Recensie: ‘Wachten op Godot’ van Oostpool

Geen toneelstuk vertrouwder dan Wachten op Godot. We weten dat Godot niet komt, we weten net dat de hoofpersonen Vladimir en Estragon niet kunnen vertrekken en dankzij de strenge eisen van de erven Samuel Beckett weten we dat op het verder kale toneel één boom zal staan en dat de acteurs bolhoedjes zullen dragen.

Het geeft de nieuwe voorstelling van het modernistische meesterwerk –onlangs nog door lezers van theatertijdschrift TM en –website Moose gekozen tot beste toneelstuk aller tijden– door Toneelgroep Oostpool iets geruststellend vertrouwds.

Nederlandse regisseurs hebben vaak de neiging om het nauwe keurslijf van het stuk op te rekken, maar regisseur Erik Whien lijkt juist uit te proberen wat er gebeurt als je de aanwijzingen zo goed mogelijk volgt. En zie: het werkt. Wachten op Godot zit namelijk, ondanks het absurdisme, erg goed in elkaar.

We zien twee mannen bij een verwaaide berk, wachtend op een derde die niet komt. Ze verdrijven de tijd met praten en filosoferen, lijden aan honger en ander fysiek ongemak. Maar ze kunnen niet weg, ze wachten op Godot. Hun ledige bestaan wordt even opgeschud door de komst van twee andere reizigers, die wel weer verder gaan.

Deze dienstbare Godot wordt een heldere en frisse voorstelling, gedragen door een jonge cast met de lange, dunne Stefan Rokebrand als de flegmatieke Vladimir en de kleine, compact gebouwde acteur Sanne den Hartogh als de opvliegende Estragon. Ze zijn bijna een komisch duo, maar door door een doelbewuste timing –zoals in een bedaarde varieté-act met de hoeden- blijft Beckett’s abstractie intact.

Opvallend is het contrast met de twee andere personages Pozzo en Lucky. Ali Ben Horsting maakt van Pozzo bijna een circusdirecteur met zijn knallende zweep en zijn bulderende stem en Lard Adrian weet als Lucky een intens fysieke lijdzaamheid uit te stralen.

Over Godot is inmiddels veel geschreven, maar een recent boek van de Franse filosoof Pierre Temkine biedt een wel heel erg intrigerende interpretatie. In weerwil van de onbepaalde tijd en plaats van de handeling en de metafysische aspecten is Wachten op Godot volgens hem juist een historisch toneelstuk: Vladimir en Estragon zijn twee uit Parijs verdreven joden die in de lente van 1943 bij Roussillon wachten op een gids die hen naar neutraal gebied moet brengen.

Het lijkt vergezocht, maar als je de voorstelling met deze kennis ziet is het een verbijsterende ervaring. Het meest vertrouwde toneelstuk ineens weer als nieuw.

Wachten op Godot door Toneelgroep Oostpool. Gezien 27/10 in Amstelveen. In Amsterdam (Frascati) 3 t/m 7/11, tournee t/m 13/12. Meer info op www.oostpool.nl

Recensie: ‘Dankwoord?’ van de De Voortzetting (van Art & Pro)

Parool,recensies — simber op 21 oktober 2009 om 01:18 uur
tags: , , ,

“Het strijdperk kent geen permanente helden, alleen tijdelijke”, aldus de redenaar in Dankwoord? Maar regisseur en schrijver Frans Strijards kan enig uithoudingsvermogen toch niet ontzegd worden. Halverwege de jaren ’90 fuseerde zijn veelgeprezen gezelschap Art & Pro met de Trust tot de Theatercompagnie, met catastrofale gevolgen: binnen een jaar werd Strijards eruit gewerkt. Een comeback als schrijver bij Het Zuidelijk Toneel mislukte.

Maar zie, nu is hij er weer. Een nieuw gezelschap onder zijn leiding, De Voortzetting (van Art & Pro), kreeg weer subsidie, net als oudgedienden Discordia, omdat de subsidiegevers inzagen dat er “naast jong talent ook meesters moeten zijn”. Maar wat is de relevantie nog van Frans Strijards?

De titel de eerste voorstelling van De Voortzetting is elk geval al een villeine combinatie van nederigheid en grootheidswaan. Dankwoord? is een monoloog voor acteur Helmert Woudenberg die weinig meer nodig heeft dan een katheder en zijn sonore stem om Strijards’ taalconstructies vloeiend te brengen.

Dankwoord? begint als een aanvaardingstoespraak van een prijs voor een “fulminant polemist”, maar meandert al snel alle kanten op. De spreker vertelt zijn levensverhaal, als jongen van het platteland die op het conservatorium terechtkomt, waar hij trio’s voor hamer, beitel en concertzaalvloer componeert, en even later gidst hij ons door zijn verder niet aangeduide stad, “zo bizar dat hij denkbeeldig lijkt”. En net als het iets te veel mozaïek wordt, blijkt alles zich samen te ballen in één spannend verhaal over Zwarte Avonden, geheime dochters en een gevaarlijk boek dat misschien wel niet bestaat.

Tussendoor fulmineert hij tegen recensenten, oreert hij over het nut van kunst, bespot hij realiteit en fictie en vertelt hij moppen, anekdotes en aforismes. “Als de aap de voorloper is van de mens, is de banaan de voorloper van de mobiele telefoon.” Het is dat Woudenberg nergens op de lach speelt, maar anders zou het bijna cabaret kunnen zijn, al zal Strijards het daar niet mee eens zijn: “polemist zijn doe je niet voor je lol”, sneert de redenaar, “cabaret doe je voor je lol.”

De uitgebeende vorm maakt de voorstelling nogal statisch, en zeker voor een monoloog met anderhalf uur erg lang. Daarbij is  Woudenberg een vormelijke acteur, daar moet je van houden. Maar dat zijn kleinigheden: Strijards’ taal is de ster, prikkelend, geestig en schurend. Daarin blijft hij uniek: “Een bek vol benzine, op zoek naar een vlam.”

Dankwoord? van de De Voortzetting (van Art & Pro). Gezien: 20/10 in Den Bosch. In Amsterdam (Bellevue) 23 -25/10 en (Polanentheater) 29-30/10. Meer info op www.devoortzetting.nl

Recensie: ‘Vijand van het Volk’ van Toneelgroep Maastricht

Parool,recensies — simber op 20 oktober 2009 om 01:17 uur
tags: , , , ,

Met Vijand van het Volk presenteert de nieuwe, grote theatergroep uit Maastricht met Arie de Mol als nieuwe artistiek leider zich voor het eerst. De Mol –eerder leidde hij Els Inc.- bewerkte Henrik Ibsens drama over idealisme en eigenbelang uit 1882 tot een pittig leerstuk en een volle, enthousiast gespeelde theateravond.

Dokter Stokman (Olaf Malmberg, op dreef als idealist met het gelijk aan zijn zijde) ontdekt dat het bronwater van het kuurbad dat zijn provinciestad tot trekpleister maakt vervuild is en gevaarlijk voor voor de gasten. Hij is ervan overtuigd dat iedereen in het dorp het probleem zal erkennen en zal proberen op te lossen, en aanvankelijk lijkt hij de pers en de burgerij achter zich te hebben. Maar zijn zus, tevens de burgemeester is niet zo blij met haar broers campagne.

Mara van Vlijmen maakt van de burgemeester een verrukkelijk soort Pauline Krikke, eerst als een reclamespot de grote winst die het “wellness gebeuren” het dorp heeft gebracht aanprijzend, later in een vinnige discussie de kosten die het verhelpen van de problemen met zich mee zou brengen memorerend. De grote confrontatie met haar broer is een kluchtige scène in een redactielokaal met onverwachte opkomsten en gedoe met een aktentas. We hebben dan al een scène gehad bij uitsluitend het licht van mijnwerkerslampjes op witte bouwhelmen en een changement waarbij de acteurs onverstoorbaar liedjes van de Velvet Underground spelen terwijl ondertussen het drumstel verplaatst wordt.

De acteurs die ‘af’ zijn zitten linksvoor op het podium en grijpen soms in in de handeling, bijvoorbeeld als Stokman een uitgebreide tirade tegen de macht van de domme mensen houdt tegen het publiek in de zaal. Het is een beweeglijke, rommelige mis-en-scène, waarin subtiele discussies soms worden weggeschreeuwd in overdreven gedoe.

Maar in die overdaad aan ideeën, sommige slecht, andere briljant wordt het thema snel genoeg helder: de oudere idealist die aan zijn principes vasthoudt tegenover jongeren die het idee van de waarheid wel heel mooi vinden klinken, maar zich schielijk terugtrekken als blijkt dat hun welvaart op het spel staat. Zo wordt Ibsen’s drama een politiek leerstuk waarbij alle personages zich moeiteloos laten herkenbare types uit hedendaagse discussies, zoals met de revolutie flirtende intellectuelen en de goedmenende zoon die iedereen zo ongenuanceerd vindt.

Enthousiasme kortom, en veel ideeën. Van een nieuw gezelschap kun je weinig meer wensen.

Vijand van het Volk van Toneelgroep Maastricht. Gezien 19/10 in Utrecht. Vanavond te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg); tournee t/m 22/12. meer info op www.toneelgroepmaastricht.nl

Voorstuk ‘Heden Stad’ van Hotel Modern

interviews,Parool — simber op 18 oktober 2009 om 10:13 uur
tags: ,

“Wat is er toch met die kloterookmachine?!” Een groepje theatermakers probeert controle te houden over een begrafenisstoet, een carnavalsoptocht en een communistische demonstratie, maar in de enorme hoeveelheid afspraken over licht, geluid en beweging laat het rookapparaat het afweten.

Gelukkig zijn de optochten alledrie maar een voet hoog. Het zijn ingenieuze contructies van poppen op wieltjes, door middel van touwtjes en stokken voortbewogen door de spelers van Hotel Modern. De groep herneemt na tien jaar de voorstelling Heden Stad, waar ze een dag en een nacht uit het leven van een grote stad tonen. In een studio aan de historische Delfshaven in Rotterdam staan manshoge kartonnen dozen als een skyline van flatgebouwen, witbroden worden bussen, de mensen worden gespeeld door parfumflesjes, bananen en bierblikjes.

“Het is onze oervoorstelling”, vertelt Pauline Kalker na afloop van de repetitie, “De eerste keer dat we met maquettes op het toneel werkten. Met de voorstellingen erna hebben we veel nieuw publiek gewonnen die we deze voorstelling ook graag willen laten zien.” Dat publiek kwam af op bijzondere voorstellingen als De Grote Oorlog en Kamp waarin de groep maquettes combineerde met vingercamera’s en zo live animatiefilms maakte over de Eerste Wereldoorlog en de holocaust. Ze werden er wereldberoemd mee, en de voorstellingen spelen nog steeds, deze winter bijvoorbeeld in Moskou, Vancouver en Tokio.

“Het was heel verfrissend om deze voorstelling weer op te nemen”, zegt Arlène Hoornweg, “Het heeft een optimistische blik op de wereld, een zekere levenslust.” “Het is ons gelukt om een mooie wereld te scheppen met deze voorstelling”, vult Kalker aan, “het is goed om daarnaar terug te kijken na de heftige beelden uit de latere voorstellingen.” “De techniek werd ook veel belangrijker”, zegt Hoornweg. “Onze laatste voorstelling, Garnalen Verhalen, is state-of-the-art video-montage. Dit is ouderwetse poppenkast, je trekt aan een touwtje en een poppetje komt tot leven.”

Het opnemen van zo’n oude voorstelling heeft nogal wat voeten in aarde. De constructies en de digitale bestanden van de soundscape waren er nog -“we bewaren sowieso zoveel mogelijk”-, maar de videoregistratie laat niet alles zien. “Het blijft puzzelen”, zegt Herman Helle, “vooral wat betreft het licht. Sommige dingen moesten we opnieuw maken, maar het blijkt veel moeilijker dan tien jaar geleden om van die hele grote kartonnen dozen te vinden. Spullen worden blijkbaar anders verpakt.”

Helle maakte ooit maquettes voor architect Rem Koolhaas. Sporen van diens ideeën over stedelijkheid zijn terug te vinden in de voorstelling. Helle: “Lange tijd was de stad was een probleemgeval. Steden zouden dorpser moeten worden om mensen rust en ruimte te geven. Koolhaas zei juist dat steden werkten omdát ze chaotisch, druk en verstopt zijn. Hij pleitte voor méér dynamiek, meer hoogbouw. Zo’n veelkleurige stad wilde in deze voorstelling laten zien.”

“Omdat we nu weer tien jaar verder zijn ontwikkelt de betekenis van de voorstelling zich ook”, stelt Kalker: “Na 9/11 en door een term als ‘probleemwijken’ wordt die veelkleurigheid van de stad helaas negatief opgevat. Een van de torens in het decor is een minaret: toen een grappig exotisch element, nu bijna een politiek statement.”

“Maar het is in de eerste plaats een kijkspel”, zegt Hoornweg: “De  betovering van dag en nacht en het spel met lichtjes. En je mag zien hoe het gemaakt is; met herkenbare middelen laten we de hele wereld zien.” “Het gaat om de stad als personage”, vult Kalker aan, “Een levend wezen met gemoedstoestanden. Je moet het gevoel krijgen dat je op een wolkenkrabber staat en de hele stad ziet bewegen. En dat je een verrekijker hebt en je helemaal op één raam kunt inzoomen.”

Wat zijn eigenlijk de favoriete steden van de spelers zelf? Hoornweg noemt New York, Kalker Genua en Rome en alledrie noemen ze Hong Kong, waar ze deze zomer De Grote Oorlog speelden. Helle: “Het liefst zou ik willen dat Parijs, Rotterdam, Amsterdam, Rome en Hong Kong wijken waren van dezelfde stad. Maar uiteindelijk gaat het om de stad waar je je bed hebt staan.”

Heden Stad is van 20 t/m 24/10 te zien in Frascati. Meer informatie en kaarten op www.theaterfrascati.nl

Recensie: ‘Ghetto’ van Het Toneel Speelt

Parool,recensies — simber op 16 oktober 2009 om 02:07 uur
tags: , , ,

De twee meisjes zijn volkomen gelijkwaardig: de één heeft blond haar en een kruisje om haar nek, de ander donker en een davidsster. Maar de opstandige jongen Rafaël heeft gekozen voor de shikse, de christelijke Rose. Het is de bron van een hoop ellende.

Vorig jaar bracht Het Toneel Speelt een kraakheldere en ingehouden Op hoop van Zegen, het meesterwerk van toneelschrijver Herman Heijermans. Nu speelt het gezelschap een minder bekend stuk van dezelfde schrijver, Ghetto, dat bij de première in 1898 veel succes oogste, maar na 1910 nooit meer werd gespeeld. Dus waarom nu ineens wel?

Het verhaal stelt niet zoveel voor –een sentimenteel drama over een zoon die  in opstand komt tegen z’n vader die een andere bruid voor hem heeft bedacht dan het meisje waarop hij verliefd is-, het gaat in Ghetto om de setting: de jodenbuurt van Amsterdam. Die geeft de plot zijn lading. Want de zoon van de blinde joodse voddenhandelaar Sachel kiest niet alleen voor een christelijk meisje, maar daarmee voor een leven buiten het zelfverkozen isolement van de joodse gemeenschap.

De vergelijking met moslims anno nu ligt voor de hand, maar wordt verder niet uitgespeeld. De tragiek ligt bij de oude Sachel, door Mark Rietman knap gespeeld tussen tiranniek en beklagenswaardig (al was de blindheid –met witte contactlenzen en een paar tics- nogal vet aangezet) die zijn zoon niet meer kan imponeren met fysiek overwicht. Sachel is te hard voor een handelaar: hij kan proeven of er door de wol een draadje katoen zit, maar zijn klanten lopen bij hem weg omdat hij nooit water bij de wijn doet. We zien hem geen enkele deal sluiten.

Spijkers voert opnieuw zijn subtiele en dienstbare regie. Kijk hoe de dienstmeid en de zus redderen om de blinde Sachel en hoe ieder personage reageert op de aangeboden boterkoek. In een prachtige scène gaat een gesprek met collega Aaron (een prachtige Dries Smits) over de prijs van een paar balen wol heel voorzichtig over in de onderhandeling over een huwelijk tussen hun kinderen. Maar de zoon heeft zelf al een andere keuze gemaakt. Later komt een rabbi nog proberen de jongen te redden: “Wat krijg je in de plaats als je weg gaat? Vreemden.” Joods zijn gaat hier niet over religie, maar over de gemeenschap binnen de golfplaten container van het decor, met een paar kleine raampjes bovenin.

Maar hoe aardig de situatie ook wordt geschetst, het stuk zelf is uiteindelijk niet al te best. De verwikkelingen in de tweede helft zijn té voorspelbaar en de personages niet zo uitgesproken dat je met ze mee kunt leven in hun uiteindelijke ellende. Ghetto blijft een obscurium, nu even opmerkelijk door een actuele gelijkenis, maar dat is nauwelijks genoeg voor een avond toneel.

Ghetto van Herman Heijermans door Het Toneel Speelt. Gezien 15/10 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m 18/10, tournee t/m 19/12. Meer info op www.hettoneelspeelt.nl

Recensie: ‘Boe!’ van het Ro Theater

Parool,recensies — simber op 14 oktober 2009 om 00:10 uur
tags: , , , , ,

De poster meldt onder de namen van de vier spelers: “En u”. U bent dus gewaarschuwd. Bij aanvang we allemaal een koptelefoon met een zendertje. Kort na het begin staan een paar mensen op uit het publiek, lopen naar het toneel en nemen deel aan de voorstelling, blijkbaar nauwkeurig gestuurd door een stem in hun oor.

Ze trekken een plastic wegwerpregenjas aan en struinen door het decor: een enorme rotzooi; een vloer vol plastic flessen, vuilniszakken en papier met daartussen een omgevallen parasol, een piskruis en een container. Het lijkt een verlaten festivalterrein na een paar dagen stevig feesten. In het midden zit een vrouw met een griezelig echt lijkende hoofdwond. De toeschouwer/spelers negeren haar, halen een biertje uit een koelbox. Eén verdwijnt in de container en komt eruit in het uniform van een ambulancemedewerker.

Het is een onbehaaglijk maar intrigerend begin. Is dit een rampgebied? Een nachtmerrie? De sfeer in de zaal blijft hangen tussen giechelige gene en beklemming. Sommige toeschouwers mogen terug naar hun plek, anderen worden opgeroepen. De spanning over wie nu weer aan de beurt is overschaduwt de spanning van wat er op het podium gebeurt tussen de toeschouwers en de vier ‘echte’ acteurs, onder wie Bram Coopmans en René van ‘t Hof.

De voorstelling kantelt als een van de actrices in bikini lekker tussen het vuil gaat liggen zonnen op een meegebrachte handdoek. Er volgen een paar scènes tussen de spelers –geestig genante gesprekjes vol misverstanden in gebroken Engels tussen een toerist en een lokale bewoner- die weinig verband hebben met de rest, maar die wel lading geeft aan de voorstelling.

Aan het eind staan er wel tien toeschouwers op het toneel. In een poetische processie gaat één van hen voorop, de anderen doen hem na en zo onstaat een instant choreografie. Ze halen samen met de acteurs applaus.

Regisseur Jetse Batelaan ontwikkelde zijn bijzondere theatervisie op het menselijk onvermogen op de zomerfestivals en op locaties buiten het theater. Nu werkt hij vast bij het Ro Theater, maar het lijkt met dit decor wel alsof hij heimwee heeft. Zou de gene van de spelende toeschouwer beter tot zijn recht komen als deze voorstelling op een festival als Oerol was gemaakt? Batelaan’s uitgangspunt is geweldig, maar minder dan in eerdere voorstellingen weet hij er een samenhangende voorstelling van te maken. Maar misschien kan het gewoon niet: spannend theater in combinatie met de angst om mee te moeten doen.

Boe! Een spookverhaal voor grote mensen van het Ro Theater. Gezien 13/10 in Frascati. Aldaar t/m 24/10. Meer info op www.rotheater.nl

Simber in het echt

overig — simber op 13 oktober 2009 om 13:38 uur

Naast mijn schrijfwerk verschijn ik met enige regelmaat in levenden lijve bij discussies, interviews en in programma’s op radio en tegenwoordig zelfs televisie. Daarom hieronder een overzichtje/archiefje van die activiteiten, dat ik zal proberen actueel te houden.

2014

2013

2012

  • 26 september: leiding nagesprek bij de voorstelling Cadavre Exquis van Kassys, Nature Theatre of Oklahoma, Tim Crouch en Nicole Beutler in Frascati.
  • Met ingang van dit seizoen ben ik bij De Avonden tipgever: iedere twee weken bespreek ik in de uitzending een voorstelling.
  • 30 augustus: te gast (opnieuw) in het Radio6 programma De Avonden om samen met Annette Embrechts en Kester Freriks te praten over het Nederlands Theaterfestival en het komende seizoen
  • 5 juni en 17 juli presenteerde ik Clash der Recensenten
  • juni: Marcel Schmeits schreef het boek Drama & Toneel; een beknopte geschiedenis. Ik was zijn redacteur.
  • 26 mei: samen met Robbert van Heuven te gast bij een nagesprek bij Wat nodig is van Laura van Dolron
  • 22 mei: te gast bij een speciale aflevering van Clash der Recensenten over het advies van de Raad voor Cultuur
  • 20 april: dagmoderator van het Oistat congres ‘Theatre of the senses’ op de Toneelacademie in Maastricht
  • 21 maart: panellid bij de discussiebijeenkomst Heeft cultuur de media nog nodig? van Apache en Rekto:Verso in Antwerpen
  • 15-19 maart: co-presentator bij de talkshow van TM tijdens Brandhaarden in de Stadsschouwburg
  • 17 januari: leiding nagesprek bij de voorstelling Good cop, bad cop van Kassys in Frascati, met als speciale gast Midas Dekkers
  • 12 januari: panellid bij ComMotie in de Stadsschouwburg Amsterdam

2011

  • 23 november: te gast in het Radio6 programma De Avonden om samen met Annette Embrechts en Kester Freriks te praten over het theaterseizoen
  • 8 november: uitreiking van de TIN theaterprijzen; ik zat dit jaar in de jury van de Wijnberg Scenografieprijs
  • 6 november: ik ben uitgenodigd voor het internationale seminar Theatre in Crisis in Oslo om te spreken over de kunstbezuinigingen in Nederland
  • 29 oktober: leiding nagesprek bij de voorstelling 300 el x 50 el x 30 el van FC Bergman in de Stadsschouwburg
  • 3 oktober: presentatie van het eindstatement van Koers Kunst in Pakhuis de Zwijger
  • 20 september(?): kort interview in een item van het programma De Gids op Radio 1 over Facebooktheater
  • 8 september: panellid bij de discussie Den Haag Toneelstad in de Koninklijke Schouwburg, tijdens het festival Theu Boermans@Work
  • winter: cursus Kijken en Schrijven voor de Stadsschouwburg Amsterdam

2010

  • juni: deelnemer aan het televisieprogramma De Recensenten van Het Gesprek.
  • februari/maart: lid van de aanmeldingscommissie van DasArts
  • 27 januari: gespreksleider bij het nagesprek over Archiv van de Tijdelijke Samenscholing

2009

  • 16 oktober: deelnemer aan het televisieprogramma De Recensenten van Het Gesprek. Ik zal het hebben over Martha Loves George van Boogaerdt/Van der Schoot en de tentoonstelling Theater na Tomaat.
  • oktober t/m december geef ik een cursus Toneel kijken en erover schrijven voor de Stadsschouwburg Amsterdam.
  • sinds juni: regelmatige gast in het radioprogramma Clash der Recensenten van Amsterdam FM en TM, iedere dinsdagmiddag tussen 15 en 16 uur vanuit de Openbare Bibliotheek in Amsterdam.
  • maart/juni: deelnemer aan twee ronde-tafelbijeenkomsten over theatermarketing, verslag daarvan is gepubliceerd in TM van juni en van oktober 2009

2008

  • 11 december: geïnterviewd door de Belgische radio over de verkiezing van het Beste Toneelstuk Aller Tijden.
  • 30 november: sprekend columnist tijdens festival Goesting.
  • 2005-2008: jurylid van de VSCD Toneelprijzen
  • 12 september: live geïnterviewd tijdens TF-1
  • 20 juni: panellid tijdens het debat Heinz 2 tijdens het ITS
  • 30 januari: gespreksleider bij een nagesprek bij Deconstructie van Dood Paard en ’t Barre Land

2007

  • 28 november: gespreksleider bij een nagesprek bij IJs van Joachim Robbrecht
  • Geïnterviewd ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van Moose voor het oktobernummer van TM
  • 26 september: gespreksleider bij een nagesprek bij Diespace van Pips:lab
  • 3 september: ‘co-referent’ tijdens een debat over de toneelcrisis tijdens TF-3
  • 22 juni: deskundige tijdens het debat Heinz tijdens het ITS

Schouwburg ontruimd op Aktie Tomaat jubileum

De Stadsschouwburg is afgelopen vrijdag rond kwart over elf ontruimd nadat er rook was geconstateerd in de Rabozaal. Op dat moment speelde Toneelgroep Amsterdam daar de laatste scènes van de voorsteling Kruistochten. Nadat de politie en brandweer waren gearriveerd werd ook café-restaurant Stanislavski, dat gevestigd is in de schouwburg, korte tijd ontruimd. De brandweer meldde dat het ging om rook van een rookmachine in naastgelegen concertzaal De Melkweg. Maar betrokkenen ontkennen dit en zien een link met Aktie Tomaat die juist op vrijdag 40 jaar geleden plaatsvond in de schouwburg.

“Het is godsonmogelijk dat het rook uit de Melkweg bij de Rabozaal terecht komt”, zegt Melkweg-directeur Cor Schlösser: “Het zijn gescheiden gebouwen.” Hij noemt de opmerkingen van de brandweer “dichterlijke vrijheid”. De rook zou afkomstig zijn uit een airco-ruimte op de achtste verdieping van het nieuwe deel van het schouwburggebouw, dat eerder dit jaar werd geopend. Schouwburg-directeur Melle Daamen noemt de mogelijkheid van een rookbom op die plek “niet onwaarschijnlijk.” “Er was wel rook, maar geen vuur en ook geen brandlucht. Maar als het een gerichte actie is geweest moet het iemand zijn geweest die het gebouw kent en begrijpt hoe de airconditioning werkt. Nee, er is nog geen verantwoordelijkheid opgeëist. Dat gebeurt ook meestal bij de krant.”

Acteur Hans Kesting speelde in de voorstelling en stond met drie anderen in de coulissen te wachten voor zijn opkomst in de laatste scène: “Het publiek begon ineens te applaudisseren, ik dacht eerst dat het een open doekje was, maar het ging maar door. Dat is een klassieke acteursnachtmerrie: dat het applaus al klinkt terwijl je je laatste scène nog moet spelen. Ik keek om het hoekje en zag dat iedereen al klappend naar buiten liep.” De eerste technicus had de rook in de zaal geconstateerd en legde de voorstelling stil. Kesting: “Je kon de rook zien in het licht, maar het stond niet blauw.”

“Een gewild idee”, noemt Kesting de suggestie van een rookbom. “Ik had me geen moment gerealiseerd dat het de verjaardag van Aktie Tomaat was. Ik denk eerder dat het te maken heeft met de kinderziektes van de nieuwe zaal. We hebben ook soms geluidsoverlast van de Melkweg.”

Recensie: ‘Martha loves George’ van Boogaerdt/VanderSchoot

Twee jaar geleden maakte mimeduo Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot de locatievoorstelling Tsjechov bij de bushalte, waarin het verlangen naar een ander leven uit De Drie Zusters tot één essentieel beeld werd teruggebracht: een vrouw wachtend bij een bushalte en die uiteindelijk niet instapt. Nu passen ze hetzelfde procedé toe op een andere toneelklassieker: Who’s afraid of Virginia Woolf? van Edward Albee.

Ook hier weten ze de kern te pakken. Het huwelijk van de overjarige, verveelde sloerie Martha met de saaie maar smeulende George is oorlog. Zij glijdt tijdens het dansen schaamteloos over de vloer en geeft de zaal een geile knipoog, hij vertrekt geen spier, maar desondanks is zijn minachting voelbaar. Ze krijgen bezoek van een jonger stel. De dronkenschap wordt nauwelijks gesuggereerd, maar hangt de hele tijd in de lucht, net als de verantwoorde jazzmuziek.

De mimers hebben geen interesse in het stuk zelf (dat van de auteur ook niet bewerkt mag worden). In plaats daarvan hebben de makers eigen dialogen geschreven, met hier en daar een citaat, die nergens de scherpte en hardheid van Albee kunnen doen vergeten. En dat is jammer, want juist in de fysieke omgang met elkaar zetten Van der Schoot en René Geerlings een Martha en George neer die een plaats verdienen naast de andere, beroemdere acteurs die het stel ooit speelden. Hoe ze elkaars zinnen afmaken, elkaar vliegen afvangen, elkaar dwingen mee te doen in hun spelletjes, het is gemeen en grimmig hilarisch.

De rollen van het bezoekende stel Honey en Nick (Suzan Boogaerdt en Melih Gençboyaci) zijn minder duidelijk. In het begin worden ze neergezet als jongere versie van Martha en George. Sommige elementen uit het stuk worden overgenomen – de seksuele spanning tussen Martha en Nick, de perverse spelletjes en de genante jeugdverhalen – andere scènes zijn helemaal verzonnen, zoals de grappen over de Turkse afkomst van Gençboyaci.

We verlaten het raamwerk van Albee’s stuk als Honey de situatie overneemt, haar eigen uitzinnige tv-show fantaseert en Martha en George uiteindelijk beteuterd achterlaat. Hier wreekt zich de wet dat spelende makers op de vloer een gelijk aandeel moeten krijgen. Het verzonnen kind, bij Albee de motor van het verhaal, komt niet voor. En dat is jammer, want zo beroven de makers de personages van hun tragiek en ze geven daar niets voor in de plaats. Dat maakt Martha loves George geestig en scherp, maar ook een voorstelling zonder hart.

Martha loves George van Boogaerdt/VanderSchoot. Gezien 3/10 in De Brakke Grond. Aldaar t/m 10/10, tournee t/m 18/12. Meer info op www.bvds.nu

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity