker een van- lijken eigenlijk op elkaar, dat is een beetje de makke van groep voor haar vaste bezoekers. Maar als u nog geen kennis hebt gemaakt met hun enorme verbeeldingskracht, spoedt u dan naar Frascati.

Garnalen Verhalen van Hotel Modern. Gezien 11/2/09 in Frascati. Aldaar
t/m 21/2, tournee t/m 13/5. Meer info op www.hotelmodern.nl

Recensie: ‘Spinoza (in exile)’ van Huis aan de Amstel & Wederzijds

Parool,recensies — simber op 8 februari 2009 om 15:26 uur
tags: , , , , ,

Spinoza voor pubers. Je kan als theatergroep een makkelijker onderwerp kiezen. Huis aan de Amstel en Wederzijds (sinds 1 januari gefuseerd) benaderen in hun jongerenvoorstelling Spinoza (in exile) de filosoof als tweede generatie allochtoon en dat levert een aardige maar tikje oppervlakkige voorstelling op.

Spinoza (in exile) is een van drie voorstellingen die de fusiegroep maakt over Amsterdamse schrijvers in de geschiedeniscanon, voor verschillende leeftijdsgroepen (de andere twee gaan over Anne Frank en Annie M.G. Schmidt).

De voorstelling opent sterk met een cabareteske act van drie mannen die een stuk over Spinoza gaan opvoeren en verstrikt raken in misverstanden en spitsvondigheden over goed en slecht, joden, allochtonen, ‘èchte’ Amsterdammers en Willem Nijholt, abrupt onderbroken als een meisje uit het techniekhok komt om het over het licht te hebben.

Gaandeweg vullen de acteurs de rolverdeling in en wordt de situatie theatraler. Daniël van Klaveren speelt Spin, de tegendraadse filosoof die overal vraagtekens bij zet, Oscar Siegelaar speelt zijn broer Gab die het al moeilijk genoeg heeft met zijn handel in rozijnen zonder lastige vragen en Roel Adam –tevens de schrijver- speelt Rem(brandt), de schilder die uit het raam van zijn huis op de Jodenbreestraat de jonge Spinoza regelmatig moet hebben zien langslopen.

Die ingeep om Rembrandt toe te voegen is merkwaardig, maar werkt wel, vooral wanneer het lichtmeisje (Markoesa Hamer) zich verkleedt als het Melkmeisje van Vermeer en met een paar dia’s laat zien dat Vermeer’s helderheid en evenwicht beter bij het rationalisme van Spinoza passen dan de donkere symboliek van Rembrandt.

De dia’s worden, naast beelden van ogen, kabbalistische schema’s, straatscènes uit de derde wereld enzovoort geprojecteerd op een met stof omspannen huisje achterop het toneel. Hieruit slepen de acteurs flink wat wetenschappelijk instrumentarium en theatermachinerie, een windmachine, globes op statieven, een skelet, een telescoop en lenzen.

Binnen in het huisje speelt ook de sleutelscène van de voorstelling zich af: de uitstoting van Spinoza uit de joodse gemeenschap, vanwege zijn ketterse ideeën; zijn tweede verbanning, na de vlucht van zijn ouders uit het vijandige Portugal en Frankrijk. Spinoza maakt het niet uit, hij werkt als lenzenslijper en correspondeert met de grote geesten van zijn tijd.

In de voorstelling wordt zijn filosofie teruggebracht tot een aantal heldere oneliners, zodat je hem bijna als een vroege existentialist gaat zien. Clichés worden niet helemaal vermeden: Spin wordt neergezet als een wereldvreemde nerd, een vrouw moet hem de waarde van de geest en de schoonheid van het alledaagse leren. Daardoor wordt de filosoof van zijn heiligheid ontdaan, maar ontroerend wordt het niet.

Spinoza (in exile) van Huis aan de Amstel & Wederzijds. Gezien 6/2/09 in het Rozentheater. Aldaar t/m 21/2, tournee t/m 28/3. Meer info op www.huisaandeamstel.nl

Recensie: ‘Roll with it’ van Lucas de Man/St. Nieuwe Helden

Parool,recensies — simber op 25 januari 2009 om 22:09 uur
tags: , ,

Een voorstelling met als publiciteitstekst “fuck dit tekstje en kom gewoon” is natuurlijk bij voorbaat al sympathiek. De vorig jaar afgestudeerde regisseur Lucas de Man en zijn Stichting Nieuwe Helden zijn ook niet bang voor de allergrootste thema’s in het theater: eerlijkheid en de ‘echtheid’ van alles wat je doet op het podium. Maar in hun jeugdige overmoed zijn ze wel erg ver doorgeschoten in naïviteit

Roll with it is een performance voor De Man en nog vier acteurs, een kruising tussen therapie, repetitielokaal en De Lama’s. In een volledig omgebouw Gasthuis zit het publiek op verschillende plekken in de ruimte, met in het midden een speelvloer voor de acteurs, die aankondigen dat er niks vast ligt en dat ze allemaal een of meer ‘nummers’ te doen, waarin ze op hun manier zo oprecht mogelijk proberen te zijn.

Een van hen heeft zichzelf de opdracht gegeven om een strakke dans te doen waar hij zelf in kan geloven, een ander gaat het publiek voor in een lach-cursus, een derde richt grimmig een pistooltje op toeschouwers en vraagt: “ja of nee?” en weer een vraag aan een ander keer op keer om hem hard in zijn gezicht te slaan: “Ik wil ècht iets voelen.” Tussendoor doen ze dansante wedstrijdjes armpje drukken, of rolt er uit een hoog opgehangen printer een opdracht voor de vijf, opgegeven door een toeschouwer van gisteravond.

Het grootste probleem lijkt dat er zo weinig kameraadschap te zien is tussen de acteurs: tijdens hun individuele nummers worden ze weinig opgejaagd, tegengesproken of uitgedaagd. De poging tot oprechtheid zit in hun eigen hoofd en wordt niet zichtbaar voor het publiek. De schaarse keren waarop dat wel gebeurd – De Man die de Tsjechische Jan Barta dwingt Nederlands te spreken, de afspraak om op bepaalde momenten alle bijgedachten moeten worden uitgesproken-  zijn meteen spannend. Als ze samen een paar liedjes spelen zijn ze even een (goed) bandje, maar de harde muziek plaatst de jongens weer op afstand.

Maar de openheid van de setting is wel verleidelijk. De toeschouwers zijn vrij genoeg om zich ertegenaan te bemoeien en als sommige onderdelen minder spontaan zijn dan De Man ons wil doen geloven, dan is dat goed gespeeld. Deze voorstelling werd een beetje grimmig omdat één van de acteurs een opdracht weigerde, wat tot een venijnige ruzie leidde. Andere avonden zullen meliger, serieuzer of intiemer zijn.

Maar het blijft onbeholpen, deze oprechtheid zonder theatrale vorm. Voor de makers waarschijnlijk confronterend en waardevol, maar voor het publiek uiteindelijk oninteressant.

Roll with it van Nieuwe Helden en Frascati Producties. Gezien 24/1/09 in Frascati WG (vh. Gasthuis). Aldaar t/m 31/1. Meer info op www.rollwithit.nl

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2025 Simber | powered by WordPress with Barecity